Dat concludeert World Weather Attribution (WWA), een internationaal onderzoeksnetwerk waar ook het KNMI aan bijdraagt.
De onderzoekers lieten klimaatmodellen draaien in het oorspronkelijke (koelere) klimaat en het huidige (opgewarmde) klimaat. Zo kunnen ze de kans op het waargenomen weer vergelijken.
In de Libische stad Derna viel begin september in 24 uur tijd meer regen dan in Nederland gemiddeld in een half jaar. En dat op korte afstand van de Saharawoestijn.
Veroorzaker was een krachtig lagedrukgebied dat enkele dagen eerder Griekenland trof. De Grieken doopten het om tot storm Daniel.
Kans Libische watersnood vijftig keer groter geworden
Ten noorden van Athene viel in 24 uur tijd zelfs anderhalf keer de lokale jaarneerslag. Bij het overtrekken van Daniel liep de neerslag in delen van Griekenland op tot meer dan een meter, in enkele dagen tijd. De kans op zulk extreem weer is volgens WWA in Griekenland tien maal zo groot geworden door de mondiale opwarming.
De kans op de extreme regen die de Libische kuststrook trof, is volgens de studie zelfs vijftig keer zo groot geworden. Toch blijft het een uiterst zeldzame situatie, met een herhalingskans (als de opwarming niet verder toeneemt) van eens in de drie tot zes eeuwen.
WWA geeft ook een inschatting van hoeveel extra regen er in beide landen is gevallen. Storm Daniel bracht in Griekenland 40 procent en in Libië 50 procent meer regen dan wanneer een vergelijkbare storm zou zijn overgetrokken in het oorspronkelijke, koelere klimaat, blijkt uit modelberekeningen.
Volg de ramp in Libië
'Hitte Middellandse Zee onmogelijk zonder klimaatverandering'
De extreme regenval moet niet los worden gezien van de extreem hete zomer die eraan voorafging in het Middellandse Zeegebied, zegt Friederike Otto van Imperial College London. Zij is een van de auteurs van de studie.
In Zuid-Europa werd het op meerdere plaatsen 45 graden. In Marokko en Tunesië werden zelfs voor het eerst temperaturen boven de 50 graden genoteerd. Zonder de mondiale opwarming was de hitte in het Middellandse Zeegebied "praktisch onmogelijk" geweest, stelde WWA in juli op basis van soortgelijk onderzoek.
"De overstromingen volgen op een zomer vol verwoestende hittegolven en bosbranden met een zeer duidelijke vingerafdruk van klimaatverandering", zegt Otto, die ook betrokken was bij de hittestudie. Ze noemt het kwantificeren van de rol van klimaatverandering bij overstromingen lastiger dan bij hitte.
Duizenden doden door bezwijken stuwdammen
De schade van klimaatverandering wordt ook bepaald door andere zaken dan het weer, zoals onderhoud van infrastructuur. In Libië vielen vele duizenden doden door het bezwijken van stuwdammen die niet op zo'n watermassa berekend waren.
Als de dammen het wel hadden gehouden, zou het dodental veel kleiner zijn geweest. De lokale overheid had mensen van tevoren mensen wel gewaarschuwd voor de overvloedige neerslag en hen opgeroepen binnen te blijven.
De wereldgezondheidsorganisatie WHO berichtte zondag dat het officiële dodental in Libië is opgelopen naar zo'n vierduizend. Nog negenduizend mensen worden vermist.
De vrees is dat veel slachtoffers door water en modderstromen naar de zee zijn gespoeld. Het gaat om 's werelds dodelijkste overstromingsramp sinds orkaan Nargis in 2008 Myanmar trof.
Vorig jaar tienduizenden doden door sluipmoordenaar
Toch is de watersnood mogelijk niet de dodelijkste klimaatramp die het Middellandse Zeegebied deze zomer trof. Dat is meestal de sluipmoordenaar hitte. Zo bleek afgelopen juli dat in de zomer van vorig jaar in Europa meer dan 60.000 mensen zijn omgekomen als direct gevolg van hoge zomertemperaturen.
Volgens de studie in Nature Medicine vielen veruit de meeste hittedoden toen in het Middellandse Zeegebied. Voor Europa als geheel was 2022 de heetste zomer, maar in Zuid-Europa was de hitte van 2023 extremer. Daar zijn nog geen sterftecijfers van bekend.