De 20 miljard euro uit het Nationaal Groeifonds is bedoeld voor projecten die bijdragen aan de economische groei op de lange termijn. Het geld ging tot dusver onder meer naar een Eindhovense chipfabrikant, de ontwikkeling van circulaire zonnepanelen en de bouw van schonere schepen.
Dat is heel wat anders dan de voorgestelde subsidie om brandstofprijzen tijdelijk lager te houden. Hoogleraar Transitiekunde Derk Loorbach van de Erasmus Universiteit Rotterdam noemt het "heel opportunistisch" om een hap te nemen uit het fonds, "om op korte termijn even door te kunnen feesten". De klimaattransitie vraagt om een lange adem die steeds wordt onderbroken door dit soort verkiezingsretoriek, vindt de hoogleraar.
"Het Groeifonds heeft een doel", zegt ook econoom Inge van den Bijgaart. "En dat is een ander doel dan het verlagen van de accijnzen. Het is aan de politiek om te kiezen wat belangrijker is: een lastenverlichting aan de pomp nu, of investeringen voor later. Tot op zekere hoogte is het een keuze tussen duurzaam en niet-duurzaam."
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, verantwoordelijk voor het Nationaal Groeifonds, spreekt van een "duivels dilemma". "Het fonds is in principe niet bedoeld voor accijnzen, maar we willen ook dat mensen naar hun werk kunnen", zegt een woordvoerder. Demissionair minister Micky Adriaansens hoopt dat er genoeg geld wordt gevonden uit andere bronnen die in de motie genoemd worden, zoals de opbrengsten van aardgas.
Volg dit onderwerp
Geld belandt grotendeels bij hogere inkomens
In de motie staat dat het accijnsvoorstel is gemotiveerd door het feit dat "mensen met een laag inkomen en middengroepen zich zorgen maken over hun vaste lasten en hun koopkracht". ING-econoom Marieke Blom zet al langer haar vraagtekens bij accijnsverlaging als doelmatig middel om deze groepen te helpen. "Zeker de helft van de 1,2 miljard euro komt terecht bij de hogere inkomensgroepen", zegt ze.
Als je Nederlanders in drie inkomensgroepen zou verdelen, gaat de groep met het meeste salaris er jaarlijks meer dan 300 euro op vooruit als de motie wordt aangenomen. De groep met het minste inkomen houdt er jaarlijks minder dan 100 euro aan over.
Daarom pleit Blom voor ander beleid als het de politiek echt te doen is om lage en middeninkomens te ondersteunen. "Als deze mensen minder belasting hoeven te betalen over hun inkomen, houden ze per maand meer over en kost het de overheid minder." Bovendien kunnen ze dan zelf kiezen waar ze het extra geld aan besteden.
Loorbach noemt de tijdelijke koopkrachtmaatregel "enorme verkiezingsretoriek". Hoge brandstofprijzen zijn volgens hem een bron van maatschappelijke onrust. Tegelijkertijd is deze fossiele subsidie ook een slecht idee volgens de hoogleraar, gezien de nationale discussie over het klimaat en de protesten op de A12.
NUjij: Uitgelichte reacties