De meest verrassende reden waarom Frankrijk en Italië nu ook Duitsland economisch aftroeven

Opvallend. Sinds enkele weken staan Duitse magazines en kranten vol over het Duitse economiedrama. Gezaghebbende tijdschriften en professoren vergelijken Duitsland met Gulliver die zoals in het sprookje met kleine touwen aan de grond genageld wordt door honderden lilliputters. De Teutonische reus is diegene die niet meer recht komt. De touwen staan symbool voor alle factoren die het ‘Wirstschaftswunder’ naar beneden trekken. Het is een lange lijst. Daarentegen doen andere Europese economieën het betrekkelijk goed, niet in het minst de Franse. Van een verrassing gesproken.

De cijfers zijn dan ook hallucinant. Om er maar een paar te noemen…. De economische groei zal landen op -0.3% in 2023. Ter vergelijking: Frankrijk zal groeien met 0.8% en de Italiaanse economie doet met 1.1% nog beter. Om nog maar te zwijgen van de Spaanse, die 2.5% groei noteert.

De directe investeringen in Duitsland crashten tussen 2022 en 2021 met 50.6%. Een nieuwe firma oprichten kost gemiddeld een hallucinante 120 dagen, 3 maal langer dan in bureaucratische bolwerken als Griekenland en Italië. Hier hebben we nog een hele lijst dramatische statistieken opgesomd.  

Ook de fiere Duitse auto-industrie kent een enorme dip. De Duitse autobouwers produceren vandaag 40% minder wagens in vergelijking met tien jaar geleden!

Wat is er aan de hand met het Deutsche ‘Wirtsschaftswunder’? Waarom is Duitsland opnieuw de ‘sick man of Europe”, een dubieuze titel die de Duitsers nog verdienden vlak voor de verregaande hervormingen in 2002 onder bondskanselier Gerhard Schröder? 

“Alle schaffen wachstum, wir nicht” 

De Duitse pers heeft de voorbije weken een hele litanie aan gebreken opgelijst, van het gezaghebbende Der Spiegel tot de zondagskrant Die Welt. Je kan geen economisch tijdschrift of website open doen of het gaat over de neergang van de Duitse economie. Redenen genoeg dan. Hier hun eigen top zes:

1. Een verrotte arbeidsmarkt

In 2014, ondanks het nijpende tekort aan gekwalificeerd personeel, mochten Duitsers op 63 met vervroegd pensioen. Daarnaast komen gekwalificeerde migranten niet graag naar Duitsland. Meer dan een miljoen verlieten vorig jaar het land.  

2. Een verstikkende bureaucratie

Kafka zou fier zijn op de Duitse ambtenarij. Duitsland heeft zich kapotgeregeld en bengelt dan ook in alle rangschikkingen achteraan. De ironie wil dat de huidige ‘Ampel’ coalitie – de stoplichtcoalitie – die bestaat uit de groenen, socialisten en de liberalen, nu een wet heeft uitgevaardigd om de bureaucratie te stoppen. Die wet zorgt ervoor dat er nog regels bijkomen.

3. Galopperende energieprijzen

De afhankelijkheid van Russisch gas maakte dat de fameuze ‘Deutsche Mittelstand ‘en al zeker de grote Duitse multinationals zeer nonchalant omgingen met energie. Iets waarvoor ze recent een hoge prijs hebben moeten betalen. Vandaag kost energie 250% meer dan in Frankrijk.

4. De globalisering die zich tegen hen keert

Verder worden de Chinezen ook op vlak van productie sterke tegenstanders. Vroeger waren de Duitsers exportkampioenen. Alhoewel dit nog niet helemaal weg is, zijn de Duitsers niet het enige gedisciplineerde volk. In Azië zijn er heel wat tijgers die even nauwgezet zijn en veel goedkoper.

