Direct naar artikelinhoud
OpinieNicholas Kristof

Waarom Hamas deze oorlog misschien wel aan het winnen is

Nicholas Kristof: ‘Na vijf weken oorlog zie ik geen bewijs dat het Israëlische leger Hamas significant heeft verzwakt. Wel heeft het een groot aantal burgers gedood, de Palestijnse strijd bovenaan de wereldwijde agenda gezet, de aanvankelijke stortvloed van sympathie voor Israël doen stoppen, mensen over de hele wereld aangezet om te demonstreren voor Palestina, de aandacht afgeleid van de ontvoerde Israëliërs en elke mogelijkheid tot een normalisatie van de Israëlisch-Saudische betrekkingen weggevaagd.’Beeld NYT - Photo News

Nicholas Kristof is columnist voor The New York Times. Als er een pad naar vrede bestaat in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dan zal men dat pas kunnen beginnen te bewandelen wanneer het denken in stereotypes ophoudt, zo stelt hij.

De bilaterale slachtpartij in het Midden-Oosten maakt giftige emoties los die de haat wereldwijd aanwakkeren. Ik wil het daarom hebben over drie mythes die het debat doen ontvlammen.

De eerste mythe is dat er in dit conflict een goede en een slechte kant valt aan te duiden. Zo zit de wereld niet in elkaar. Het tragische aan dit verhaal is dat we te maken hebben met een botsing tussen twee partijen die allebei gelijk hebben. Dat is geen excuus voor het bloedbad en de wreedheid van Hamas, noch voor het feit dat Israël in Gaza hele wijken met de grond gelijkmaakt, maar aan de basis van het conflict liggen wel legitieme doelstellingen die beide spelers verdienen te behalen.

Israëliërs verdienen hun staat, die gesmeed is door vluchtelingen in het kielzog van de Holocaust. De Joden hebben een hightech economie opgebouwd waarin vrouwen geëmancipeerd zijn en homo’s worden gerespecteerd, en ze geven hun Palestijnse burgers meer rechten dan de meeste Arabische naties hun bevolking geven. De Israëlische rechtbanken, mediavrijheid en burgermaatschappij vormen een voorbeeld voor de hele regio. Bovendien wordt er met twee maten en twee gewichten gewerkt: critici hekelen de Israëlische misstanden terwijl ze vaak de langdurige wreedheden tegen moslims negeren die plaatsvinden in Jemen, Syrië, de Westelijke Sahara, Xinjiang, enzovoort.

Ook de Palestijnen verdienen een land, alsook vrijheid en waardigheid, en ze zouden niet mogen worden onderworpen aan een collectieve straf. We hebben een verpletterende mijlpaal bereikt: in slechts vijf weken oorlog is 0,5 procent van de bevolking van Gaza gedood. Om dit in perspectief te plaatsen: dat is meer dan het deel van de Amerikaanse bevolking dat in de hele Tweede Wereldoorlog is gedood, dus in meer dan vier jaar tijd.

Een grote meerderheid van de doden zijn vrouwen en kinderen, zo meldt het door Hamas gecontroleerde ministerie van Volksgezondheid. Nog een graadmeter voor de wreedheid en het willekeurige karakter van sommige luchtaanvallen is dat er meer dan 100 VN-medewerkers zijn gedood, volgens de VN is dat meer dan in welk conflict dan ook ook sinds de oprichting van de organisatie. Misschien komt dat omdat, zoals een Israëlische militaire woordvoerder het aan het begin van de oorlog verwoordde, “de nadruk ligt op het toebrengen van schade en niet op nauwkeurigheid”.

“Wij zijn normale mensen die proberen te leven”, vertelde een ingenieur in Gaza me telefonisch. Hij veracht Hamas en zou de groep uit de macht gezet zien worden. Hamas-strijders zitten echter veilig in tunnels terwijl hij en zijn kinderen het meeste gevaar lopen: “De burgers betalen de prijs.”

Naar welke zijde je sympathie in de eerste plaats ook uitgaat, vergeet niet dat er aan de andere zijde óók wanhopige mensen zijn die alleen maar willen dat hun kinderen vrij kunnen leven en gedijen in hun eigen land.

Gewonde Palestijnen na een Israëlisch bombardement in Rafah.Beeld ANP / EPA

Snelkookpan

De tweede mythe is dat de Palestijnen voor onbepaalde tijd aan het lijntje gehouden kunnen worden door Israël, de Verenigde Staten en andere landen. Dat was de strategie van premier Benjamin Netanyahu, het was zijn manier om een Palestijnse staat te vermijden, en het werkte een tijdje. Zoals een snelkookpan werkt, tot ze ontploft. Het is moeilijk te zeggen of de oprichting van een Palestijnse staat beter zou zijn geweest voor de veiligheid van Israël. Maar de Palestijnse staatloosheid heeft Israël achteraf gezien niet veiliger gemaakt en de risico’s kunnen toenemen als de Palestijnse Autoriteit instort door corruptie, ineffectiviteit en gebrek aan legitimiteit.

De president van Israël, Isaac Herzog, zei dat een van de Hamas-aanvallers op 7 oktober instructies bij zich droeg voor het gebruik van chemische wapens. Dat herinnert ons aan het risico waar terrorismedeskundigen zich al jaren zorgen over maken, namelijk dat extremistische groeperingen hun toevlucht nemen tot biologische en chemische wapens. Israël heeft hoe dan ook het recht om zich zorgen te maken, maar ik vermoed dat de Palestijnse aspiraties opzijschuiven niet de beste manier is om de veiligheid van Israëliërs veilig te stellen; men werkt beter toe naar een tweestatenoplossing. Dit zou niet alleen een concessie zijn aan de Arabieren, maar ook een pragmatische erkenning van Israëls eigen belangen en die van de wereld.

