MISHANDELING

Nina werd als kind jarenlang expres ziek gemaakt door haar eigen moeder

'Nina Blom'
© Nienke Voetel
Van jongs af aan tobde Nina Blom met haar gezondheid. Als tiener kon ze niet meer lopen en was ze een psychisch wrak. Oorzaak van alle ellende bleek haar moeder te zijn. Zij maakte Nina expres ziek. “Het scheelde niet veel of ik was dood geweest.”
“Ik heet geen Nina. En ook geen Blom. Maar mijn echte naam kan ik vanwege mijn veiligheid niet noemen. Dat ik nog leef, heb ik te danken aan een kinderarts die op tijd heeft ingegrepen en mij door de politie liet weghalen uit mijn ouderlijk huis. Mijn moeder maakte mij jarenlang bewust ziek. Er waren meer slachtoffers in ons gezin, zelfs onze kat.

‘Kuttenkop’

Ik ben opgegroeid in het oosten van de regio Rijnmond. Voor de buitenwereld waren we een normaal gezin: vader, moeder en twee dochters. Mijn moeder wekte de indruk dat ze zorgzaam was en alles voor haar kinderen over had. Maar liefde heb ik weinig gekregen. Bij andere kinderen thuis was het veel gezelliger. Met kopjes thee en koekjes, en zo. Die sfeer ken ik niet. Mijn moeder had een schoonmaakfobie en liep altijd met een poetslap rond. We kregen weinig bezoek, want daar werd het huis maar smerig van. Moortje, de kat waar ik dol op was, mocht vaak niet in de vensterbank zitten, omdat hij met zijn neusje de ramen bevuilde.
Toen ik een kleuter was, werd mijn drie jaar oudere zus opgenomen in een ziekenhuis. Ze zou epilepsie hebben en was zestien maanden niet thuis. Ik miste haar verschrikkelijk, want we hadden het altijd leuk samen. Mijn moeder gaf mij de schuld van alles. ‘Jij bent te druk, daarom is je zus nu weg’, zei ze.
Nina als baby in het ziekenhuis, acht maanden oud.
© Privé
De eerste keer dat ik zelf in het ziekenhuis belandde, was ik acht maanden oud. ‘Ze kan geen voedsel binnenhouden’, beweerde mijn moeder. Maar hoe artsen me ook onderzochten, ze konden niets vinden. Ook in de jaren daarna ben ik van arts naar arts gesleept. In de spreekkamer moest ik me altijd ziek gedragen en zeggen dat ik pijn had. Als ik opgeruimd en vrolijk deed, werd mijn moeder boos. Dan maakte ze bij thuiskomst mijn speelgoed kapot. Of kreeg ik klappen.
Mijn vader werkte veel en greep niet in. De laatste jaren dat ik thuis woonde, ging hij zelfs mee in mijn moeders gedrag. Hij kon heel agressief zijn, vanuit het niets. Dan sloop hij door het huis en stond plots achter je. Hij noemde me ‘kuttenkop’ en heeft hete koffie over me heen gegooid.

Rolstoel

Ik was een heel leergierig kind, maar werd vaak thuisgehouden van school. Daardoor liep ik een achterstand op en ging altijd nipt over. Op mijn negende zat ik in een rolstoel, omdat mijn moeder beweerde dat ik niet meer kon lopen. Ik durfde haar – geïndoctrineerd als ik was - niet tegen te spreken. Op mijn dertiende bond ze me met zwachtels om mijn armen en benen vast op bed. Daardoor verslapten al mijn spieren.
Als ik protesteerde, smoorde ze me met een kussen. Op een keer sloeg ze met haar trouwring mijn voortand kapot. Ik riep: ‘Wat heb je nou gedaan?’ Waarop zij krijste: ‘Als iemand vraagt hoe het komt, moet je zeggen dat je bent gevallen.’ Ze dwong me altijd om te liegen en de schone schijn op te houden.
Nina in een rolstoel, met zwachtels om.
© Privé
Mijn moeder was huisvrouw, maar had ooit een opleiding gedaan voor verpleegkundige. Ik heb me verdiept in de achtergrond van mensen die zich schuldig maken aan deze vorm van kindermishandeling en wat blijkt uit onderzoek, gedaan in Amerika? Dat 45 procent een baan heeft in de zorg. Een absurd hoog percentage. Het gaat niet alleen om verpleegkundigen, maar ook artsen die gemakkelijk aan medicijnen kunnen komen. Dat maakt de stoornis enorm gevaarlijk.

