Heb je ze ook gezien? Overal bramen. Het succes van de stekelige struik is meer dan signaal voor stikstoftoename

Boswachter Lysander van Oossanen tussen de woekerende bramenstruiken.

Boswachter Lysander van Oossanen tussen de woekerende bramenstruiken. Foto: Wilbert Bijzitter

Hij geldt als hét symbool voor de verslechtering van de natuur, maar daar kan hij zelf ook niks aan doen. De braam rukt op, maar niet (alleen) dankzij stikstof. Ecologen pleiten voor eerherstel voor deze stekelige bos- en bermbewoner die deze zomer uitzonderlijk veel vruchten draagt.

De lekkerste laten zich het lastigst plukken. Hoog boven de grond hangen ze, glanzend donkerpaars, zwart haast en bijna barstend van het zoete sap. Zo voor het grijpen, ware het niet dat ze worden ‘bewaakt’ door een indrukwekkend web van doornige takken. Iedere liefhebber weet: wie van vers geplukte bramen wil genieten, moet niet kijken op een schrammetje.

Tweehonderd soorten

Maakt u kennis met de Rubus . Althans, dat is de familienaam. En de argeloze plukker zal er niet bij stil staan, maar die familie is even wijdvertakt als de plant zelf. Meer dan zeshonderd bramensoorten zijn er wereldwijd waarvan alleen al ruim tweehonderd in Nederland. Met luisterrijke namen als de fijne muisbraam, de slangwoudbraam of de egelschuilbraam.

Met de brandnetel geldt de braam als de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn, maar dan voor de natuur. Een waarschuwing dat het de verkeerde kant op gaat met de verstoring van de natuur door oplopende stikstofconcentraties en verzuring van de bodem. Waar deze twee floreren is de bodem uit balans en moet dus worden ingegrepen, is de algemene opvatting in het milieudebat.

En dat ze floreren, zien noordelijke boswachters iedere dag om zich heen. Jaap Kloosterhuis, die voor Staatsbosbeheer waakt over een immens werkgebied van Lauwersmeer tot het Groninger Hogeland, ziet de braam oprukken. ,,Een paar weken geleden waren we bij Ten Boer. Daar hebben we nu in het Ten Boersterbos een plek aangewezen voor een hondenveldje voor het dorp. Oorspronkelijk was dat een open veld met gras, maar daar bleken de bramen nu tot wel vier meter hoog te staan. Compleet overwoekerd. Dat moeten we echt terugwinnen op de braam.’‘

Vrijhouden wandelpaden

,,De ‘verbraming’ van de natuur zet al decennialang door’‘, weet Kloosterhuis. ,,Dat krijgen we ook terug van de vrijwilligers die helpen met het vrijhouden van de wandelpaden in veel van onze gebieden. Dat was altijd een kwestie van de elektrische heggenschaar langs de overhangende begroeiing halen, en klaar. Maar nu horen we vaak van vrijwilligers dat het snoeien steeds lastiger wordt, want ‘we komen niet door de bramen heen’.’‘

Dat beeld herkent Kloosterhuis’ collega Lysander van Oossanen in Zuidwest-Drenthe. Ook daar woekert de braam, zegt de publieksboswachter voor het Drents-Friese Wold. ,,Op veel plekken is dat van harte welkom, maar het wordt anders als ze bijvoorbeeld kleine heideveldjes gaan koloniseren. Dat zien we in toenemende mate. Als je niet oppast, is in een paar jaar tijd de heide volledig verdrongen. Bramen zetten groeischeuten van wel twee meter. Als die de grond raken, schieten ze wortel. Dan gaat het hard. Het is heel lastig dat binnen de perken te houden.’’

Toch zijn beide boswachters terughoudend met de snoeischaar. ,,Veel mensen zien de braam als een indicator voor de toenemende verzuring door de veelbesproken stikstofproblematiek’’, beseft Kloosterhuis. ,,Maar ik zit niet in het anti-braamkamp. Om het op zijn Cruyffiaans te zeggen: elk nadeel heeft z’n voordeel. Braamstruiken zijn ook geweldige schuil- en rustplaatsen voor vogels en kleine zoogdieren. En ze zijn een rijke bron van voedsel, van de bessen tot de insecten die er tijdens de bloei op afkomen.’‘

Veel diersoorten

Ook Van Oossanen ziet meer voor- dan nadelen. ,,Braamstruweel heeft een heel belangrijke rol voor heel veel dieren. Dus zolang het niet ten koste gaat van andere soorten, is er geen reden ze actief te bestrijden.’’ Dat kan Kloosterhuis volmondig onderschrijven. Ook rond het Lauwersmeer en op het Hogeland gaat de schaar niet zomaar in de braam, zoals wel gebeurd met de Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw.

,,Maar dat zijn invasieve exoten die inheemse planten kunnen verdringen als je ze vrij spel geeft’’, verduidelijkt Kloosterhuis. ,,Veel mensen krijgen een rood waas voor de ogen als het gaat over exoten. Maar de braam komt hier gewoon van nature voor, hoor. Je moet het wel serieus nemen en zorgen dat ze niet ten koste gaan van andere soorten. Maar zolang het min of meer in balans blijft, zie ik geen groot probleem.’‘

Het is ook de omgekeerde wereld om de braam als brenger van slecht stikstofnieuws een kopje kleiner te maken, zegt ecoloog Rienk Jan Bijlsma. De Wageningse onderzoeker geldt samen met zijn collega Rense Haveman als dé autoriteit op bramengebied in Nederland. Haveman studeerde er zelfs op af, samen schreven ze een diepgravende studie en ze geven ‘veldwerkplaatsen’ voor natuurbeheerder over oorzaken en gevolgen van ‘braamdominantie’ en wat er aan valt te doen als dat echt een probleem wordt.

Rehabilitatie

Het wordt tijd voor eerherstel, vindt Bijlsma. ,,De braam heeft altijd al een slechte naam gehad. Wij kwamen in onze studie publicaties uit de achttiende eeuw tegen waarin bosbeheerders meldden dat ze afzagen van een herbebossingsplan omdat daar geen beginnen aan zou zijn door het woekerend braamstruweel. Maar over de enorme waarde voor de natuur, lees je zelden. Toen niet, en nu niet. Dat is onze belangrijkste boodschap: wij pleiten voor rehabilitatie van de braam.’’

De struik mag ogenschijnlijk floreren op stikstofrijke grond, maar dat betekent niet dat ze zelf bijdraagt aan de verzuring, zegt de Wageningse braamdeskundige. Sterker: op dat hele vermeende verband met stikstof valt nog wel wat af te dingen. ,,Dat verband is er niet tot nauwelijks’’, zegt Bijlsma. ,,Op die ruim tweehonderd ondersoorten zijn er maar twee waarvan we weten dat ze positief reageren op hoge stikstofwaarden, vooral . Of dat nou per se zo’n probleem is, betwijfel ik.’’

Focussen op braam en brandnetel leidt ook af van de échte stikstofproblematiek en maatregelen die wel kunnen helpen om de verzuring en de schadelijke natuureffecten te remmen. Het is slechts symptoombestrijding, vindt Bijlsma. ,,Natuurbeheerders hebben de impuls meteen in te grijpen, maar wij zijn tegen het verwijderen van braamstruweel. Daarmee doe je de natuur meer kwaad dan goed.’’

Verdroging

Waar die onmiskenbare opmars dan wel vandaan komt als het niet met stikstof te maken heeft? ,,Die ‘verbraming’ is in de allereerste plaats het gevolg van de verdroging van de bodem’’, stelt Bijlsma. ,,Overal waar de braam nu oprukt, of het nu Drenthe, Twente of de Achterhoek is, lag oorspronkelijk vooral venige grond of beekdalen. Dat is door ruilverkaveling en verlaging van de grondwaterstand steeds verder verdroogd.’’

En als het gaat om die relatie met stikstof is de situatie juist omgekeerd aan de algemene opvatting, zegt de onderzoeker. ,,Waar veel bramen groeien, is de bodem veel mínder stikstofrijk. Terwijl je bramen juist minder tegenkomt op de lichte zandgronden waar de stikstofconcentraties veel hoger zijn doordat het daar gemakkelijker naar de bodem uitspoelt.’’

Dat zien Bijlsma en zijn collega’s bijvoorbeeld op de Veluwe en in Drenthe onder meer op het Dwingelderveld. ,,Op de heide is het nu doodstil. Je hoort er geen insect of vogel meer. De eikenbladeren en struikhei waar de rupsen van leven, zitten zo vol stikstof dat ze nauwelijks nog andere essentiële voedingsstoffen meer bevatten. We genieten nu van die prachtige paarse hei, maar eigenlijk is vanuit de biodiversiteit een woestijn geworden. Dáár ligt het échte stikstofprobleem.’’

Topoogst

Ondertussen hangt er voor de liefhebber deze zomer een top-bramenoogst in de struiken. ,,Als je jam wilt maken is het een goed jaar’’, ziet Van Oossanen. Vorig jaar was juist heel slecht. Dat is een kwestie van de juiste temperatuur en de juiste neerslag op het juiste moment. Niet te kou in de bloeiperiode vanaf mei, voldoende regen om de vruchten te laten groeien en genoeg zomerzon om ze te laten rijpen.

Plukkers zijn welkom in de boswachterijen van Staatsbosbeer. ,,Nú moet je erbij zijn’’, zegt Van Oossanen wervend. Alhoewel: het moet wel een beetje binnen de perken blijven. ,,Doe het wel met oog voor de omgeving. Laat ook nog wat hangen voor de ‘anderen’, niet alleen de mensen maar ook de dieren. En check goed van tevoren of er geen nesten in de struik zitten. Mensen denken altijd dat het broedseizoen na het voorjaar over is. Maar veel soorten beginnen in de zomer nog aan een tweede of derde leg.’’

Nog een tip van collega-boswachter Kloosterhuis: ,,Pluk alleen vanaf heuphoogte. Met alles wat lager hangt, loop je het risico dat er een vos of een kat overheen heeft geplast en dan kun je besmet raken met de vossenlintworm. Een vos moet wel heel erg z’n best doen om hoger dan heuphoogte te komen. Dus als je die veiligheidsmarge aanhoudt is er niks aan de hand.’‘

Emmers vol is stroperij

Zolang het bij een paar bakjes of een emmertje blijft, doet de boswachter niet moeilijk. ,,Mits het voor eigen gebruik is, zullen wij er niks van zeggen’’, zegt Kloosterhuis. ,,Al moeten mensen natuurlijk geen driehonderd meter van de paden gaan zoeken want dan kunnen ze rustende dieren verstoren. En we staan ook niet te applaudisseren als ze met emmers vol tegelijk naar huis gaan. Sterker, dat geldt als lichte stroperij en is dus strafbaar.’‘

'Het lekkerst zijn ze zó van de struik, nog warm van de zon'

Hij kijkt er iedere zomer weer naar uit. Chefkok Benjamin Vandenberg kan geïnspireerd raken van de braam. ,,Het allerlekkerst zijn ze als ze zó van de struik komen na een mooie zomerdag. ‘ Sunkissed ’, nog warm van de zon bij wijze van spreken. Dat zoete, warme sap als je er op bijt. Heerlijk!’’

In zijn restaurant The Black Tie in Assen heeft de 36-jarige kok de braam deze zomer (nog) niet op het menu staan. Maar dat kan veranderen, want Vandenberg is een enthousiaste wildplukker die graag werkt met ingrediënten uit de natuur. ,,Of ik fan van de braam ben? Ik ben fan van alles wat de natuur te bieden heeft.’’


Vorig jaar zomer was hij erg tevreden over het dessert dat hij componeerde van bramen met basilicum en passievrucht. ,,Dat zure en zoete van het fruit en het kruidige van de basilicum. Fris maar ook aromatisch, alsof je even terug op vakantie bent in Italië.’’

,,Maar bramen kun je niet alleen in desserts gebruiken, ze zijn ook lekker in hartige combinaties. Bijvoorbeeld in sauzen bij wild of gevogelte. Daarvoor draai ik vaak een pureetje van bramen, die kun je goed invriezen om later in de keuken te gebruiken.’’

,,Liefst zou ik elke dag het bos ingaan om ingrediënten te zoeken’’, zegt Vandenberg. Hij groeide op in Assen, dús zat het er al vroeg in. In de bossen rond de Drentse hoofdstad is hij nog regelmatig te vinden. Hij vindt er paddenstoelen, kruiden en vruchten.

,,Het komt er helaas niet zo vaak meer van want sinds de coronatijd sta ik alleen in de keuken. Dan blijft er niet veel tijd over. Maar gelukkig heb ik een hond die ik uit kan laten. Dat is een goed excuus om af en toe toch even rond te snuffelen. Als je weet waar en wat je moet zoeken, en vooral hoe – zonder de natuur te verstoren – is er zo veel prachtigs te vinden.’’