Direct naar artikelinhoud
‘Het is bloedfrustrerend dat waar GroenLinks twintig jaar voor geknokt heeft, het Poetin in drie maanden lukte om de verwarming lager te zetten en iedereen ineens zonnepanelen wil.’Beeld Martijn van de Griendt
InterviewBob Sikkes

Bob Sikkes: ‘Klussen, dat kan echt niemand meer’ (plus zeven tips van hem voor wie gaat verbouwen)

Bouwkundige Bob Sikkes groeide in woonprogramma Kopen zonder kijken de afgelopen jaren uit tot een geliefd personage. Hij maakt de verbouwingsplannen en geeft zijn ongezouten mening over de huizen én de wooneisen van de deelnemers. ‘Iedereen begint bij mij over visgraatparket.’

Bob Sikkes ontvangt in Baambrugge, in het kleine, ruim tweehonderd jaar oude brugwachtershuisje dat hij en zijn man twee jaar geleden kochten. Enthousiast: “Welkom in ons kabouterhuis!”

Hij serveert thee en speculaas aan de ronde eettafel. De woonkamer is spaarzaam maar zorgvuldig ingericht, met een bruinleren bank, een salontafel met boeken, een klassieke designlamp en ja, die fraaie Eames-stoel in de serre. Voor het raam hangt een kerstkrans. Sikkes wijst op een van de muren, die op het tweede gezicht héél licht beige blijkt te zijn. “Dit is het heftigste wat ik ooit gedaan heb. Niet wit!”, zegt hij lachend, met een knipoog naar de door styliste Roos Reedijk steevast in stevige, soms kakelbonte kleuren gedompelde kamers die de deelnemers aan Kopen zonder kijken (RTL 4) aan het eind van de rit te wachten staan.

Bob Sikkes (Delft, 1965) groeide op in een ‘licht katholiek’ gezin. Met religie heeft hij ‘helemaal niets’ meer. Hij deed een jaar verpleegkunde en werkte vervolgens vijf jaar bij het net opgerichte kledingbedrijf Sissy Boy in Amsterdam. Daarna volgde hij de hts bouwkunde. Als dertiger begon Sikkes zijn eigen bouwbedrijf, Flow, met inmiddels ook een ontwerppoot. Sinds zeventien jaar werkt hij mee aan woonprogramma’s op televisie, onder meer aan Bouwval gezocht. In maart wordt het zevende seizoen van Kopen zonder Kijken bij RTL uitgezonden, alle seizoenen zijn terug te kijken bij Videoland. Afgelopen jaar begon hij met presentator Tijl Beckand aan een nieuw woonprogramma, De moeite waard, waarin kandidaten een huis kopen en verbouwen om het met winst te kunnen verkopen. Sikkes woont met echtgenoot Michiel afwisselend in Amsterdam en Baambrugge. Ook verblijven ze regelmatig in hun huis in Spanje.

Hoe grimmiger de tijden, hoe belangrijker het eigen (t)huis, hoe populairder het woonprogramma. Deze stelling is niet empirisch onderbouwd, maar hij zou zomaar kunnen kloppen. Kijken naar een woonprogramma is een vorm van prettig navelstaren met ruimte ook voor fantasie, in combinatie met een grote mate van voorspelbaarheid. Weinig is zo verslavend als het aanschouwen van de metamorfose van een huis. Nu zijn er programma’s als Grand Designs (kijk vooral de Britse versie), waar mensen zelf hun – vaak waanzinnige – droomhuis realiseren. Kopen zonder kijken is wat prozaïscher en speelt vooral in op de enorm krappe huizenmarkt in Nederland waar starters het moeilijk hebben.

Voor wie nog nooit keek: de deelnemers, meestal stellen van rond de dertig, tekenen een contract bij de notaris waarin ze het kopen van een huis blind aan makelaar Alex van Keulen overlaten. Al het geld mag worden opgemaakt, ook aan een verbouwing zonder overleg. Na aankoop mogen de kandidaten het huis nog even in originele staat zien – en barsten soms in snikken uit. Dan maakt de energieke bouwkundige Bob zijn entree: het opveermoment. Muren worden doorgebroken, badkamers gesloopt en als het budget het toelaat komt die uitbouw of die aparte wc op de slaapverdieping er ook nog. Ondertussen gaat styliste Roos met de moodboards van de deelnemers aan de slag en eindigt het programma als de dolgelukkige kopers hun volledig ingerichte nieuwe paleisje mogen betreden. Bij de aftiteling is er champagne.

