I&O zetelpeiling: BBB levert iets in, PvdD blijft groeien

In de I&O Research-zetelpeiling van mei 2023 is BBB opnieuw de grootste partij. Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden zou de partij van Caroline van der Plas 27 zetels halen, een verlies van vier zetels ten opzichte van verleden maand. VVD wint juist (+5) ten opzichte van april. Dat geldt ook voor de Partij voor de Dieren (+3).
22 mei 2023 | Asher van der Schelde & Peter Kanne

Als er nu Tweede Kamerverkiezingen zouden plaatsvinden, zou de BBB een goede kans maken de grootste partij te worden. In de I&O-zetelpeiling van mei haalt de BBB 27 zetels. Dat zijn er wel vier minder dan vorige maand. De VVD krabbelt juist weer iets op en stijgt van 19 naar 24 virtuele zetels. De coalitiepartijen staan gezamenlijk op 43 virtuele zetels, een verlies van 35 ten opzichte van de zetelverdeling in de huidige Tweede Kamer.

Opkomst Partij voor de Dieren

De Partij voor de Dieren is bezig aan een gestage opmars. De partij van Esther Ouwehand beschikt nu over zes zetels in de Tweede Kamer. In deze peiling zien we een virtuele verdubbeling. De Partij voor de Dieren trekt kiezers vanuit allerlei linkse en progressieve concurrenten. Vooral vanuit D66 stappen veel kiezers over (22% van de huidige PvdD-kiezers stemden in maart ’21 op D66).

Kiezers die overstappen naar de PvdD vinden het belangrijk dat de politiek meer doet om klimaatverandering tegen te gaan en zich bekommert om het milieu, duurzaamheid en dierenrechten. Zij zien de PvdD als een standvastige partij die hier consistent voor pleit.

In sociaaldemografische zin zien we dat de PvdD-kiezer sterk lijkt op die van GroenLinks. Ze zijn relatief jong, hoogopgeleid en stedelijk. Deze twee kiezersgroepen verschillen echter wel als het gaat om vertrouwen in de overheid: PvdD-kiezers zijn relatief wantrouwend. In die zin lijken PvdD-kiezers meer op de SP-aanhangers.

Tegengestelde bewegingen VVD en BBB

VVD en BBB maken deze maand tegengestelde bewegingen. Ten opzichte van maart 2021 verliest VVD en wint BBB. VVD weet zich ten opzichte van vorige maand echter te herstellen terwijl BBB zetels verliest in vergelijking met april.

Uit paragraaf 2.2 blijkt dat VVD er goed in slaagt haar Provinciale Staten-kiezers vast te houden. Voorts trekken de liberalen plukjes kiezers weg bij partijen als CDA, D66, BBB en JA21.

De meest gehoorde redenen om toch weer bij VVD uit te komen zijn het leiderschap (in het bijzonder Rutte), de liberale beginselen en het opkomen voor ondernemers en hardwerkende Nederlanders.

BBB is nog altijd zeer populair en zou op circa 27 zetels uitkomen als er nu verkiezingen zouden worden gehouden. Belangrijke redenen om op de partij te stemmen zijn nog altijd de standpunten rondom stikstof en boeren en de duidelijke taal van politiek leider Caroline van der Plas. Wel zien we dat BBB vier zetels verliest ten opzichte van april.


Kiezers die bij de Provinciale Statenverkiezingen BBB stemden maar nu niet meer, wijken vooral uit naar PVV (6%), JA21 (3%) of VVD (3%). Een nog groter deel van die kiezersgroep (14%) heeft nu geen partijvoorkeur.

Driekwart ontevreden met kabinet

Drie op vier (75%) kiezers zijn nu ontevreden met het kabinet. Net zoveel als vorige maand. Een vijfde (20%) geeft aan wél tevreden te zijn.

Omtzigt nog altijd veruit meest populaire politicus

We vroegen kiezers of zij de politiek leiders van de partijen (en enkele eenmansfracties) in de Tweede Kamer kennen en hoe zij hen waarderen (mits bekend). De gemiddelde bekendheid is 69 procent, terwijl de gemiddelde waardering een 4,6 is (op een schaal van 1 tot 10).

Onderstaande matrix laat zien hoe de politici op beide punten scoren. Pieter Omtzigt is veruit de meest populaire politicus (7,3). Caroline van der Plas (6,0) volgt op enige afstand.

Leiders van de grotere middenpartijen (Rutte, Hoekstra, Kaag) zijn zeer bekend, maar weinig bemind (op of net onder het gemiddelde). Mirjam Bikker – de nieuwe CU-leider – is nog niet zo bekend (22% kent haar), maar wordt redelijk goed gewaardeerd (met een 5,4).

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 12 tot en met maandag 15 mei 2023. Aan het onderzoek namen 1.872 respondenten deel. I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er is geen opdrachtgever.

Het grootste deel van de steekproef (n=1.673) is afkomstig het I&O Research Panel, 199 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.