• Simoens is stellig: “Als je de rollen zou omdraaien en het zouden de Russen zijn die dit offensief voerden, dan zouden we daar waarschijnlijk heel veel kritiek op hebben. Dan zouden we zeggen dat ze er niet door raken, dat ze maar met hun hoofd tegen de muur blijven lopen en dat ze geen terreinwinst boeken. Dat het onhoudbaar is. Net zoals we dat zeiden rond het Russische offensief bij Bachmoet in de winter.”
• “Bij dit Oekraïense offensief hebben we drie assen en een grote voorspelbaarheid. We moeten hopen dat de Oekraïense wiskundige aanpak werkt. Meer artillerie, logistiek en vijandelijke eenheden vernietigen dan de Russen. Op die manier gaat Rusland op een bepaald ogenblik uitgeput raken. Dat zal Oekraïne dan toelaten om de bewegingsoorlog te hernemen.”

Slechte wiskunde

• “De mate waarin Rusland zijn reserves aan het opgebruiken is, dat is een grote vraag. Aan de andere kant moet je ook stilaan de vraag stellen in welke mate Oekraïne ook niet zijn reserves aan het opgebruiken is. Bijvoorbeeld door het verschijnen van de Marders-voertuigen en vooral de Strikers. Dat wil zeggen dat er aan Oekraïense zijde een nieuwe westers getrainde brigade in de strijd is geworpen. En we zijn nog bezig met die eerste, moeilijkste doorbraakfase.”
• “Het is heel vaak slechte wiskunde. Men overdrijft als het gaat over Russische verliezen”, aldus Simoens. “Als men een impact ziet op een Russisch artilleriestuk, wordt dat heel snel vernietigd verklaard. Terwijl je leest dat een Oekraïense M109-houwitser perfect hersteld kan worden als er een Russische kamikazedrone op inslaat. Men gaat die cijfers wat opsmukken. De verliezen zijn aan beide zijden aanzienlijk.”

(ns)