Sikkes, die zelf een bouwbedrijf heeft, is in al die jaren een populair personage geworden, niet alleen door zijn doortastende aanpak, duidelijke voor- en afkeuren en gevleugelde uitspraken (“Ik word hier heel blij van, Alex!”), maar ook omdat hij niet onder stoelen of banken steekt hoe onrealistisch hij de wensenlijsten van de deelnemers vaak vindt.

Het programma gaat over jonge mensen die het niet lukt een huis te kopen, aan de andere kant zijn het ook stellen...

“...met heel veel wensen, ja. Even pas op de plaats jongens, denk ik dan. (Met zeurstemmetje:) ‘Maar ik wil wél een tweede badkamer’, kom op zeg! Hoe oud ben je?

“Op YouTube staat een filmpje met dit soort fragmenten van mij. ‘De Millennialbasher’ staat erbij, haha. Tja, dan zeggen ze: ‘Volgende week kan ik niet, want dan ga ik naar New York’. Als je een keer niet naar New York gaat, spaar je wel voor die keuken. Mensen raken helemaal in de stress hè, als ik dat zeg. Dat zie ik ook in het komende seizoen, het is allemaal duurzaamheid nu. Dan zeg ik: Je moet kiezen, isoleren of een nieuwe keuken? Dan breekt de paniek al uit, want dat Pinterestplaatje moet ook kloppen. Een mooie keuken is natuurlijk veel gezelliger dan dubbel glas.”

En die duurzaamheid?

“Die is ineens belangrijk, dat is echt gaande. Het is bloedfrustrerend dat waar GroenLinks twintig jaar voor geknokt heeft, het Poetin in drie maanden lukte om de verwarming lager te zetten en iedereen ineens zonnepanelen wil. Als je het in je portemonnee voelt, gaat iedereen ineens rennen. In vier, vijf seizoenen was er misschien één iemand die zonnepanelen belangrijk vond, dus ja, dat is in heel korte tijd veranderd.”

Nog even terug naar die generatie met al die wensen. Wat is er gebeurd?

“Ze zijn zo ongelooflijk veel gewend: én zomervakantie én wintersport. Ik word weleens moe van dat én én én. Ik zie in Amsterdam kinderen van vijftien met een cappuccino van 4,75 over straat lopen. Wij zijn opgegroeid met zuinige ouders en ikzelf ben het ook. Ondenkbaar, on-dénk-baar dat ik van mijn zakgeld koffie ging halen. Of als ik een groep meiden, beginnende twintigers, allemaal aan zo’n cocktail van 14 euro zie. En ze zitten ook nog leuk in de kleertjes. Ik weet niet hoe dat kan.

“Tegelijkertijd: ik was laatst in Haarlem, toen viel me op dat ik in Amsterdam nauwelijks nog mensen met kinderen zie. Met meer dan één kind moet je de stad uit, omdat het niet meer te betalen is. Zelfs met acht ton lukt het niet. Voor Kopen zonder Kijken hoef je je onder de vier ton niet in te schrijven want dan kunnen we er niks mee, zeker niet als er ook nog verbouwd moet worden. Bizar.”

'Én zomervakantie én wintersport. Ik word weleens moe van dat én én én.'Beeld Martijn van de Griendt

Een verwende generatie dus, maar wel met een groot probleem. Hoe gaan we dat oplossen?

“Ik denk dat dat een drama wordt, maar toch zijn er best veel dingen mogelijk. We moeten anders over huizen en bezit gaan nadenken. Dat is die nieuwe generatie toch ook aan het doen, die kopen geen auto meer maar huren er een, ze kopen geen fiets, maar rijden op een swapfiets. Wij en onze ouders zijn nog veel meer van bezit, ‘dat is óns huis’. Ik hou van mijn ouders en zij houden van hun huis, maar eigenlijk wonen ze veel te groot. Als we dat gevoel van ‘het is mijn huis’ nou eens loslaten en flexibeler worden.

