Zoals iedere week liep Pander maandagochtend een rondje met zijn maat Cees van Baaren (72) uit Joure. Deze week het Haulsterbos, vlak bij Haskerhorne. „Sjoch ik oan de rjochterkant in slang.” Omdat hij geen idee had om wat voor slang het ging, zocht hij op zijn telefoon naar meer informatie. „Ut de gegevens die bliken dat it in keningspython wie. Dat is in tropyske wurchslang.”

Pander belde de politie die het volgens hem verder zou afhandelen. „Oft er libbe of net wit ik net. Ik ha deryn prikt, mar dat bist die neat.” Was hij niet bang toen hij dat deed? „Nee, ik ha it opsocht, dy bisten binne net gefaarlik. Der kaam net folle beweging yn. Mar in slang winterdeis docht ek hielendal neat. Hy libbet yn ’e tropen en wurdt eigentlik pas aktyf as it waarmer wurdt.”

Kou

Tijdens zijn vele wandelingen was Pander al eens een ringslang en een adder tegengekomen. „Mar dit wie in unikum.” De man bleef er naar eigen zeggen erg rustig onder. Zijn vrouw Ymkje iets minder toen ze een foto van het beest zag. „Ik skrok wol efkes”, aldus de vrouw. „Ik tocht: o, ferdikke, at er mar net opwaarmet yn ’e sinne.”

Na hun melding bij de politie zijn de mannen weer verdergegaan. In de overtuiging dat de slang vanwege de kou – het was volgens Pander rond het vriespunt – toch niet weg zou gaan en omdat het beest bovendien niet gevaarlijk was. Wat er daarna is gebeurd, weet Pander niet. De politie laat weten in elk geval niet ter plaatse te zijn geweest. Pander: „Miskien is er dochs wol fuortkrûpt, mar dat kin ‘k my net foarstelle.”

Voor alle angsthazen: de slang is meegenomen door een medewerker van de gemeente De Fryske Marren. Het beest – dat zo’n 2 meter zou zijn - was volgens de medewerker dood en is in een kadaverbak gestopt, zegt een woordvoerder. De bak wordt opgehaald door destructiebedrijf Rendac uit Burgum. „Zij zorgen voor de verdere afhandeling van dode dieren.”

Ongevaarlijk

Volgens medewerker Maruschka Spruit (43) van Dierenambulance De Meren uit Joure gaat het niet om een koningspython, maar om een boa constrictor, ook een wurgslang. „Hij is niet gevaarlijk voor mensen.” Het is vrijwel zeker dat de slang gedumpt is, zegt ze. Spruit, die zelf jarenlange ervaring heeft met de verzorging van slangen, vermoedt dat hij net eten had gekregen en toen is gedumpt. „Ik vond hem op de foto’s heel bol. Dat betekent dat hij of net gegeten had, of dat hij na het eten in de kou is gezet en het eten niet goed verteerde.”

Het komt volgens Spruit ongeveer ieder halfjaar voor dat er een uitheemse slang wordt gevonden in de gemeente. Ze roept mensen die worstelen met een slang op die niet te dumpen. „Hij mag bij mij gebracht worden. Ik kan hem verzorgen en zorg ervoor dat hij een plek krijgt.” Is ze niet bang overspoeld te worden met de beesten? „Liever dat dan dat mensen ze op straat gooien.”