Eerder deze maand stelde minister Christianne van der Wal (Stikstof) voorlopige uitstootdoelen op voor verschillende sectoren. De uitstootdoelen voor het vervoer en de industrie zijn al binnen bereik met de huidige plannen van het kabinet, blijkt uit de berekeningen van het PBL.
Maar het doel voor de landbouw - 41 procent minder uitstoot in 2030 dan in 2019 - is nog niet in zicht. De uitstoot gaat hooguit met een kwart omlaag met de plannen die het kabinet afgelopen voorjaar op de plank had liggen.
Die conclusie zal niet als een verrassing komen voor Van der Wal. Een belangrijk deel van de stikstofaanpak van het kabinet is nog niet meegerekend in de cijfers van het planbureau. Het gaat dan bijvoorbeeld om het uitkopen van piekbelasters en het subsidiëren van boeren die hun uitstoot willen verminderen. Het is nog niet duidelijk genoeg hoeveel lager de uitstoot daardoor zal uitpakken.
Goed nieuws uit het nieuwe onderzoek is dat de luchtkwaliteit in Nederland blijft verbeteren. Daardoor worden de Europese doelen voor de uitstoot van stikstofoxiden, fijnstof en zwaveldioxide wél gehaald. Dat komt onder meer door schonere auto's en schepen, en door de snel toenemende productie van schone wind- en zonne-energie.
Volg stikstofnieuws
Stikstofbeleid kent grote onzekerheden
Bij de natuurdoelen van het kabinet draait het uiteindelijk niet om de uitstoot van stikstof, maar om waar die stikstof weer in de natuur neerkomt. Dat wordt depositie genoemd. In 2030 wil het kabinet die depositie in 74 procent van de beschermde Natura 2000-gebieden onder de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) krijgen. De KDW is de maximale hoeveelheid stikstof die de natuur in een gebied aankan zonder schade op te lopen.
Maar onderzoekers van het PBL waarschuwen alvast dat het uitstootdoel van het kabinet niet met zekerheid leidt tot het halen van het depositiedoel. In de berekeningen gaat het ministerie ervan uit dat de uitstootdaling van 41 procent gelijkmatig over het hele land wordt gehaald. "Maar het kan zijn dat het in de praktijk anders uitpakt. Dan is het nog maar de vraag of je het haalt", zegt onderzoeker Martijn Vink.
In de berekeningen van het planbureau zitten sowieso nog grote onzekerheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwe technieken om de uitstoot van stikstof uit stallen te beperken. In het verleden bleek zulke technologie in de praktijk een stuk minder effectief dan vooraf werd gedacht.
"We weten dat die systemen in principe kunnen werken", zegt PBL-onderzoeker Emma van der Zanden. "Maar we weten ook dat er variatie is tussen alle praktijksituaties." In de berekeningen gaat het PBL er daarom van uit dat sommige stallen in 2030 minder stikstof uitstoten.
Hoeveel boeren worden uitgekocht?
Ook de uitkoopregelingen van het kabinet vormen nog een grote onzekerheid. Later dit jaar kunnen veehouders zich melden om gebruik te maken van twee van die regelingen. In de PBL-cijfers is slechts een van die twee, de zogeheten Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijen, al meegerekend.
Het planbureau gaat ervan uit dat het volledige budget wordt opgemaakt, waarmee dan ongeveer 850 boeren worden uitgekocht. Maar in de praktijk kan dat aantal veel lager uitvallen, bleek uit eerder onderzoek van het PBL. "Dit is eigenlijk de bovengrens", zegt Vink. "We zijn puur uitgegaan van het budget en wat je daar mogelijk mee kan opkopen. Maar we weten ook: het is een vrijwillige regeling."
Voor 1 juli moeten de provincies hun eigen stikstofplannen indienen om de uitstoot sterk terug te brengen. Later zal het PBL berekenen of de stikstofdoelen van het kabinet met die plannen wél binnen bereik komen.