Nee, wolven (en ecologen) zijn nergens ‘goed’ voor…

If it sounds too good to be true…Wel prachtig plaatje

Vanavond op Interessante Tijden TV hebben we een wel heel bijzondere Liever dood dan Slaaf-gast, Annemieke van Straaten van Stichting Annemieke uit Volendam, gehaat in groen-ideologische kringen vanwege haar graafwerk met Woo-verzoeken.

Wat zij met haar boerenpolderverstand al snel doorkreeg na research over de Rewildinglobby- ecologen zijn vaak geen echte wetenschappers- wordt ook in de wetenschappelijke literatuur bevestigd.

De sensationele verhaaltjes domineren, en het ‘weten zonder meten’ zo stelt bijvoorbeeld deze studie in Foodwebs van september 2017: ‘Can we save large carnivores without losing large carnivore science?’ van Benjamin L. Allen et al.

De literatuur voor vandaag

Trofische Cascades
Je mag als journalist natuurlijk nooit een verhaal doodchecken. Want dan is alle spanning er uit, en wil niemand het lezen of je boek kopen. Zo werkt dat ook bij academici actief in de natuurbescherming. Toen wolven in Yellowstone National Park werden geherintroduceerd, zouden onderzoekers al snel claimen:

  • Hier gebeurt veel meer dan wat roofdieren die andere beesten opeten. Doordat ze jagen verandert het hele landschap mee.

Termen als ‘de ecologie van angst’ deden opgang, en het door Thomas Paine in 1980 (in zee-ecosysteem) uitgevonden begrip ‘trofische cascades’. Door het verdwijnen van zeeotters zouden zeekomkommers gaan domineren, en zo zouden ook de kelpwouden in de oceaan verdwijnen. Aldus Paine.

Een trofisch niveau is een verdieping in het appartement van de natuur. Een cascade is een sneeuwbaleffect. Een trofische cascade is dus een sneeuwbaleffect vanaf een hogere verdieping van het appartement waar de roofdieren wonen. Als die de bovenverdieping gaan bewonen, dan verandert ook de kelder mee en zelfs de hele buurt waarin het appartement staat, zo was de theorie.

In het geval van de wolven in Yellowstone, meenden ecologen te zien dat door predatie van wolven de begrazingsdruk door herten afnam. Althans op plaatsen waar herten kwetsbaar zijn om gepakt te worden. Daardoor zou overal vegetatie opschieten op plaatsen waar wolven herten gemakkelijk konden bejagen.

Er zou dus een ander landschap ontstaan dankzij roofdieren.

Het predatorgat in het landschap leidde tot verbeeldingsrijke verhalen in boeken: erg goed geschreven

Predatorshaped hole? Citatie-inteelt
Voor biologenkrant Bionieuws heb ik nog over het werk van proponenten William Ripple en Robert Beschta geschreven, maar ook van John Terborgh en James Estes. Hun bevindingen zouden grote invloed hebben op de kijk op natuurbescherming. Zij hadden als het ware een ‘predatorshaped hole’ in de natuur gevonden.

Bovendien, de grote roofdieren zouden de kleinere roofdieren kort houden, als coyotes en vossen, zogenaamde ‘mesopredatoren’. En dat zou dan zelfs een gunstig effect hebben op kleine fauna, zoogdieren en vogels. Verlies je grote roofdieren, dan gaat er dus veel meer verloren, het hele landschap verandert mee.

Dat was ook de spannende verhaallijn van het prachtige boek ‘Where the Wild Things Were’ van William Stolzenburg. Maar zoals meestal bij ecologie, en de natuur in het algemeen geldt: ‘Soms wel, soms niet, het hangt maar net af van de omstandigheden.’

Wolvenpropaganda voor kinderen, Young Crowds van Laurentien van Oranje en de Raad voor Dieraangelegenheden: Wie kritisch is op wolvenbeleid die wordt door ‘emoties’ geleid, zij hebben ‘de’ wetenschap achter zich (Lelieveldgelul en gejansman)

Dus zijn de bevindingen van deze ecologen te reproduceren? Dat ze overal geldig zijn als harde natuurwet?Juist daar zet het team van Benjamin Allen samen met oudgediend wolvenonderzoeker David Mech het mes in. Zij zien een vorm van ‘citatie-inteelt’, dus dat er maar weinig echte bewijzen zijn.

