Ongeveer een half miljoen Nederlanders maken gebruik van stadsverwarming. Hierbij kan veel restwarmte worden gebruikt. Huishoudens kunnen voor stadsverwarming geen energieleverancier kiezen.
Dat je niet kunt overstappen, betekent dat je ook geen lagere prijzen elders kunt kiezen. Daarom wil de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ervoor zorgen dat prijzen niet te hard oplopen.
De toezichthouder stelt al eens per jaar een maximumtarief voor stadsverwarming vast. Die baseert de ACM op de marktprijzen voor gas.
Maar vorig jaar werd duidelijk dat de leverancier bij een plotselinge stijging van de gasprijzen niet meteen veel hogere inkoopkosten hoeft te hebben. Als zo'n bedrijf de consumentenprijzen dan wel met de marktprijzen mee verhoogt, zou er een onredelijk hoge winst kunnen ontstaan.
Via een nieuwe beleidsregel wil de ACM "meer dan redelijke winsten" op stadswarmte tegengaan. Leveranciers van stadsverwarming mogen 4,7 procent rendement maken. Als de ACM ontdekt dat het rendement hoger was, moet het bedrijf dat in de tarieven voor het jaar erop teruggeven aan klanten.