“Toch zijn de kandidaten in de loop van de tijd ook veranderd, mensen hebben gezien wat er gebeurde met deelnemers die een beetje voor lul stonden omdat ze te veel eisen hadden. Ze zijn soberder geworden in hun wensenlijst, en de woningmarkt is ook nog eens veel heftiger. ‘Al hebben we maar een huis’: dat is nu bijna het thema geworden.”

Dus dat eeuwige jarendertighuis dat iedereen wil…

“...staat niet meer in de top 3. Dat willen ze nog wel, maar ze zijn realistischer geworden.”

(interview gaat verder onder de tips)

Bob Sikkes heeft zeven tips voor wie gaat verbouwen

• ‘Probeer uit de totale overload te filteren wat je écht mooi vindt en niet alleen omdat het ’nu’ is. Zou je dit een paar jaar terug ook mooi gevonden hebben en weet je wat jouw ‘constante’ in je smaak is?’

• ‘Schakel eventueel hulp van een ontwerper in: dit vind ik tegelijk ook lastig omdat veel ontwerpers  vooral volgens de laatste norm werken. Kijk dus goed naar een portfolio of het je aanspreekt.’

 • ‘Voer zaken die langer mee moeten gaan basic uit. Een keuken, badkamer, op maat gemaakt meubilair zou eigenlijk 15 jaar mee moeten kunnen. Ik heb daarom altijd moeite met ‘helemaal in de kleuren van nu’.’

• ‘Je kunt je huis wel smoel geven met zaken die over een paar jaar makkelijk te veranderen zijn. Kleur van muren, behang, los meubilair etc.’

• ‘Nieuwe keuken? Wat wil je zelf? Helaas zijn veel adviseurs niet ervaren genoeg en verkochten ze drie maanden geleden nog luxaflex. Zij bepalen dan jouw ideale droomkeuken voor de komende 15 jaar. Heel plat om te zeggen maar vaak kun je aan kleding en stijl van verkopers (m/v) zien of jullie dezelfde smaak en taal delen.’

• ‘Budget blijft lastig. Wat je doet, doe dat goed of anders niet. Niet alles in het leven moet allemaal meteen vandaag. Verwacht je binnen 5  jaar een volgende stap te doen, maak dan neutralere keuzes. Het huis moet immers weer verkocht.’

• ‘De belangrijkste dingen zijn niet de meest sexy dingen: isoleren, goede verwarming, verduurzamen, veiligheid, elektra etc. Daarna komt pas de kleur van de tegels in de badkamer.’

Bob Sikkes groeide zelf op in een jarenzeventigwijk in Alkmaar en verklaart de ruime opzet van die wijken en de bijbehorende lichte doorzonhuizen regelmatig de liefde in het programma – ook om de voorkeuren van de kandidaten wat om te buigen. Ter inspiratie ligt er nu een boek uit 1975 op tafel: Zelf doen in en rond het huis staat er in vette gele en rode letters op. Op de omslagfoto zaagt een man in een witte broek met wijde pijpen in een plank. In het boek veel interieurs met leefkuilen en bruin-oranje gordijnen. Sikkes begint meteen te bladeren.

“Oh heerlijk dit boek. Ik maak veel grappen over dit soort dingen: klussen, dat kan echt niemand meer. Niemand. Of nu ja, alleen iemand die het per se wil. In Alkmaar, waar ik van mijn tiende tot mijn negentiende woonde, waren we echt van het klussen. Stonden we met het hele gezin te schilderen en te schuren.”

Is daar uw liefde voor verbouwen ontstaan?

“Nee hoor, als heel klein kind had ik al iets met huizen. Voor Alkmaar woonden we in Naaldwijk, daar weet ik nog steeds – ik ben ze laatst nog eens gaan opzoeken – wat ik toen de mooiste huizen in de straat vond en waarom. Ik ging expres met bepaalde kinderen uit de klas om omdat ik wist dat ze in een van die huizen woonden, zodat ik daar kon spelen.

“In Naaldwijk werd toen veel afgebroken voor ‘vernieuwing’, dat vond ik interessant, vooruitgang! Er werden flats gebouwd, asfaltwegen aangelegd, heerlijk was dat: nieuw, modern, meer, beter.”

