Nederlandse banken zagen hun gemiddelde rentemarge in de afgelopen vier kwartalen oplopen tot 1,5 procent, blijkt uit de nieuwste cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB).
Wat is rentemarge?
Banken beheren spaargeld van consumenten en lenen een groot deel hiervan uit. Bij leningen ontvangen banken rente, bij spaargeld betalen de banken rente. Het verschil tussen de rente-inkomsten en de rente-uitgaven is de rentemarge van de banken.
Al sinds het najaar van 2022 loopt de rentemarge op. Dat percentage is zeker sinds 2008 niet zo hoog geweest. Oudere cijfers heeft DNB niet beschikbaar.
Banken zien hun verdiensten oplopen sinds de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank (ECB). Die heeft in het afgelopen anderhalf jaar haar belangrijkste rentetarief verhoogd van het laagste naar het hoogste niveau ooit. Die rente werkt door in de tarieven die banken kunnen rekenen.
Rentemargen banken blijft oplopen
Winst van banken is verdubbeld
Dat banken goed boeren, was in augustus al te zien in de verdubbelde halfjaarwinsten van ING, Rabobank, ABN AMRO, de Volksbank (SNS Bank en ASN Bank) en Triodos Bank. Die wezen de hogere ECB-rente allemaal aan als de oorzaak van hun goede cijfers.
De rentemarge loopt op doordat banken de rentes voor spaarproducten minder snel verhogen dan de rentes voor leningen. Grote banken hebben hun spaarrente wel in kleine stappen verhoogd tot ongeveer 1,7 procent voor vrij opneembaar spaargeld.
Dat rentes voor sparen en lenen niet net zo snel stijgen, komt deels doordat een hogere spaarrente direct geldt voor vrijwel al het spaargeld. Bij leningen gelden de rentes vooral voor nieuw afgesloten producten.
Ook zijn spaarders in Nederland honkvast. In eigen land overstappen heeft weinig zin omdat er niet veel verschil tussen de rentes zit. In het buitenland kun je meer rente op je spaargeld krijgen, maar lang niet iedereen waagt die stap.
Toezichthouder bekijkt concurrentie tussen banken
In de afgelopen twee jaar belandde bijna dubbel zoveel spaargeld van Nederlanders in het buitenland, bleek uit recente cijfers van DNB. Het totale spaarbedrag in het buitenland groeide van 5,6 miljard euro naar 10,5 miljard euro eind september.
Toch is dat minder dan 2 procent van het totale Nederlandse banktegoed. Nederlandse banken hoeven dus niet te vrezen dat spaarders vanwege een lage rente hun geld weghalen.
Vanwege de achterblijvende spaarrentes kijkt toezichthouder ACM op verzoek van demissionair minister Sigrid Kaag (Financiën) of er voldoende concurrentie is tussen Nederlandse banken. De ACM verwacht voor de zomer van 2024 met resultaten te komen.