Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Onderzoek: neuspeuteraar vaker besmet met coronavirus

Voor het eerst hebben onderzoekers aanwijzingen gevonden dat het coronavirus zich wel degelijk ook via handen en vingers kan verspreiden. Zorgmedewerkers die regelmatig in hun neus peuteren, blijken tijdens de beginfase van de coronacrisis haast drie keer zo vaak corona te hebben gekregen.

Neuspeuteraar loopt meer risico op corona, volgens Amsterdams onderzoek.Beeld Getty Images/iStockphoto

Dat blijkt uit Amsterdams onderzoek, deze maand in vakblad Plos One, en zou betekenen dat hygiënemaatregelen zoals handen wassen, geen hand geven en contactoppervlaktes schoonmaken wel degelijk zin hebben gehad. Een andere, net verschenen analyse uit Engeland laat ook zien dat in huishoudens waar veel virus op handen en deurkrukken zit, de kans op besmetting hoger is.

De maatregel om de handen ‘stuk te wassen’ en zaken zoals deurklinken en winkelwagentjes te reinigen, was een van de eerste aanbevelingen die het Outbreak Management Team deed, ingegeven door het draaiboek voor grieppandemieën. Gaandeweg groeide echter internationaal de kritiek. Hygiëne is dan wel belangrijk tegen bacteriën en bij buikvirussen, maar voor het luchtwegvirus sars-cov-2 zou men de overdracht via handen en voorwerpen ‘overdrijven’, aldus onder meer een invloedrijk stuk in artsenblad The Lancet Infectious Diseases.

Over de auteur
Maarten Keulemans is wetenschapsredacteur bij de Volkskrant, met als specialismen microleven, klimaat, archeologie en gentech. Voor zijn coronaverslaggeving werd hij uitgeroepen tot journalist van het jaar.

Maar arts-onderzoeker Ayesha Lavell en collega’s van het Amsterdam UMC vinden zo’n verband tussen aanraking en besmetting nu alsnog, door 219 Nederlandse ziekenhuismedewerkers te bevragen. Van de zorgwerkers die bekenden dat ze wel eens in hun neus peuteren, kreeg in de eerste fase van de pandemie 17 procent covid. Bij wie dat nooit zei te doen, was dat maar 6 procent.

‘Het lijkt ook gewoon logisch. Als je je vinger in je neus stopt met virus erop, kun je best bedenken dat er kans is dat het virus je besmet’, zegt Lavell. Een andere mogelijkheid is dat neuspeuteraars hun neusslijmvlies beschadigen. ‘Misschien introduceer je zo een gemakkelijkere ingang voor het virus, ook als dat bijvoorbeeld via de lucht in je neus komt.’

Nagelbijten

‘Erg opvallend’ vindt Lavell een andere bevinding. Wie op zijn nagels bijt, had géén verhoogd risico op corona. ‘Aanvankelijk vonden we dat vreemd. Totdat we beseften dat er eiwitten in speeksel zitten die mogelijk beschermen tegen infectie met het virus’.

Overigens blijft de hoofdroute van besmettingen verspreiding door de lucht, benadrukken de Amsterdammers. ‘Maar ik denk dat de gedachte dat het virus zich daarnaast af en toe ook kan verspreiden via handen, nog steeds houdbaar is’, zegt Lavell. Ze wijst onder meer op een klassiek experiment uit de jaren zeventig, waarbij elf vrijwilligers plechtig de vinger in eigen neus staken om te kijken of ze zichzelf konden besmetten met verkoudheidsvirus. Vier van hen lukte dat.

Zoektocht

‘Dit is een beetje een zoektocht’, zegt hoogleraar medische microbiologie Heiman Wertheim (Radboud UMC), die ooit de overdracht van stafylokokbacteriën bij neuspeuteraars onderzocht. ‘Maar samen met die Britse studie denk ik wel dat er een signaal is dat dit soort overdrachtsroutes een rol kunnen spelen. Iedereen is het erover eens dat besmetting via de lucht de belangrijkste route is. Maar je kunt niet uitsluiten dat het af en toe toch via de handen gaat.’

In Londen bestudeerden wetenschappers in detail hoe het virus rondging in 279 huishoudens waar iemand corona had gekregen. In huishoudens waar men ook veel virus aantrof op deurkrukken, handvaten en op handen van de gezinsleden, bleken 70 procent méér gezinsleden besmet te raken. Alweer geen keihard bewijs, maar toch weer een aanwijzing erbij, vindt Wertheim.

Nieuwe variant

Overigens is het de vraag in hoeverre corona zich anno 2023 nog steeds via handen kan verspreiden, merkt Wertheim op. Nu nagenoeg alle mensen enige immuniteit hebben opgebouwd, door vaccinatie of het virus zelf, is er waarschijnlijk meer virus nodig om besmet te raken.

Daar staat tegenover dat het virus zelf ook verandert. De nieuwste verschijningsvorm van omikron, een subvariant genaamd EG.5, glipt weer wat makkelijker langs de afweer dan eerdere versies van het virus. Volgens de WHO, die de variant onlangs officieel erkende, zijn er overigens geen aanwijzingen dat de nieuwkomer anders of ernstiger ziekmaakt dan eerdere omikronvarianten.