NOS Sport

Tennishallen verdwijnen, coaches en KNLTB slaan alarm nu 'kritieke grens' nadert

  • Mereyn Geskus

    redacteur NOS Sport

  • Mereyn Geskus

    redacteur NOS Sport

Met Tallon Griekspoor, Botic van de Zandschulp en Arantxa Rus begint Nederland met drie stevig geklasseerde tophonderdspelers aan een nieuw tennisseizoen. Een weelderige situatie die misschien niet lang meer duurt. Het drastisch teruglopen van het aantal indoortennisbanen in Nederland kan invloed hebben op het tennisniveau in ons land.

"Het verdwijnen van indoorhallen is een drama voor de toekomst van het Nederlandse toptennis", zegt Martin van der Brugghen, voormalig coach van onder anderen Kiki Bertens.

Peter Lucassen (oud-trainer van onder anderen Van de Zandschulp) en Tjerk Bogtstra (voormalig captain van het Nederlandse Davis Cup-team) drukken zich in vergelijkbare termen uit. KNLTB-directeur Erik Poel zegt dat de "kritieke grens" van 800 indoorbanen in zicht komt.

Volgeboekt of te duur

Op dit moment telt Nederland 900 binnenbanen, in 2013 waren dat er nog 1.400. Omdat indoortennisbanen in bijna alle gevallen in handen zijn van ondernemers worden ze steeds vaker omgebouwd tot padelbanen, maar ook tot bijvoorbeeld bowlingbanen of speelparadijzen voor kinderen. Bestemmingen die per vierkante meter meer geld opleveren.

"Ik begrijp die ondernemers heel goed, maar het is slecht voor de tennissport", zegt Lucassen. Hij vertelt dat veel opkomende spelers en speelsters niet vaak genoeg trainen, omdat ze te ver moeten reizen voor een binnenbaan of omdat een hal al volgeboekt of te duur is.

"In Nederland laat het klimaat het niet toe om het hele jaar buiten te spelen. Dat hebben we deze winter gezien. Het is hier geen Spanje", zegt Van der Brugghen.

Hardcourt

Daardoor maken jonge tennissers te weinig uren op de baan. Voor de coaches het grootste probleem. Wennen aan indoorhardcourt, waarop op professioneel niveau de meeste wedstrijden worden gespeeld, is van minder groot belang.

"Een goede tennisser speelt op alle ondergronden", is Bogtstra van mening. Lucassen: "Spelen op een ondergrond die is gerelateerd aan toptennis is belangrijk op latere leeftijd, maar maakt voor jongere kinderen niet uit."

De drie coaches zijn het ook eens over de zogenoemde allweather-banen, waarop het hele jaar door buiten kan worden gespeeld. Smashcourt en kunstgras zijn prima voor recreanten, maar hebben weinig met toptennis te maken, is de gemeenschappelijke opinie. Ook de KNLTB deelt die mening.

Indoortraining cruciaal

Bogtstra vindt dat indoortrainingen in Nederland cruciaal kunnen zijn voor de techniek van beginnende tennissers. Hij vertelt dat het binnen bij slechter weer makkelijker is om bijvoorbeeld de service te trainen. In een hal heb je namelijk niet te maken met natte of wegwaaiende ballen.

Tjerk Bogtstra als captain van het Nederlandse Davis Cup-team (2003)

Wel wil hij kwijt dat hij geen softies van zijn pupillen wil maken en dat het goed is om in weer en wind te sporten. "Maar voor de techniek is het soms beter om binnen te spelen."

Voor de topspelers en de absolute toptalenten is er overigens altijd ruimte om te trainen bij het Nationaal Tennis Centrum (NTC) van de tennisbond in Amstelveen.

Van der Brugghen hoopt dat de focus door het NTC niet te snel wordt gelegd op jongens en meisjes die al vroeg als talentvol worden bestempeld. Hij vindt dat er een bredere basis nodig is. "Sommige talenten komen uiteindelijk niet uit de verf. En andersom: Tallon Griekspoor, nu de nummer 23 van de wereld, was nooit een grote belofte en Kiki werd ooit afgetest. Zij hebben toch een goede carrière."

Bogtstra voegt eraan toe dat het ook draait om aanwas. "Je moet ervoor zorgen dat kinderen niet op jonge leeftijd voor een andere sport gaan kiezen als ze in de winter niet of nauwelijks fatsoenlijk kunnen tennissen."

Hallenplan

En daarom ziet de KNLTB ook in dat er moet worden geïnvesteerd in indoorhallen. De bond heeft een 'Hallenplan' gemaakt. Poel legt uit: "We huren twintig hallen, waar meerdere banen liggen, voor een aantal weken gedurende de winterperiode. Dan worden daar onder meer diverse jeugdtoernooien georganiseerd, nationale ranglijsttoernooien gespeeld en lerarenopleidingen gegeven."

Peter Lucassen

Van der Brugghen vindt dat de KNLTB iemand moet aanstellen die de belangen van binnentennis met hand en tand verdedigt tegenover padel, de snel aan populariteit winnende sport die ook onder de KNLTB valt.

Poel: "Tennis is nog steeds veel beter vertegenwoordigd bij ons. Twintig vaste werknemers zijn bezig met padel en tachtig met tennis. En die hebben allemaal doelstellingen."

"Bovendien is er nu iemand verantwoordelijk voor indoortenniscapaciteit en hebben we een speciaal programma 'Ruimte voor Tennis en Padel' opgezet om te komen tot een betere infrastructuur voor indoor- en outdoortennis en padel."

De directeur van de KNLTB vindt daarnaast dat er breder moet worden gekeken. Hij wijst naar de politiek. "Er is in ons land sowieso meer ruimte voor sport nodig. Dit is een oproep aan de nieuwe regering, maar ook aan gemeentebesturen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl