Direct naar artikelinhoud
InterviewHenri Heimans en zijn Palestijnse buurvrouw

‘We gaan toch geen ruim 2 miljoen mensen in Gaza vermoorden? Alle beelden maken mij ziek’: oud-magistraat Henri Heimans en zijn Palestijnse buurvrouw

Oud-magistraat Henri Heimans en zijn Palestijnse buurvrouw Fatma. ‘Zelfdefensie, van beide kanten, kan nooit het moorden rechtvaardigen.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Een oproepje in de buurtapp voor bijles Frans resulteert in een bijzondere band tussen de Palestijnse Fatma en oud-magistraat Henri Heimans, een kind van Holocaust-overlevers. Ze delen hun verhaal, om een boodschap van menselijkheid mee te geven in een week die de wereld verdeelde.

Hij kan niet zo goed nee zeggen, lacht oud-magistraat Henri Heimans (75). Toen er in de buurtapp een berichtje verscheen dat een vrouw huiswerkhulp zocht voor haar zoontje, meldde hij zich. Het bleek te gaan over een Palestijnse familie: Fatma (40) en haar drie zoons.

Een week later volgde de explosie van geweld door Hamas in Israël, met de daaropvolgende vergeldingsacties vanuit Israël naar Gaza. Fatma’s familie zit als ratten in de val in de Gazastrook. Dagelijks vraagt Heimans naar haar familie. Zij sms’t terug: hoe haar ouders en broer naar de grens Egypte reisden, maar geen doorgang vonden. Hoe ze elektriciteit moeten sparen en weinig berichten kunnen sturen. Dat ze een veilige plek zoeken, maar dat die er niet is in Gaza. Dat de medicatie van haar vader op is. Dat haar familie zal uithongeren.

Dat ze elkaar juist in deze tijd vinden, is bijzonder. Ze hebben volstrekt verschillende achtergronden. Het leven van Henri Heimans, geboren in 1948, is getekend door de Holocaust. Zijn ouders waren actief in het verzet: zijn vader een Joodse man uit Letland, zijn moeder een Nederlandse vrouw uit Zeeland. Ze zijn allebei opgepakt, gemarteld en gedeporteerd. Ze overleefden het concentratiekamp en ontmoetten elkaar na de bevrijding in Brussel. Heimans schrijft nu een boek over het verleden van zijn ouders, en het intergenerationeel trauma dat hij met zich meedraagt.

Hij is atheïst, voelt zich slechts gedeeltelijk onderdeel van de Joodse gemeenschap, maar wel diep verbonden met de Holocaust. Zo stelde hij zich burgerlijke partij in het proces van Schild & Vrienden. De Pano-reportage, waarin zichtbaar werd hoe leden in chatgroepen de Holocaust bespotten, raakte hem diep. De magistraat op rust zet zich onverminderd in voor gerechtigheid. Daarbij aangemoedigd door de boodschap die zijn vader hem naliet. Hij leest het geëmotioneerd voor: “Het is aan jou, Henri, om samen met mensen van goede wil een wereld op te bouwen van liefde en broederlijkheid, verdraagzaamheid en gerechtigheid.”

Fatma, die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven, is in 1983 geboren in Gaza en was staatloos totdat ze de Belgische nationaliteit kreeg. Ze volgde haar opleiding tot verpleegster in de Verenigde Arabische Emiraten, waar haar vader jarenlang werkte. In 2016 vluchtte ze naar België om een betere toekomst voor haar kinderen te vinden. Fatma leeft nu in angst. Het liefst checkt ze elke seconde haar telefoon, maar tegelijkertijd ook niet, bang voor slecht nieuws. Ze vecht tegen haar tranen als het om haar familie gaat.

De buurtgenoten vinden het belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan over de situatie in Israël en Gaza, om het nieuws een menselijk gezicht te geven. Hij zorgvuldig in zijn woordkeuze, zij onverbloemd. Allebei openhartig.

Hoe hebben jullie de afgelopen week ervaren?

Fatma: “Ik ben hier, maar mijn gedachten zijn in Gaza. Mijn neef is dood, veel van mijn familieleden zijn vermist. Ik kijk elke keer of er nieuws komt vanuit het gebied van mijn ouders, ik kan niets doen. We wisten direct dat Israël zou reageren. Ik had alleen niet verwacht dat het zo extreem zou zijn. Het is inhumaan, mensen smeken om hulp, maar niemand luistert. Israël heeft alle recht op zelfverdediging, horen we in het nieuws en van wereldleiders, maar de Palestijnen dan? ‘We voeren een strijd tegen menselijke dieren’, zegt de Israëlische minister van Defensie. Maar wij zijn ook mensen.”

Heimans: “Anderzijds, ik vind de wreedheden van Hamas van de laatste weken verschrikkelijk. Je begrijpt niet dat ze onschuldige en weerloze burgers vermoorden. We zien de beelden op tv, het is zodanig wreed en barbaars, dat schokt. De actie van Hamas rechtvaardigt natuurlijk niet om daar een hele bevolking te bombarderen en af te sluiten van elektriciteit, water en voeding. We gaan toch geen ruim 2 miljoen mensen in Gaza vermoorden? Alle beelden maken mij ziek. Mijn ouders hebben de ontmenselijking in kampen ervaren. Die ontmenselijking zien we nu opnieuw.”

Fatma: “Wat Hamas nu gedaan heeft, is niet juist. Niemand van de Palestijnen zegt: laten we burgers in Israël vermoorden. We weten niet wie bij Hamas zit, ze verbergen zich tussen de Palestijnen. Maar we weten ook: zonder Hamas is er geen Palestina, zonder hen hebben we helemaal geen recht. We voelen ons niet gesteund door onze president Mahmoud Abbas en ook niet door andere Arabische landen.”

Heimans: “Maar Hamas valt nu weerloze burgers aan, en de gijzelingen van de burgers zijn even barbaars als de afslachtingen. Ik kan er niet mee leven, ik kan er niet mee omgaan. Zelfdefensie, van beide kanten, kan nooit het moorden rechtvaardigen.”

Fatma: “Daarom zeg ik: ik ben geen voorstander van het vermoorden van burgers. Maar hoe zit het met de mensen in Gaza, als je het wilt gaan vergelijken?” Ze steekt haar handen in de lucht en maakt een weegschaal. “We zitten in een openluchtgevangenis in Gaza. Het onrecht heeft zich opgestapeld, Palestina wordt al 75 jaar bezet, ons gebied wordt steeds kleiner. Ook dit jaar zijn er vele burgerdoden gevallen door het Israëlische leger. Jaarlijks stijgt het aantal kinderen dat vermoord wordt. We hebben het recht om te vechten. Mensen wonen op een vulkaan; er is zoveel woede, zoveel boosheid. Israël had gehoopt dat we zouden vergeten wat er gebeurd is. Maar we zullen Palestina nooit vergeten, generaties geven dit door aan elkaar.”

Een Joodse familie doet hetzelfde. Zij vertellen hun kinderen over de Jodenvervolging en willen hun volk beschermen.

Fatma: “Ja, dat snap ik. Maar het was niet aan de Britten om ons land weg te geven (Palestina kwam na de Eerste Wereldoorlog en de ontmanteling van het Ottomaanse rijk onder Brits mandaat, AB). Er was geen Israël tot 1948, het was altijd Palestina. Ik ben afkomstig uit Bir Seb’a (in oktober 1948 veroverd door de Israel Defense Forces, AB). Mijn opa is door geweld omgekomen, mijn oma werd verdreven. Ze heeft eigenaarspapieren van haar land, maar de Israëliërs zeggen: het is uw land niet meer. We zijn vluchteling in eigen land. Wat zou jij doen als je huis wordt ingenomen door iemand? Je zal het verdedigen.”

Heimans: “Weet je wat mijn vader erover zou zeggen? De westerse landen waren tevreden dat de Joden weg waren na de Holocaust, dat was een probleem minder. De problematiek die we vandaag zien bestaat al sinds toen. Als je naar 1948 teruggaat, kun je zeggen: er zat daar misschien wel een systeemfout in.”

Vredesbesprekingen lijken ver weg.

Heimans: “Het gaat nu niet om verzoening, nu is het zaak de slachtpartijen te stoppen. Mocht er een oplossing zijn, zou die allang geboden worden. Israëlisch premier Yitzhak Rabin heeft dat geprobeerd in de jaren 90, hij is vermoord. Daarnaast is het zeer moeilijk om een genuanceerde opinie te hebben, want dat wordt onmiddellijk aangevallen door extremen. Ik voel me machteloos, maar kan me ook niet neerleggen bij defaitisme. Er zal iets moeten gebeuren. Het zal van mensen van goede wil moeten komen, zoals mijn Joodse vader schreef aan het einde van zijn leven.

“Ik deel het standpunt van Een Andere Joodse Stem (EAJS). Zij stellen dat de wortels van het huidige geweld zich bevinden in de onderdrukking van miljoenen Palestijnen, en dat Israëlische burgers daar deze week ook slachtoffer van werden. De totale ontmenselijking moet doorbroken worden. Ik hoop dat er internationale bemiddeling kan komen.”

Fatma: “Ik zie geen oplossing. Palestijnen willen een oplossing, maar dat is niet dat we ons land aan Israël geven. Nooit. Mensen in Gaza zullen agressiever worden, want ze hebben nu niets te verliezen. Als niemand hen steunt, steunen zij Hamas, zo werkt het. Maar alle Palestijnen willen een beter leven. Daarom ben ik naar België gekomen. Ik wil een betere toekomst voor mijn kinderen.”

Kunnen we een voorbeeld nemen aan u: de verbinding zoeken op menselijk niveau?

Heimans: “Dat is de boodschap: we zijn allemaal mensen. Ik ben altijd een voorvechter van mensenrechten geweest in mijn werk, en ben opgegroeid met respect en tolerantie voor iedereen. Ik voel me solidair met Fatma. De Palestijnen hebben niets van rechten, het is alsof de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die net als de staat Israël tot stand kwam in mijn geboortejaar, niet voor hen bestaat.”

Fatma: “Mijn ouders hebben altijd gezegd: respecteer anderen, en wees je daarnaast bewust van je identiteit als Palestijn. Dat houd ik ook mijn kinderen voor. U vertelde mij in ons eerste gesprek over uw Joodse roots, ik respecteer dat, en waardeer uw steun en hulp aan mijn familie.”

Heimans lacht: “Maar wij organiseren de wereld niet, hé? Mochten wij de wereld organiseren zou het anders zijn. Laat dat de boodschap van dit gesprek zijn: dat mensen van totaal andere origine wel met elkaar kunnen praten, en respect en empathie voor elkaar hebben.”