De derde mythe wordt door beide zijden gepropageerd en klinkt ongeveer als volgt: “Het is jammer dat we dit bloedvergieten moeten aangaan, maar de mensen aan de andere zijde begrijpen alleen de taal van het geweld.” Ik hoor dat van vrienden die de oorlog in Gaza steunen en mij beschouwen als iemand die het goed bedoelt maar dwaalt, als een naïeveling die de trieste realiteit niet begrijpt. In hun ogen kan Israël alleen veilig zijn als Gaza wordt verpulverd en Hamas uitgeschakeld, iets wat moet en zal gebeuren, hoeveel levens dat ook moge kosten.

Hamas begrijpt inderdaad alleen de taal van het geweld en het is wreed tegen zowel Israëliërs als Palestijnen. Hamas en de Palestijnen zijn echter niet hetzelfde, net zoals gewelddadige kolonisten op de Westelijke Jordaanoever niet alle Israëliërs vertegenwoordigen. Ik ben helemaal vóór chirurgische aanvallen op Hamas en ik zou blij zijn als Israël erin slaagde een einde te maken aan het extremisme in Gaza. Maar tot nu toe doet het Israëlische offensief door zijn gebrek aan precisie en hevigheid, zo vrees ik, de situatie alleen maar verder escaleren en de dynamiek in het Midden-Oosten veranderen. Dat is precies het doel van Hamas, dat onbekommerd is om Palestijnse levens.

Ontmenselijking

In die zin is Hamas misschien aan het winnen. Na vijf weken oorlog zie ik geen bewijs dat het Israëlische leger de groepering significant heeft verzwakt. Wel heeft het een groot aantal burgers gedood, de Palestijnse strijd bovenaan de wereldwijde agenda gezet, de aanvankelijke stortvloed van sympathie voor Israël doen stoppen, mensen over de hele wereld aangezet om te demonstreren voor Palestina, de aandacht afgeleid van de ontvoerde Israëliërs en elke mogelijkheid tot een normalisatie van de Israëlisch-Saudische betrekkingen weggevaagd.

Mijn vriend Roy Grow, een specialist in internationale betrekkingen aan het Carleton College die in 2013 overleed, zei altijd dat het een cruciaal doel van terreurorganisaties is om de tegenstander te laten overreageren. Hij vergeleek dit met jiujitsu; terroristische organisaties trachten het gewicht van hun tegenstanders tegen hen te gebruiken. Dat is wat Hamas heeft gedaan.

Beide partijen hebben de ander ontmenselijkt, maar mensen zijn complex en geen van beide partijen is monolithisch. We mogen niet vergeten dat oorlogen niet over bevolkingen gaan, maar over mensen. Mensen zoals Mohammed Alshannat, een doctoraatsstudent in Gaza, die wanhopige berichten heeft gestuurd naar vrienden, die zij met mij deelden; hij stemde ermee in dat ik ze publiceerde als een inkijkje in het leven van Gazanen.

Nicholas Kristof: 'Een oplossing voor deze crisis begint met de erkenning van een principe dat zo fundamenteel is dat het niet genoemd zou hoeven te worden: alle kinderen zijn evenveel waard en in elke bevolking zijn er goede mensen.'Beeld ANP / EPA

“Er waren zware bombardementen in ons gebied”, schreef hij in het Engels in één bericht. “We rennen voor ons leven en ik verloor twee van mijn kinderen in het donker. Ik en mijn vrouw bleven de hele nacht naar hen zoeken te midden van honderden luchtaanvallen. We overleefden op miraculeuze wijze een luchtaanval en vonden hen ’s ochtends flauwgevallen terug. Bid alstublieft voor ons. De situatie is niet te beschrijven.” Een andere keer schreef hij: “Ik zie de dood honderd keer per dag. We ontlasten ons in de open lucht en er is geen water om onze kinderen te wassen wanneer zij vuil zijn door hun eigen uitwerpselen.”

Als hij de oorlog overleeft, wat zullen wij Amerikanen dan tegen hem en zijn kinderen zeggen? Hoe zullen we uitleggen dat we bommen hebben geleverd voor deze oorlog, dat we medeplichtig waren aan de terreur en de vernedering van zijn familie? Als er een pad naar vrede bestaat - of dat nu vrede in twee staten is of in één staat - dan zal men dat pas kunnen beginnen te bewandelen wanneer het denken in stereotypes ophoudt. Netanyahu staat niet gelijk aan de Israëliërs, de Palestijnen staan niet gelijk aan Hamas.

Krachtige wraak

Menselijkheid zoeken in beide partijen betekent eisen dat Israëlische gijzelaars worden vrijgelaten en de ontmenselijking aan de kaak wordt gesteld die mensen ertoe brengt om posters voor ontvoerde Joodse burgers van de muren te scheuren. Het betekent ook afstand doen van Netanyahu’s “krachtige wraak”, die momenteel hele wijken in Gaza in puin verandert, met lichamen eronder begraven. Ik erger me aan mensen wier hart slechts bloedt voor één kant of die over de tol aan de andere kant zeggen: “Het is tragisch, maar...” Nee, geen “maar”. Tenzij je gelooft in mensenrechten voor Joden én voor Palestijnen, geloof je niet echt in mensenrechten.

Als je enkel huilt om Israëlische kinderen of alleen om Palestijnse kinderen, dan heb je een probleem. Kinderen aan beide kanten zijn roekeloos afgeslacht en een oplossing voor deze crisis begint met de erkenning van een principe dat zo fundamenteel is dat het niet genoemd zou hoeven te worden: alle kinderen zijn evenveel waard en in elke bevolking zijn er goede mensen.

© The New York Times