5. Het gebrek aan digitalisering

We zijn in Europa al gewend dat we geen techkampioenen, maar Duitsland spant de kroon. Duitsers werken nog extreem veel offline. Voor alles heb je een papier nodig. En dat maakt nog dat ze geen techreuzen meer hebben met uitzondering van SAP en Zalando. 

6. Het gebrek aan politieke moed

Op de regering van Olaf Scholz, de huidige Duitse bondskanselier, rest ‘de vloek van Gerhard Schröder’. Die verloor in 2005 de verkiezingen, mede als gevolg van zijn gedurfde hervormingen van de arbeidsmarkt. Met de ‘wet Hartz’ slaagde hij erin de Duitse economie terug wakker te schudden. Hij betaalde dat succes wel cash met een verkiezingsnederlaag. Iets waar Scholz een heilige schrik voor heeft. Aanmodderen dan maar.

Frankrijk? Parbleu!

Dan is er het volgens velen sclerotische Frankrijk, het Franrijk van de ‘gilets jaunes’, waar de hele bevolking vindt dat 35 uur werken te lang is en dat zijn leiders met regelmaat uitspuwt. Dit Frankrijk doet het verrassend goed, niet alleen in de reële cijfers maar ook op de internationale scène. 

Internationale bedrijven zijn gebrand om te investeren bij onze zuiderburen. Grote factor is natuurlijk het star appeal van president Emmanuel Macron, die een uitstekende job heeft verricht tijdens zijn 2 mandaten. Iedereen wil met hem op de foto, van Mark Zuckerberg tot Bill Gates. Wat maakt dat multinationals en techbedrijven alsmaar meer investeren in Frankrijk.

In Noord-Frankrijk zijn het aantal sites die gigabatterijen produceert niet meer te tellen, van Duinkerke tot Douvrin. Bankgiganten zoals Morgan Stanley en chemieconcerns zoals Pfizer investeren nu in Parijs, na de pijnlijke exit uit Londen, dat zichzelf met Brexit in de voet heeft geschoten. De werkloosheidsgraad is gezakt tot 6.9%, de laagste in 15 jaar. En Frankrijk is nu de thuisbaas van meer dan 25 tech-unicorns, een belofte die Macron in 2019 maakte voor 2025. Dit doel werd al bereikt in 2022.

Dit zijn allemaal logische rationele redenen waarom Duitsland het zo slecht doet en Frankijk, en zelfs Italië, veel beter. Maar er is nog een veel diepgaandere reden.

Wo is die Kreativität?

De echte reden die bijna niemand aanhaalt is dat, in de economie van vandaag, het enige dat nog een echt verschil maakt creativiteit is én niet discipline.  Vandaag gaat alles snel en moet men over een versatiele groep werknemers beschikken, naast ondernemers die om kunnen met veel onzekere parameters. Dit zit echt niet in het DNA van de Duitsers. Gezaghebbend econoom Moritz Schularik zegt het nog wat straffer: “Wir sind Angsthasen geworden”.

De discipline van goed management is vandaag wijdverbreid. Miljoenen consultants voeren het hoge woord. Creativiteit is een soms wat moeilijk uit te leggen proces, dat maakt dat je de juiste mensen bij elkaar brengt en veel te maken heeft met een zekere ‘je ne sais quoi’. 

Nee, LVMH had niet kunnen ontstaan in Duitsland. Nee, Danone, met zijn briljante marketing, past niet bij het Duitse DNA, dat niet zo goed weet hoe het producten moet vermarkten. Al is net dat cruciaal in de huidige economie. Nu ze ook op hun sterktes, met name de productie van hoogwaardige halffabrikaten en machines worden aangevallen, wordt de situatie voor hen heel gevaarlijk.

Er is behoefte aan een nieuwe Gerhard Schröder, die niet zijn eigen vel wil redden, maar stappen durft te ondernemen om de bureaucratie te korfmuilen en het ondernemerschap terug centraal te zetten in het beleid, met een overheid die een lange termijnvisie heeft. “Es gibt noch viel zu tun.” (ddw)

Meer