Sinds afgelopen juni berekent statistiekbureau CBS de inflatie op een andere manier. Daardoor vallen de energieprijzen gelijk op. Energie zou nu 40 procent goedkoper zijn dan een jaar geleden. Maar vorig jaar rekenden de statistici met prijzen van nieuwe energiecontracten. Dit jaar tellen alle lopende contracten mee, waarvan de prijs vaak een stuk lager ligt.
Een jaar geleden waren de energieprijzen heel hard gestegen. Dat berekenden energieleveranciers door in nieuwe contracten. "Wij namen die prijzen mee bij het berekenen van de inflatie", vertelt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. "Daardoor liep het inflatiecijfer toen heel erg hard op."
Nu kijkt het CBS naar alle lopende energiecontracten, zo'n 6,4 miljoen in totaal. De invloed van schommelende energieprijzen op het inflatiecijfer is daardoor kleiner, omdat veel mensen een langlopend contract hebben. Zij betalen deze maand hetzelfde als vorige maand, ongeacht wat de energiemarkt doet.
"Over twee jaar genomen maakt de nieuwe rekenwijze niet zoveel uit", zegt Van Mulligen. Vorig najaar liep de inflatie op tot zo'n 15 procent en dit najaar is dat rond de 0 procent. Had het statistiekbureau vorig jaar ook al naar de lopende contracten gekeken, dan was de inflatie toen rond de 8 procent geweest in plaats van 15 procent. Dit jaar was de inflatie dan rond de 7 procent uitgekomen in plaats van ongeveer 0 procent. "Volgens beide berekeningen kom je na twee jaar rond de 15 procent inflatie uit", zegt de econoom.
Inflatiecijfer kan tot paniek leiden
Econoom Hugo Erken is kritisch over het gedoe met de cijfers. De maandelijkse inflatiecijfers hebben gevolgen voor de samenleving. Ze spelen mee bij loonstijgingen, huurverhogingen en zorgpremies.
"Vorig jaar hadden we eigenlijk meer geld in onze portemonnee dan de statistieken lieten zien", zegt Erken. "De hoge inflatie leidde tot paniek." De politiek nam maatregelen zoals de eenmalige energietoeslag van 380 euro voor iedereen. "Was dat nou echt nodig?", vraagt Erken zich af.
Het inflatiecijfer van oktober dit jaar lijkt juist zeer gunstig, maar Erken waarschuwt ervoor dat we niet achterover moeten leunen. "We houden nu minder over in onze portemonnee dan de statistiek doet vermoeden. Voedselprijzen liggen bijvoorbeeld weer bijna 10 procent hoger."
Van Mulligen valt hem bij: "Zaken worden nu niet opeens veel goedkoper. Maar de periode van heel sterke prijsstijgingen lijkt voorbij."
Inflatie is een weerspiegeling van een jaar eerder
Het maandelijkse inflatiecijfer zegt dus niet zoveel over de ruimte in je portemonnee. Het geeft aan hoe sterk de prijzen zijn gestegen, vergeleken met de prijzen van een jaar eerder.
Economen hadden de lage inflatie in het najaar al voorspeld, omdat de prijzen vorig jaar zo hard stegen. "Daar kom je niet makkelijk overheen", zegt Erken.
In november zal de inflatie weer stijgen, denkt de econoom. "Ik gok dat de inflatie in januari weer naar 4 procent gaat."