In de lenteprognose ging de Commissie nog uit van 1,8 procent in 2023. Maar na een half jaar van hoge inflatie en lagere export stelde het bestuur de zomerprognose bij naar een groei van 0,5 procent voor Nederland.
Toch is het niet alleen kommer en kwel. De Commissie ziet dat de werkloosheid nog steeds laag is en dat de lonen aanzienlijk stijgen. Dat voorkomt dat consumenten in de tweede helft van het jaar nog minder uitgeven.
Ook zal de inflatie geleidelijk afnemen, verwacht het bestuur. Dit jaar zal de inflatie uitkomen op 4,7 procent, en in 2024 op 3,0 procent. Dat betekent dat de prijzen respectievelijk 4,7 en 3 procent hoger liggen dan een jaar eerder.
De Nederlandse groei trekt volgend jaar weer wat aan doordat de koopkracht deels herstelt en de export naar de belangrijkste handelspartners weer zal toenemen. De economie profiteert ook van overheidsinvesteringen in defensie en de overgang naar een duurzame economie, schat het dagelijks EU-bestuur in.
Duitse krimp trekt Europese economie omlaag
Nederland is niet het enige land waar de groeiverwachting voor dit jaar omlaag wordt geschroefd. De hele eurozone zal volgens de Commissie niet 1,1, maar 0,8 procent groeien. Dat komt vooral door zwaargewicht Duitsland, waar de economie dit jaar naar verwachting zelfs met 0,4 procent krimpt.
De Europese economische groei heeft te lijden onder de hoge inflatie én de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank die die inflatie moeten tegengaan, constateert de commissie. Hoge prijzen "eisen een grotere tol dan verwacht", maar bedrijven krijgen ook minder gemakkelijk krediet door de hoge rentes.