Somberheid over laatste verkiezingsuitslag in Zuid-Holland

Foto ter illustratie
© ANP
REGIO - Inwoners van de regio zijn minder positief over de afgelopen verkiezingen dan veel kiezers in de rest van het land. Dat is een van de opvallendste conclusies in een onderzoek van Kieskompas in opdracht van Omroep West en de NOS. Verder valt op dat inwoners een stuk optimistischer zijn over hun eigen leven dan over situaties verder van hun bed.
Van de ondervraagden in het onderzoek zegt slechts een derde een positieve emotie zoals hoop, blijdschap of tevredenheid te voelen, als zij terugdenken aan de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen in maart. Een kwart voelt vooral negatieve emoties als boosheid en frustratie. Nog eens dertig procent is bezorgd. In veel andere provincies zijn kiezers een stuk vrolijker gestemd over de verkiezingsuitslag. Zo is landelijk gemiddeld veertig procent positief, en in Drenthe, Overijssel en Zeeland bijna de helft.
Het verminderde optimisme zit hem waarschijnlijk in de grote, landelijke winst van de BoerBurgerBeweging (BBB). Zuid-Holland is een van de provincies waar BBB de minste stemmen kreeg, al werd de partij ook hier grootste. Het enthousiasme over de uitslag is ook lager in andere provincies waar de partij minder fors won, zoals Noord-Holland en Utrecht.
In het onderzoek peilde Kieskompas onder 5.000 deelnemers aan de Omroep West-stemwijzer hoe zij terugkeken op de Provinciale Statenverkiezingen van maart, hoe het gesteld is met hun vertrouwen in de politiek en hoe zij aankijken tegen de samenleving anno 2023. Allemaal wonen zij in één van de 27 gemeenten in het noorden van Zuid-Holland die deel zijn van het uitzendgebied van Omroep West.
Binnen de regio denkt men wel verschillend over de uitslag. Ouderen en praktisch- en middel-opgeleiden zijn gemiddeld positiever dan jongeren en theoretisch opgeleiden. In mindere mate is dit ook landelijk zichtbaar.
Over veel andere onderwerpen denken regiobewoners hetzelfde als de gemiddelde Nederlander. Zo hebben ze een even matig vertrouwen in de Nederlandse instituties (2,9 op een schaal van 1 tot 5), waarbij vooral wantrouwen in de landelijke overheid een rol speelt. Tevens ervaren ze vrij veel polarisatie (3,6 op dezelfde schaal).

Weinig connectie met streek

Regiobewoners wijken nog wel af van de rest van het land in de verbondenheid die ze voelen met de streek en provincie waarin ze wonen. Bekend was al dat de Zuid-Hollandse identiteit een zwakke is, maar nieuw is dat regiobewoners ook weinig connectie voelen met hun streekgenoten. Slechts iets meer dan een derde is het (helemaal) eens met de stelling: 'Ik voel me verbonden met de mensen in mijn regio/streek.' Landelijk is dit bijna de helft.
De meeste verbondenheid voelen regiobewoners met de buren in hun straat, al is dit nog steeds minder dan het landelijk gemiddelde. Opmerkelijk is dat men zich vaak meer verbonden voelt met Nederlanders in het algemeen, dan met mensen verderop in de buurt. Dit hangt mogelijk samen met de sterke verstedelijking van de regio.
Wat ook meespeelt is dat regiobewoners een sterkere connectie voelen met Nederland dan inwoners van andere provincies - en dan vooral de provincies buiten de Randstad. Tegenover dit sterkere nationaliteitsgevoel staat nog wel iets bijzonders: bijna driekwart van de regiobewoners vindt dat het, over het algemeen, de verkeerde kant op gaat met Nederland. Over de provincie en hun streek zijn ze juist weer wat positiever.
Een meerderheid van de regiobewoners is positief over hoe het gaat met hun buurt, maar het meest optimistisch zijn ze over hun eigen situatie. Bijna zestig procent vindt dat deze de goede kant op gaat, en gemiddeld geven regiobewoners hun leven een 7,2.

Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht

Kortom: hoe verder van huis, hoe slechter mensen vinden dat het gaat. Op wat nuanceverschillen na is dit beeld ook landelijk zichtbaar. Het is ook niet de eerste keer dat het wordt opgemerkt, en een uitspraak luidt: 'Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht.'
Dit verschil in beleving ontstaat volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) doordat de gemiddelde Nederlander het vrij goed heeft en dit niet snel ziet veranderen, maar men wel somber wordt van de opeenstapeling van problemen rond bijvoorbeeld het klimaat, migratie en de woningmarkt - en de schijnbare onkunde van de overheid om dit op te lossen.