Gedenkplaatjes voor slachtoffers van de terreur van Sovjetdictator Stalin
NOS Nieuws

Gedenkplaatjes Stalinterreur verdwijnen van Russische muren

  • Geert Groot Koerkamp

    Correspondent Rusland

  • Geert Groot Koerkamp

    Correspondent Rusland

Sinds het afgelopen voorjaar verdwijnen in Rusland stilaan steeds meer gedenkplaatjes die verwijzen naar slachtoffers van de terreur onder Sovjetdictator Stalin. Ze worden door onbekenden van de muren gehaald, vaak in het holst van de nacht. En als ze niet worden weggehaald, worden ze beklad. De daders worden nooit achterhaald. Vrijwilligers doen hun best de bordjes zo snel mogelijk te vervangen of weer schoon te maken.

Afgelopen zomer verdween een bordje gewijd aan Jan Aven (grootvader van de Russische miljardair Pjotr Aven), aan de Rozjdestvenka in het hart van Moskou. Het bordje was daar in december 2019 opgehangen. De ambtenaar werd in 1935 gearresteerd wegens 'contrarevolutionaire activiteiten' en begin 1938 doodgeschoten.

Een kilometer verderop verdween al eerder een naamplaatje van journalist Samoeïl Zaks-Gladnev, gearresteerd in 1936 en doodgeschoten in 1937. Dat plaatje is inmiddels vervangen en door vrijwilligers op een minder in het oog lopende plek opgehangen. Zoals veel slachtoffers in Moskou vond Zaks-Gladnev zijn laatste rustplaats in een massagraf op de Don-begraafplaats in Moskou, na crematie in de kerk daar die was omgebouwd tot crematorium.

Stolpersteine

'Het laatste adres' heet het project, dat sinds eind 2014 bestaat en is geïnspireerd door de 'Stolpersteine' (struikelstenen), de goudkleurige straatstenen die je ook in veel Nederlandse steden kunt aantreffen en die de slachtoffers van het naziregime herdenken. Omdat er in Rusland een groot deel van het jaar sneeuw ligt, is besloten de gedenkplaatjes te bevestigen op de muur van het huis waar een slachtoffer woonde tot aan zijn of haar arrestatie. Het initiatief van 'Het laatste adres' vond al snel navolging in andere voormalige Sovjetrepublieken en ook in verschillende Centraal-Europese landen.

De informatie op de bordjes van briefkaartformaat is summier en beperkt zich tot naam en geboortejaar, beroep, datum van arrestatie en executie, en het jaar van rehabilitatie. Een leeg vierkantje symboliseert de ontbrekende foto van het slachtoffer. De staatsterreur eiste alleen al in Moskou meer dan 40.000 levens, vooral aan het eind van de jaren 30. In de hele Sovjet-Unie waren het er meer dan een miljoen.

Her en der verschijnen in Rusland weer nieuwe Stalinbeelden, iets dat vele tientallen jaren lang ondenkbaar was

Al sinds eind jaren 80 is er in Rusland en daarbuiten veel werk verzet om de politieke terreur uit de Sovjettijd in kaart te brengen. Maar dat werk wordt steeds meer gedwarsboomd door de Russische overheid. Die veroordeelt weliswaar naar buiten toe de misdaden van toen, maar wil dat voor de Russische staat zo onverkwikkelijke verleden het liefst vergeten en bedekken met de mantel der liefde.

Dat verklaart niet alleen die stille campagne tegen de bordjes van 'Het laatste adres', maar ook het verbod op openbare herdenkingsbijeenkomsten, zoals het traditionele jaarlijkse voorlezen van de namen van de slachtoffers op 29 oktober.

Ook verdwijnen andere gedenktekens voor de slachtoffers van de repressie, of ze worden 'aangepast'. Bij een massagraf in Sandarmoch in Karelië is een nieuwe gedenksteen geplaatst, die stelt dat de gevonden lichamen niet alleen slachtoffers zijn van de Stalinterreur, maar ook van "de Finse bezetting". Er zouden soldaten van het Rode Leger liggen die zouden zijn geëxecuteerd door het Finse leger, toen het gebied tijdens de Tweede Wereldoorlog in Finse handen was. De man die het massagraf ontdekte, de nu 67-jarige historicus Joeri Dmitriëv, is veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf.

'Bekwame manager en legerleider Stalin'

Nieuwe geschiedenisboekjes op scholen schilderen Stalin niet langer af als een tiran, maar als een bekwaam manager en legerleider die Hitler-Duitsland op de knieën dwong. De repressie onder zijn bewind wordt gerelativeerd en 'verklaard'. Tegelijkertijd verschijnen her en der in Rusland weer nieuwe Stalinbeelden, iets dat vele tientallen jaren lang ondenkbaar was.

De mensenrechtenorganisatie Memorial was de drijvende kracht van dat onderzoek naar de repressie. De organisatie werd eind 2021 verboden in Rusland, maar kreeg het jaar daarop de Nobelprijs voor de Vrede, samen met mensenrechtenorganisaties uit Oekraïne en Belarus. Veel mensen uit Memorial proberen op andere manieren hun werk voort te zetten. Bijvoorbeeld door mee te werken aan 'Het laatste adres'.

Op dit moment zijn er meer dan 3000 aanvragen. Vaak zijn die afkomstig van de huidige bewoners van een huis, waar ooit terreurslachtoffers woonden. Na de aanvraag moet het ophangen van een naamplaatje worden afgestemd met de andere bewoners en met de autoriteiten. Ze kunnen dus niet zomaar naar believen worden opgehangen. Volgens coördinator Oksana Matviëvskaja is er alleen al met de huidige aanvragen nog voor zeker tien jaar werk voor de vrijwilligers, mits ze dat werk gewoon kunnen blijven voortzetten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl