Direct naar artikelinhoud
AnalyseVS

Erop of eronder voor Trump: de drie kwesties waarover het Hooggerechtshof in de VS zich buigt

Promotiemateriaal op straat bij een verkiezingsrally van Donald Trump. Nooit eerder had de oud-president zo veel te winnen of verliezen.Beeld THALASSA RAASCH / NYT

Het Amerikaanse Hooggerechtshof beslist dit jaar over het politieke en strafrechtelijke lot van oud-president Donald Trump. Centraal staat de Capitoolbestorming, drie jaar geleden, en zijn rol daarin. Wat de opperrechters ook doen, het staat vast dat de consequenties voor Trump groot zullen zijn.

“Eén kaart?”, vraagt Paula Roberts voorzichtig. De Britse waarzegger was dinsdag te gast op de rechtse tv-zender Fox News, in de studio van presentator Jesse Watters. Ze heeft een pak tarotkaarten bij zich, waarmee ze voorspellingen doet voor het komende jaar. “Eén kaart!”, antwoordt Watters. Zijn vraag: “Wat heeft 2024 voor Donald Trump in petto?”

Roberts kiest een kaart, en schrikt zich rot. “O jee...” Het is de Bekers Vijf, een terneergeslagen figuur in een zwarte mantel. Symbool van verlies. “Ik besef dat ik bij Fox op tv ben”, stamelt Roberts. “Het is een gevóél van verlies.” Watters zucht. Een meme is geboren.

De methode van Fox was curieus, maar elke nieuwszender probeert deze dagen dezelfde vraag te beantwoorden. Dit jaar draait om Donald Trump. Nooit eerder had de oud-president zo veel te winnen of verliezen – en waren de mogelijke gevolgen voor de samenleving zo groot.

Trump gaat ruimschoots aan kop om opnieuw de Republikeinse verkiezingskandidaat te worden. Tegelijkertijd lopen er vier strafzaken tegen hem, waarvan de eerste – rond de Capitoolbestorming van 6 januari 2021, drie jaar geleden – in maart moet beginnen. En dan dienen er nog de verschillende gerechtelijke procedures, bedoeld om Trump van het stembiljet te weren.

Een hoofdrol is weggelegd voor het Hooggerechtshof, het machtigste rechtsorgaan van de Verenigde Staten. De negen opperrechters kunnen de oud-president dit jaar maken of kraken. Zij krijgen een drietal kwesties voor hun kiezen, met grote consequenties voor Trump, de Amerikaanse democratie en, daarmee, de rest van de wereld.

Kwestie I: het 14de amendement

Het leek zo vergezocht, deze zomer. Twee rechtsgeleerden, leden van de conservatieve Federalist Society, publiceren een juridische theorie waarin wordt gesteld dat Donald Trump zich nooit meer verkiesbaar mag stellen. Hun argument: sectie 3 van het 14de amendement van de Amerikaanse Grondwet.

In deze obscure bepaling uit 1868, een paar jaar na de Amerikaanse Burgeroorlog, staat dat burgers uit het verkozen ambt worden verbannen als zij “waren betrokken bij opstand of rebellie”. En precies daaraan zou Trump zich hebben bezondigd, op 6 januari 2021.

“Dit zou een zaak kunnen worden,” schrijven de juristen, “die potentieel door het Hooggerechtshof moet worden gehoord en beslecht.”

Ze krijgen gelijk. In het najaar beginnen er zaken te lopen in Minnesota, Michigan, Colorado, Maine en Oregon. De eerste twee zien in het argument geen brood. Colorado en Maine wel. Op 19 december besluit Colorado, als eerste staat in de Amerikaanse geschiedenis, op basis van het 14de amendement een presidentskandidaat te weren.

“We concluderen dit niet lichthartig”, schrijft Colorado’s hoogste rechtbank. Op 29 december valt in Maine eenzelfde besluit. Oregon moet nog beslissen.

Trump ging afgelopen woensdag in beroep. Hij verzocht het Hooggerechtshof om zich ermee te bemoeien. Zijn verdediging: de Capitoolbestorming was geen opstand. En zelfs als dat wél zo was, dan zou het 14de amendement op hem niet toepasbaar zijn: in de bepaling wordt het ambt van president immers niet expliciet vermeld.

Er ligt grote druk op het Hooggerechtshof om de kwestie snel op te helderen. Zolang het beroep dient, verkeren zowel Trump als de staten in grote onzekerheid, en daarmee de rest van het land. De eerste voorverkiezing wordt al op 15 januari gehouden.

Nooit eerder boog het Hooggerechtshof zich over het 14de amendement. Het oordeel van de opperrechters is, per definitie, bindend. Als zij Trump inderdaad onverkiesbaar achten, dan geldt dat voor alle staten. Met één pennestreek zouden zij Trumps politieke toekomst kunnen beëindigen.

Over de kans op zo’n besluit valt te twisten. Ideologie speelt een rol: dit Hooggerechtshof helt stevig naar rechts, met zes conservatieve rechters, van wie er drie door Trump zijn benoemd. Daarnaast zal het Hooggerechtshof huiveren om, met het burgerlijk vertrouwen in dit instituut op een historisch dieptepunt, zwaar in te grijpen in het democratische proces.

Als de opperrechters Colorado straks ongelijk geven, is de wijze waarop van groot belang: voor Trump én de nalatenschap van de Capitoolbestorming.

Het Hooggerechtshof kan ervoor kiezen om Trump op het stembiljet te houden zónder hem vrij te pleiten. Neem de uitspraak in Colorado. Die was niet unaniem. Drie van de zeven hoge rechters, een minderheid, stemde tegen. Zij achtten Trump wel degelijk verkiesbaar.

Over één ding was echter wél consensus: Trump was, op 6 januari 2021, bij een opstand betrokken. De onenigheid draaide niet om de feiten, maar om de technische toepasbaarheid van het 14de amendement.

Een dergelijke, bindende uitspraak vanuit het Hooggerechtshof zou historisch gewicht dragen – ook als Trump alsnog president wordt. Het hoogste rechtsorgaan van de VS heeft dan immers een expliciet oordeel geveld over de betekenis van 6 januari 2021.

Een kwart van de Amerikanen gelooft nu, volgens een peiling van The Washington Post, dat de Capitoolbestorming door de FBI werd georkestreerd. Als dit rechtsgezinde Hooggerechtshof die dag wel een opstand noemt, heeft dat mogelijk weerslag op de publieke opinie.

Omgekeerd zou het Hooggerechtshof, conservatiever dan het hof in Colorado, kunnen oordelen dat 6 januari 2021 juist géén opstand was – en Trump zo op het stembiljet houden. Dat zou een ongeëvenaarde overwinning zijn voor de oud-president en zijn achterban, die de gebeurtenissen van 6 januari 2021 al drie jaar lang bagatelliseren. Daarin krijgen zij dan feitelijk gelijk.

Zo’n uitspraak zou voor Trump tevens een strafrechtelijke troef zijn: dan komt immers ook het fundament onder diens vervolging rond die dag te wankelen.

Donald Trump.Beeld Carlos Barria

Kwestie II: immuniteit

Het is een afwijzing van welgeteld één zin. Op 22 december verwerpt het Hooggerechtshof, in een summier briefje zonder toelichting, een verzoek van speciaal aanklager Jack Smith om zich versneld te buigen over de belangrijkste verdediging van zijn verdachte. Trump zegt immuun te zijn voor vervolging, omdat presidenten tijdens hun termijn onschendbaarheid genieten – een theorie die nooit eerder hoefde te worden getoetst.

Slechts het Hooggerechtshof kan hierover een eindoordeel vellen. Maar dat betekent niet dat het haast maakt.

Trumps claim zou betekenen dat presidenten, in principe, oneindige ruimte hebben om misdaden te begaan, zonder zich zorgen te maken over strafrechtelijke consequenties. Volgens vrijwel alle juridische experts, progressief én conservatief, is die interpretatie van de grondwet onbestaanbaar.

Tanya Chutkan, de federale rechter in Trumps zaak, verwierp de theorie. “Vier jaar als opperbevelhebber schenkt niet het goddelijke recht van koningen”, oordeelde zij.

Komende week wordt de kwestie behandeld door de hogere rechtbank van Washington. Daarna is de beurt, ondanks de eerdere terughoudendheid, toch echt aan het Hooggerechtshof.

Achten de opperrechters Trump straks inderdaad immuun, dan ontloopt hij elke vorm van strafrechtelijke rekenschap voor zijn acties rond de Capitoolbestorming. Het is dan in één klap gedaan met de strafzaak door Jack Smith en de lokale zaak in Georgia vanwege verkiezingsbeïnvloeding in die staat.

Het Hooggerechtshof zal vermoedelijk anders oordelen. Maar dan is alsnog de grote vraag: wannéér?

Het Hooggerechtshof mag zelf bepalen of het een zaak oppakt, en zo ja, wanneer en hoelang die wordt behandeld: dat kan weken, maanden of zelfs langer duren. Met elke vertraging bewijzen zij Trump een gunst.

De oud-president weet donders goed dat zijn beroep op immuniteit piept en kraakt. Hij heeft een plan B: uitstel van executie. Zolang de immuniteitskwestie onopgehelderd blijft, kan de zaak tegen hem – nu gepland voor 4 maart – niet beginnen.

Weet Trump de boel zelfs te traineren tot na de Republikeinse conventie, halverwege juli, dan kan hij de partijnominatie binnenslepen vóór een mogelijke veroordeling. Eenmaal genomineerd is verder uitstel bijna gegarandeerd. Voor rechter Chutkan is het ondoenlijk om de Republikeinse presidentskandidaat te dwingen de laatste campagnemaanden in de rechtszaal te spenderen.

Trumps grote gok: de verkiezingen in november winnen en dan, als president, zelf zijn strafzaken wegtoveren. Het is aan het Hooggerechtshof om te bepalen of hij die kans krijgt.

Kwestie III: de Capitoolbestorming

De Capitoolbestorming leidde tot de omvangrijkste justitiële onderneming uit de Amerikaanse geschiedenis. De score, drie jaar na dato: 1.240 arrestaties, 710 schuldbekentenissen, 170 strafprocessen, 450 gevangenisstraffen en tweemaal vrijspraak. Er lopen nog altijd 350 strafzaken, waaronder die tegen Donald J. Trump.

Maar het onweert bij justitie. Honderden vervolgingen draaien geheel of gedeeltelijk om het zware strafbare feit ‘obstructie van een officiële procedure’. Deelnemers aan de Capitoolbestorming probeerden immers, zo redeneert justitie, om op 6 januari 2021 te verhinderen dat Joe Bidens verkiezingswinst werd bekrachtigd.

Zeven rechters gingen daarin mee, eentje niet. De federale rechter Carl Nichols, ooit door Trump benoemd, bepaalde dat dit statuut niet toepasbaar is op de Capitoolbestorming. In hoger beroep werd die uitspraak vernietigd.

Op 13 december besloot het Hooggerechtshof, tot veler verbazing, de kwestie alsnog te overwegen. Gaan de opperrechters straks mee in Nichols’ redenering, dan komen honderden veroordelingen op losse schroeven te staan. Ook Trump wordt op dit moment wegens ‘obstructie’ vervolgd. Jack Smiths zaak tegen de oud-president zou aanzienlijk moeten worden afgezwakt.

Daarnaast is zo’n uitspraak munitie voor Trumps politieke revolver. Zie je wel, zal de oud-president zeggen, er wás die datum niets aan de hand. Of, zoals Trump het eerder verwoordde: “Het was een prachtige dag.”

De Republikeinse voorverkiezingen

De eerste Republikeinse voorverkiezingen vinden plaats op 15 januari in de staat Iowa, in het Amerikaanse Midwesten. De laatste peilingen plaatsen Trump op grote voorsprong met 50 procent van de stemmen, gevolgd door Ron DeSantis (18 procent) en Nikki Haley (15,7 procent).

Na Iowa volgt New Hampshire op 23 januari. Daar wordt Trump (37 procent) dicht op de hielen gezeten door Nikki Haley (33 procent). Haar thuisstaat South Carolina is een dag later aan de beurt. De meeste staten verkiezen hun kandidaat op ‘Super Tuesday’, die dit jaar valt op 5 maart. Dan zal de waarschijnlijke winnaar van de voorverkiezingen duidelijk worden.

Op 4 maart, een dag voor Super Tuesday, moet Trumps strafzaak rond de Capitoolbestorming beginnen. Of dat ook lukt, is aan het Hooggerechtshof.