En dat er wel veel studies verschijnen die het roofdiergat-effect zeggen te bevestigen. Maar die studies winkelen vooral bij elkaar uit een kleine bak met echte velddata. Wat Allen et al schrijven is niet mis, de volledige tekst is hier te vinden:

Large carnivores are depicted to shape entire ecosystems through top-down processes. Studies describing these processes are often used to support interventionist wildlife management practices, including carnivore reintroduction or lethal control programs.

Unfortunately, there is an increasing tendency to ignore, disregard or devalue fundamental principles of the scientific method when communicating the reliability of current evidence for the ecological roles that large carnivores may play, eroding public confidence in large carnivore science and scientists

Au!

..en ze schrijven:

The actual science of large carnivore science is getting lost, being replaced by catch phrases, slogans, sound bites, YouTube clips, fake news and post-truth politics, or the simplification and popularisation of unsubstantiated or unreliable theories and hypotheses.

De proponenten krijgen het hoogste podium

Gelijk de Lelievelden in het veld…
Wat stond daar?  Beleefd academisch Engels voor ‘ze Jansmannen en Lelievelden maar wat’… Naast de citatie-inteelt, en het gebrek aan langjarige velddata in verschillende situaties, beschrijft het team vooral hoe de voorstanders van die predatorgat-theorie alle bewijs van het tegendeel negeren.

Dus je theorie blijft overeind, omdat je gewoon niet wilt lezen dat je theorie in andere situaties niet opgaat. Ze doen kortom net als Frans Vera, dankzij wiens kadaverdiscipline volgens sommigen ‘een Auschwitz voor paarden’ ontstond in zijn Serengeti Hollandaise, het rewildingexperiment Oostvaardersplassen, die ‘wildernis’ onder zeeniveau.

In 2008 riep Vera nog dat wolven nodig zouden zijn in de polder. Of ze die even konden heruitzetten. In die tijd was de predatorgat-theorie juist razend populair. De wolf zou de ethische ramp van zijn dierverwaarlozings-experiment helpen verzachten

…totdat je Frans Vera met verrekijker ziet….

Maar…Milieu- en voedselomstandigheden blijken meestal dus veel sterkere effecten op bijvoorbeeld grazerspopulaties.

Of roofdieren die populaties ‘reguleren’ valt nog te bezien, zo laat het team van Allen zien op basis van het bewijs dat ze bespreken bij wolven in de VS en Dingo’s in Australië.

Dat kun je ook zien op het Isle of Rum waar het langste populatie- en evolutie-experiment ter wereld plaatsvindt aan edelherten.

Oftewel, bottom up-effecten zijn sterker dan topdown effecten bij de invloed op het landschap. Wat het team van Allen beschrijft is dat ook het schoolboek-voorbeeld van de wolven in Yellowstone herziening behoeft. De landschappelijke veranderingen waren al gaande toen die wolven werden geherintroduceerd.

De raaf – wolvenvogel- breidt zich sinds jaren ’90 uit tot in Fryslan’s Ravenswoud

Ecologen, een werkwoord verleden tijd
Wat jammer. Dan heb je een spannend verhaal waarmee je roofdierbescherming kunt verkopen. En dan gooien kritische wetenschappers roet in je Rewilding-diner.Terwijl volgens de Rewilding-leestoel in Wageningen UR gesponsord door Rewilding Europe en Frans Schepers door grote roofdier-terugkeer zelfs het hele wereldklimaat zou kunnen worden gered.

Dat publiceerden ze afgelopen voorjaar nog in Nature Communications, en die mededeling werd met veel tromgeroffel verkocht door clubs als Re:Wild van Leonardo di Caprio en de bazin van IUCN.

Natuurlijk: wolven zijn prachtige dieren. Ze maken een wandeling door Drenthe spannender, dan wanneer ze er niet zouden zijn. Net als een krassende raaf, die wolven volgt omdat ze een ‘kill’ maken waarvan deze wolvenvogel met z’n snavel aas kan schrapen. De raaf is de meest coole vogel van het dierenrijk, hij kan echt als een aapje spelen in de vlucht

Hoofdstuk 2 over de naturalistische drogreden, zie www.lieverdooddanslaaf.com

Maar iets mooi vinden, betekent nog niet dat het dus ‘goed’ is in objectieve zin dat ze er zijn, alsof je smaakoordeel ook ‘de’ wetenschap achter zich heeft, dus het bewijs. Laat staan dat je zo’n oordeel dus kunt vellen zonder in de ‘Groene Leugen’ (naturalistische drogreden) te tuinen.

In mijn hoofdwerk Liever dood dan Slaaf (hoofdstuk 2) laat ik zien dat ecologie geen voorspellende natuurwetenschap kan zijn. Het is een historische beschrijvende wetenschap: Natuurlijke Historie. De enige constante in de natuur is verandering, je krijgt nooit de natuur van 1850 of het jaar 0 terug.

Je kunt alleen die veranderingen historisch nauwkeurig beschrijven en duiden. Maar..Zodra ecologen gaan praten over ‘systemen’ en onmisbare ‘rollen’ die bepaalde dieren daar in vervullen:

– berg je dan maar.

Dan willen ze ook al snel met ambtenaren aan knoppen draaien in het landschap. En dat betekent bij ecologen en hun bevriende ambtenarij- zoals Dick Bal bij LNV- dat ze boeren en vissers willen wegonderzoeken en wegreguleren. Raken natuuronderzoekers verweven met de beleidsbureaucratie, dan wordt ecologen een werkwoord voltooid verleden tijd:

Ik lieg, hij loog, wij ecologen. 

Mossel en kokkelbank Westelijke Waddenzee in 2016, historisch goede zaadval sinds 1992

Het milieu bepaalt, en roofdieren (dus ook vissers) zijn volgers
Wat dit onderzoek van Allen et al nu ook van praktisch belang maakt? Zie de garnalenvisserij als een grote predator, een soort joekel van een kabeljauw die jaarlijks 30 miljoen kilo garnalen opvreet.

Zou je die grote predator weghalen, dan is het dus maar de vraag of alle ecologische wonderen gaan optreden waar onderzoeksmiljonairs van de RUG en het NIOZ over spreken.

De tegenwoordige ‘hoogleraar kustecologie’ Tjisse van der Heide en Han Olff proberen in het Waddengebied met de trofische cascade-theorie een goede sier te maken. Dankzij visserij en het verdwijnen van walvissen zou ‘het dak er af’ zijn (de bovenverdieping met grote roofdieren), zo krijstte verhaaltjeverkoper Tjisse in een schreeuw om meer onderzoeksgeld.

Een zo’n 3D-camera waarmee ze tot ‘biobouwers’ omgedoopte mosselbanken realtime filmen kost al vier ton euro… Vervolgens ‘ontdekten’ ze wat mosselvissers al sinds de geboorte van Christus wisten: Dat zeesterren gek op mosselen zijn. Eureka.

‘De Groene Leugen’, zo noemen (mossel) vissers de naturalistische drogreden

Deze onderzoeksmiljoenen verdampende verhaaltjesmakers beloven de terugkeer van zeegrasvelden en oesterriffen, het verloren paradijs zou wachten wanneer je maar mensen uit de natuur wegpest die daaruit oogsten. Wat beschrijft het team van Allen et al hier echter:

  • Milieuomstandigheden, nutriënten en wisselingen van klimaat, dus bottom-up effecten hebben meestal een veel grotere invloed op de natuur als geheel. En de roofdieren en dieren die op de verdieping daaronder leven zijn hier meestal een slaaf van, geen drijver.
  • En dat is precies wat mijn bevriende Wieringer vissers ervaren, ook na vijftig jaar op zee: je kunt op de natuur geen peil trekken, alles verandert.
  • En dat is ook de ervaring van de mosselvissers

Kijk dus niet naar de autoriteit van de afzender, gezag, het geld en de dure academische positie. Maar naar het bewijs. Iedereen met gezond boerenverstand en ogen in zijn/haar hoofd kan dat begrijpen.

En daarom is het dus ook belangrijk dat je vanavond om 19:00 onze uitzending bekijkt met Annemieke van Straaten, een echte Liever dood dan Slaaf-blondine en volhardend topwijf die de waarheid boven tafel krijgt. Zulke mensen zijn keihard nodig, juist nu!

Ons eigen wolfje: Doneer!

  • Help ons die uitzendingen te maken en steun Interessante Tijden om de onkosten te vergoeden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *