KIJK. Heisa rond video van transgender model dat topless voor Witte Huis poseert: “Ik wou gewoon vrij zijn”

“Ik had de eer om naar het Pride-event van het Witte Huis te gaan, het grootste in de geschiedenis”, schreef Montoya bij de video. Het model benadrukte dat ze “ongegeneerd trans en queer” kon zijn in het Witte Huis. In de video zijn onder meer fragmenten van haar ontmoeting met president Joe Biden en first lady Jill Biden te zien. Even later is ook een beeld te zien van een topless Montoya die haar borsten met haar handen bedekt.

De video zorgde op sociale media al snel voor ophef. Vooral vanuit conservatieve hoek kwam er felle kritiek. “Wie heeft het daar eigenlijk voor het zeggen? Wie laat dat stuk vuil toe om dat te doen vlak voor het Witte Huis?”, reageerde voormalig politiechef van New York Bernard Kerik. “Dit zouden de ‘moedigste en meest inspirerende mensen’ zijn die Biden ooit heeft ontmoet. Het land dat je ooit hebt gekend is niet langer”, tweette Collin Rugg van het conservatieve platform ‘Trending Politics’. Andere Twitteraars noemde het voorval dan weer “een internationale schande”.

Montoya postte maandag een reactie op de kritiek. “Ten eerste is het compleet legaal om topless te zijn in Washington D.C.”, zegt ze in de video. “Waarom wordt mijn borst nu als ongepast of illegaal beschouwd, terwijl dat voor ik uit de kast kwam als trans niet het geval was? Het enige wat jullie doen, is bevestigen dat ik een vrouw ben (...). Want om de een of andere reden seksualiseren sommige mensen vrouwenlichamen graag”, aldus het model.

Montoya benadrukt dat ze niet “vulgair” wou zijn. “Ik wou gewoon vrij en mezelf zijn (...). Ik was gewoon blij. Ik leefde mijn waarheid in mijn lichaam.”

De Pride Month in de Verenigde Staten wordt dit jaar overschaduwd door groeiende anti-lgbtq+-gevoelens. Verschillende merken, waaronder brouwer AB InBev en supermarktketen Target, werden recent geboycot vanwege hun Pride-marketing. Maar ook in de wetgeving worden de rechten van de lgbtq+-gemeenschap steeds verder beperkt. Volgens belangenvereniging Human Rights Campaign zouden er deze legislatuur al zeker 525 wetsvoorstellen van die aard zijn ingediend, waarvan er 78 zijn aangenomen.