Is uw idee van wat mooi is daar ook bevroren?

“Nee, zeker niet, zeker niet, al ben ik wel al heel lang verliefd op de bouw uit jaren vijftig, zestig, zeventig. In al die decennia zijn heel mooie gebouwen en wijken ontworpen, denk aan het provinciehuis in Den Bosch of de Lijnbaan in Rotterdam. Over die architectuur zou ik ook nog wel een programma willen maken.

“Maar deze liefde staat los van iets als de ‘trends’, daar moet je met afstand naar kijken. Dingen gaan zo snel nu. Ongelooflijk jammer, want wat goed ontworpen is, krijgt bijna geen kans meer om een nieuw icoon te worden, omdat het in no time wordt nagemaakt.”

Wat voor dingen?

“Je hebt lampen die goed en mooi zijn, die zomaar een nieuwe designklassieker zouden kunnen worden. Maar dat pikt de markt ook op en in mum van tijd staat het nagemaakte ding bij Karwei en Gamma, waardoor het oorspronkelijke ontwerp eigenlijk verneukt wordt.”

Onvermijdelijk in tijden van Pinterest en Instagram?

“Tsja. Ook ik kijk op Pinterest en ook ik vind dingen mooi waarvan ik dat voorheen niet had gedacht. Maar bij al die Pinterest-meuk denk ik: wat hiervan is over een paar jaar nog goed en mooi? Het is ook vergif hè, je komt in een soort trechter terecht waar je niet meer uitkomt. Roos is daar retegoed in, in oppakken wat er speelt. Roos gebruikt ook alle woorden die bij mij op kantoor verboden zijn. Zoals ‘helemaal in de kleuren van nu’, of ‘volgens de laatste trends…’ Precies zoals kijkers en kandidaten het willen. Roos doet dat hartstikke goed, het zou heel saai worden als ik dat zou doen.”

Maar hoe ontwikkel je dan ‘echte’ smaak?

“Door wél te kijken naar plaatjes maar, net als ik, te denken: had ik dit vijf jaar geleden mooi gevonden en vind ik dit over vijf jaar nog mooi?

“Ik probeer los van de trends een huis te maken waar goed in gewoond kan worden, met mogelijkheden voor nu en later, niet iets ludieks of mals. Met een goede pui waarmee je binnen en buiten met elkaar verbindt. Dat is iets wat we allemaal prettig vinden, in plaats van dat ene keukendeurtje naar buiten. Ik teken dan ook de keukens nog uit, soms met de dikke stift, en dan mag Roos aan de slag en dan maakt het mij niet uit of-ie groen, geel of blauw wordt.

“Ja die kleuren, haha. Ik heb kleurenangst zeg ik altijd, ik spreek dat uit en dan hoef ik me er ook nooit meer voor te verantwoorden. Maar een trendy kleur kun je makkelijk veranderen. Iedereen begint bij mij over visgraatparket en of dat trendy is. Ik vind dus van niet. Als het er goed in ligt is het blijvend mooi, vooral visgraat van honderd jaar oud. Ik heb het hier en in mijn huis in Amsterdam ook.”

En de zwart-stalen deur?

“Nou, in Amsterdam-Zuid heb ik er denk ik wel een miljoen geplaatst. We waren zo’n beetje de eerste – maar die stijl bestaat natuurlijk al honderd jaar. We zijn nu bezig om het allemaal nét iets eleganter en minder industrieel te maken, waardoor het ook tijdlozer wordt.

Kopen zonder kijken is mijn leukste hobby ever. Ik heb eens in een interview gezegd dat ik het liefst heb dat kandidaten staan te huilen in de dakkapel, dat werd toen de kop. Maar het gaat me juist om die combinatie, dat ze daarna ongelooflijk blij zijn. Afgelopen week hebben we een huis opgeleverd met een stel dat aanvankelijk erg teleurgesteld was. Nu blijven ze denk ik de rest van hun leven in het huis wonen.”

Lees hier alle interviews uit de kersteditie van Trouw

Bob Sikkes: ‘Klussen, dat kan echt niemand meer’ (plus zeven tips van hem voor wie gaat verbouwen)