EW Podium: Wilders’ framing van de islam is ongefundeerd

07 december 2023Leestijd: 4 minuten

Door de islam te framen als politieke ideologie, wil Geert Wilders de scheiding tussen kerk en staat omzeilen en een verbod legitimeren. Dat schrijft freelance-auteur Daan H. Teer op EW Podium.

‘De islam is in de eerste plaats geen religie, maar de meest gewelddadige politieke ideologie die er bestaat.’ Deze beschuldiging – een extreme, gezien de vele tientallen miljoenen mensen die ten prooi vielen aan fascisme en communisme – stond in 2021 nog in het PVV-partijprogramma. In 2023 niet meer. Geert Wilders toverde zichzelf om in ‘Geert Milders’, vanuit politiek opportunisme.

Zijn antiliberale waanbeelden spoken nog steeds door zijn hoofd. En zodra hij kans ertoe ziet, zal hij ze implementeren. Dion Graus (PVV) zei na de verkiezingen: ‘Soms moet je weleens even een stapje terugzetten om er naderhand twee vooruit te kunnen zetten.’ De PVV bekeerde zich dit jaar niet plotseling tot de grondwettelijkheid.

Als de islam geen religie is: inperking religieuze rechten

De framing van de islam als politieke ideologie is niet Wilders’ uitvinding. In het Westen is het een reactionair gebruik om de juridische status van de islam te marginaliseren. Dat leidt tot de inperking van de religieuze rechten van moslims, zoals Asma Uddin, een Amerikaanse voorvechter van religieuze vrijheid (en eveneens moslima), documenteert in het boek When Islam is Not a Religion.

Juristen, polemisten en politici in de Verenigde Staten maken handig gebruik van het ideologie-frame. Zoals in 2010, toen (tevergeefs) werd geprobeerd een moskee te verbieden in Murfreesboro, Tennessee. Daarbij betrokken was de openlijk islamofobe schrijver Bill Warner, die de aanname verspreidt dat de islam inherent politiek is en niet religieus. Hetzelfde jaar trok de vicegouverneur van Tennessee de religieuze status van de islam in twijfel. Sindsdien gaat het argument steeds vaker rond. Het is geen theologische analyse, maar een politieke strategie.

Islamofoben als Wilders doen alsof ze de rechtsstaat verdedigen

De islam verdient als wereldreligie bescherming in de rechtsstaat. Maar islamofoben zeggen die juist te verdedigen. Zo ook Wilders. In het PVV-programma van 2021 stelt hij dat de islam ‘geen godsdienst’ is, maar een ‘totalitaire ideologie’ die ‘onze vrijheden wil afpakken’. Hij profileert zichzelf als beschermheer van de Nederlandse burger tegenover een zogenaamd tirannieke islam.

Islamofoben willen religieuze rechten inperken, maar niet door de mand vallen als vijanden van de rechtsstaat. Daarom willen zij de islam kunstmatig haar status als religie ontnemen. Wilders wil Korans, islamitische scholen en moskeeën verbieden uit naam van de ‘vrijheid’. Dit vergoelijkt hij met een foutieve interpretatie van de tolerantie-paradox van filosoof Karl Popper (1902-1994): ter bescherming van de vrije samenleving moeten de toleranten intolerant zijn tegenover de intoleranten. Maar het is niet zo dat moslims categorisch aan de rechten van hun medeburgers tornen. Er zijn een miljoen Nederlandse moslims met uiteenlopende culturele overtuigingen. Alleen tegen extremisten die de vrijheid actief bedreigen, mag in naam van tolerantie worden ingegrepen.

De islam telt ruwweg twee miljard aanhangers uit verschillende – gematigde en radicale – stromingen. Die zijn niet zelden met elkaar in conflict. De islam manifesteert zich politiek niet uniform. Het beeld van één homogene islam met één politieke missie is absurd.

Wilders bedreigt zelf de scheiding tussen kerk en staat

Wilders verwart de islam met islamisme: een containerbegrip voor vormen van de islam die trachten de sharia politiek op te leggen. Lang niet iedere moslim is een islamist. Als moslims in Nederland gemiddeld antiliberaler zijn dan bijvoorbeeld christenen, mag dat reden zijn voor een discussie over integratie, maar niet om hun rechten collectief in te perken.

Het laatste nieuws en opinie direct naar uw telefoon, volg EW Magazine op Whatsapp     VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?

Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.

Er bestaat altijd frictie tussen religieuze dogma’s en seculiere wetgeving. Daarom is de scheiding tussen kerk en staat – nog ver voor de islam in Nederland prominentie verwierf – uitgevonden: om ons te behoeden voor theocratie. Ironisch genoeg bedreigt Wilders de scheiding tussen kerk en staat meer dan de islam waartegen hij dit principe zegt te beschermen.

Centrum-rechtse partijen moeten liberale orde verdedigen tegen Wilders

Wilders wil nog steeds een islamverbod. De metafoor van de ‘ijskast’ impliceert dat zijn gifmaal op den duur zal worden ontdooid. Hij wacht alleen het juiste moment af om het op te dienen. Een preventieve inperking van religieuze rechten ter bescherming van de vrije samenleving, is de wagen voor het paard spannen en zal averechts werken.

Centrum-rechtse partijen als NSC, VVD en BBB vormen een sta-in-de-weg. Een goed teken was de brief van Pieter Omtzigt aan verkenner Ronald Plasterk, waarin de NSC-leider herhaalde geen ongrondwettelijke concessies te doen. Het betekent dat de partijen waarmee Wilders in zee moet, bereid zijn de liberale orde te verdedigen tegen antiliberale standpunten. Zij moeten wel kritisch blijven. Voor wie in vrijheid wil leven, is tolerantie van Wilders’ intolerantie niet te tolereren.