Plantaardige dranken als haver-, amandel- en sojamelk zijn bij een koffietentje vaak duurder dan een drankje met koemelk. "Dat komt onder andere doordat melk flink is gesubsidieerd en mede daardoor heel goedkoop is", vertelt Joey Cramer van ProVeg. Steeds meer koffiezaken trekken de prijzen van koffies met plantaardige melk nu gelijk met die van koemelk, blijkt uit onderzoek van ProVeg.
De productiekosten van plantaardige dranken zijn volgens hem momenteel nog altijd duurder: zo'n 70 tot 80 cent per liter. Het is dus niet heel raar dat sommige zaken een toeslag rekenen voor de vegaversie. Ook zitten ondernemers soms met restmelk, doordat plantaardige melk nog niet zo in trek is. "Maar vaak is de toeslag meer dan wat nodig is om dit prijsverschil te dekken", zegt Cramer. "En de prijzen worden lager door de groeiende afzet. Vooral sojamelk is goedkoper geworden."
Voor een lagere CO2-uitstaat zou het drinken van plantaardige melk echter gestimuleerd moeten worden. ProVeg noemt de toeslag op de plantaardige versie "omstreden".
"Het ontmoedigt milieubewust gedrag en het vertegenwoordigt niet de echte prijs. De CO2-uitstoot van koemelk ligt ruim drie keer hoger dan die van plantaardige melk en het landgebruik zelfs bijna tien keer hoger. Die klimaatkosten zie je niet terug bij melk."
Heb je dit artikel gevonden via Net binnen? Je kunt vergelijkbare stukken elke dag via het knopje NUjij onder in je app vinden.