21 soorten medicijnen

Dat het zo lang heeft geduurd voordat iemand vermoedde dat er iets niet in de haak was bij ons thuis komt doordat mijn moeder van dokter naar dokter hopte. Zodra ze voelde dat er twijfel ontstond, verbrak ze het contact en klopte ergens anders aan. Medische dossiers zaten in die tijd nauwelijks aan elkaar gekoppeld. Bovendien was ze een uitstekende actrice.
Het ging steeds slechter met mij. Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch. ‘Een hond hadden we al lang laten afmaken’, zei mijn vader.
Nina
Een arts, voor wie ik het pseudoniem dokter Vrienten heb bedacht, werd mijn redding. Hij was een echte vriend en de eerste die doorhad hoe de situatie werkelijk in elkaar stak. Ik was toen veertien, kwam mijn bed niet meer uit en kreeg maagbloedingen door weinig eten en heel veel pillen. Ik lag met een katheter en neussonde onder de lakens.
Het ging steeds slechter met mij. Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch. ‘Een hond hadden we al lang laten afmaken’, zei mijn vader. ‘Doelt u op euthanasie?’, vroeg dokter Vrienten. ‘Ja’, antwoordde mijn vader.
De dag erop ben ik door de politie weggehaald uit onze flat. Dankzij dokter Vrienten, die voor altijd mijn held is. Mijn moeder moest direct alle doosjes met pillen inleveren, die ze mij gegeven had. Dat bleken maar liefst 21 soorten medicijnen te zijn. Vele jaren later ben ik erachter gekomen dat er ook pillen bij zaten die gebruikt worden bij euthanasie. Het scheelde weinig of ik was er niet meer geweest. Hoe mijn moeder aan de medicijnen kwam, is voor mij nog altijd een raadsel. Ik heb geprobeerd om het uit te zoeken, maar dat is niet gelukt.

Beste maatje

Nadat ik uit huis was weggehaald, heb ik tien maanden in het ziekenhuis gelegen om te herstellen. Ik was helemaal ‘op’ en moest opnieuw leren lopen. Met mijn spieren bleek niets aan de hand. Die waren alleen maar ernstig verzwakt. Tijdens eerdere opnames waren artsen en verpleegkundigen best vaak bot tegen me geweest, omdat ze dachten dat ik een aanstelster was. Maar nu waren ze allemaal bezorgd en lief.
Nina na de uithuisplaatsing in het ziekenhuis
© Privé
Toen ik weer genoeg op kracht gekomen was, ben ik in een leefgroep voor jongeren gaan wonen. In Rotterdam. Het was een bijzondere tijd. Ik wist helemaal niet meer wie ik was en moest mijn identiteit opnieuw uitvinden. Ja, echt. Ik experimenteerde als een malle. De ene keer liep ik rond als een hippie, dan weer als een soort punker. Af en toe stak ik een blowtje op. En ik werd smoorverliefd. Op een jongen in de leefgroep.
Al met al ging het best goed. Ik kon alleen moeilijk praten over de tijd die achter me lag. Ik zat compleet op slot. Een psycholoog raadde me aan te gaan schrijven. ‘Er is zoveel met jou gebeurd, leg het vast’, zei hij. Aan mijn boek Jij bent een verschrikkelijk kind – de titel is een quote van mijn moeder - heb ik uiteindelijk 21 jaar gewerkt.
In het begin kon ik moeilijk de juiste woorden vinden, omdat ik door gebrek aan onderwijs een taalachterstand had opgelopen. Maar uiteindelijk ging het schrijven steeds beter. Ik heb ook veel research gedaan en al mijn medische dossiers opgevraagd.
Het boek is opgedragen aan Moortje de kat. Hij was mijn beste maatje in de meest donkere en uitzichtloze periode van mijn leven. Mijn ouders hebben hem een spuitje laten geven. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet nodig was. Schrijf vooral op dat ook huisdieren het slachtoffer kunnen zijn.

Leugens

Inmiddels is er ook een stripverhaal verschenen over mijn bizarre jeugd. Die graphic novel is vooral voor jongeren gemaakt. De titel is hard: Jij gaat dood. Dat is waar mijn ouders op zeker moment in geloofden. En ik zelf ook.
Op de cover van het stripboek zie je een angstig kind in een achtbaan. Dat ben ik. Wat er met mij is gebeurd, kun je vergelijken met een rit in een rollercoaster. Ik wilde niet in het karretje, maar de beugels werden vastgeklikt en ik kon er niet meer uit.
De cover van het stripboek
© Privé
Toen mijn moeder 42 jaar was, was ze al vijftig keer voor behandeling in het ziekenhuis geweest. In 2016 is ze overleden. Ik denk dat ze niet alleen mij en Moortje, maar ook zichzelf ziek heeft gemaakt. Zeker weten doe ik dat niet. Toen ze stierf, had ik al een tijd geen contact meer met haar.
Als ik me verdiep in haar achtergrond dan weet ik dat ze niet uit een warm nest kwam. En vermoedelijk een trauma heeft opgelopen. Maar dat vind ik geen excuus om je kinderen iets verschrikkelijks aan te doen. Het is hooguit een verklaring.
Mijn zus en mijn vader zijn er nog. Mijn zus verwerkt alles op een heel andere manier en treedt niet naar voren in de media. Dat verschil staat tussen ons in. Mijn vader heeft nadat ons contact verbroken was een privédetective ingehuurd en stond opeens bij me op de stoep. Hij beweerde dat ik alleen maar leugens verkondigde.
Ik heb er lang over gedaan om mensen weer echt te vertrouwen.
Nina
Ik ben nog steeds op mijn hoede voor hem en laat graag in het midden waar ik nu woon. Dat ik alleen interviews geef als 'Nina Blom', heeft met respect voor mijn vader en mijn zus te maken. Een gefingeerde achternaam is voor hen een soort bescherming.

Levens redden

Wat er met mij gebeurd is, heeft nog altijd vergaande gevolgen. Ik heb een opleiding aan de kunstacademie gedaan, maar ben niet in staat om betaald werk te doen. Ik ben afgekeurd en zit in de WAO. Dat vind ik moeilijk om te accepteren.
Stress kan ik niet aan. Als ik te veel onder druk sta, slaat dat ook direct terug op mijn darmen. Vroeger beweerde mijn moeder dat ik de ziekte van Crohn had. Dat was destijds niet zo. Maar inmiddels heb ik die darmziekte wel onder de leden. Ik beeld me weleens in dat mijn moeder daar boven glunderend in haar handen zit te wrijven. Zo van: ‘Zie je wel? Zie je wel?’
Ik ben nu 48 en heb er lang over gedaan om mensen weer echt te vertrouwen. Af en toe worstel ik daar nog steeds mee. Maar ik heb goede vrienden en ben gelukkig in de liefde. Ik heb al 22 jaar dezelfde partner. We zijn net terug van vakantie. Drie weken Texel. Heerlijk!
"Ik heb goede vrienden en ben gelukkig in de liefde"
© Joris Buijs
Toen we weer thuis waren, zat mijn mailbox propvol. Door mijn boeken en de interviews die ik soms geef, krijg ik veel berichten van lotgenoten en bezorgde omstanders. Als iemand vermoedt dat er iets niet klopt in een gezin, adviseer ik altijd: schakel een vertrouwensarts van Veilig Thuis in en spreek vooral de familie er zelf niet op aan. Want dan krijg je alleen maar met leugens en bedrog te maken.
Gemiddeld een keer per week geef ik een lezing. Aan artsen, politiemensen, kinderrechters, noem maar op. Ik zie het als mijn missie om hen alerter te maken op verdachte situaties. Op die manier kan ik hopelijk levens redden en is alles wat ik heb meegemaakt niet voor niets geweest.”
Het gedrag van Nina's moeder heette vroeger Münchhausen-by-proxy. Sinds kort is er een andere term voor: Kindermishandeling door Falsificatie (KMdF). Het is een ernstige vorm van kindermishandeling, waarbij de pleger psychische, sociale of lichamelijke afwijkingen verzint, verergert of daadwerkelijk toebrengt. Vaak gebeurt het door de biologische moeder, maar de pleger kan ook de vader of een andere verzorger zijn. Niet alleen kinderen zijn slachtoffer. Ook huisdieren of ouderen kunnen dat zijn. De pleger probeert met het gedrag om zelf aandacht te krijgen. Soms gaat dit zo ver dat slachtoffers overlijden. KmdF gaat regelmatig gepaard met persoonlijkheidsstoornissen als borderline.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl