Deze vrachtwagenchauffeur belde de meldkamer over kapotte A7. 'Kabam! Ik tocht dit is net bêst'

Sjoerd de Jager (60) uit Jubbega, vrachtwagenchauffeur van loonbedrijf Us-Bilang in Hoornsterzwaag.

Sjoerd de Jager (60) uit Jubbega, vrachtwagenchauffeur van loonbedrijf Us-Bilang in Hoornsterzwaag.

Vrachtwagenchauffeur Sjoerd de Jager (60) uit Jubbega deed als eerste melding van de bobbel op de A7 de Prinses Margriettunnel. Hij zette zijn vrachtwagen aan de weg en probeerde andere weggebruikers te waarschuwen voor de gevaarlijke situatie.

Lees meer over
Súdwest-Fryslân
De Fryske Marren

Kabam!, klinkt het onder de vrachtwagen van Sjoerd de Jager. Hij is op woensdag 14 december rond 6 uur ’s morgens onderweg van Hoornsterzwaag naar de Afsluitdijk als hij onder het Prinses Margrietkanaal door rijdt en een flinke knal hoort. „Ik tocht: dit is net bêst. Ik bin oer in balke hinne riden, want sa fielde it.’’

Hoogteverschil

De Jager rijdt zijn wagen een stukje achteruit over de vluchtstrook, op zoek naar het euvel. Maar er ligt niets op de weg. Er is iets anders aan de hand. „Sjoch ik sa’n hichteferskil”, zegt hij terwijl hij met zijn duim en wijsvinger een afstand van een centimeter of 5 uitbeeldt.

De chauffeur ziet hoe auto’s met meer dan 100 kilometer per uur over de drempel rijden. Voertuigen met aanhangwagens vliegen soms een flink eind omhoog als ze de tunnel verlaten of er in rijden. De Jager besluit 112 te bellen. „Ik sei: dit komt hjir sa net goed. De bannen kinne wol fan de felgen ôfspringe. De snelheid moat derút.”

Auto’s knallen hard over de weg

Terwijl hij wacht op de hulpdiensten, probeert hij met de flitslampen van zijn vrachtwagen, een oranje veiligheidsjasje aan en een zaklamp in de hand voorbijgangers in te seinen dat het gevaarlijk is. „Mar tinksto dat se reagearje, dy auto’s? Nee dy knalle like hurd oer de dyk hinne. Minsken hawwe safolle haast tsjintwurdich.”

Hulp laat volgens De Jager lang op zich wachten. Nog twee keer belt hij naar de meldkamer. Uiteindelijk duurt het een uur tot vijf kwartier tot een wagen van Rijkswaterstaat arriveert. „Ik belje dochs net mei de wegewacht? In goed oere stie ik dêr te blaubekjen. Ik hie folle flugger ien ferwachte.”

De meldkamer kreeg volgens de politie die woensdagochtend inderdaad een melding van het slechte wegdek. Er werd echter geen politie-inzet aan gekoppeld. De melding is doorgezet naar Rijkswaterstaat. Een woordvoerder daarvan zegt dat hij niet bekend is met het verhaal van de vrachtwagenchauffeur en dat het moeilijk te achterhalen is hoe het die dag precies ging.

Bedankt hè!

De ritten van die dag, het vervoeren van grond tussen de Afsluitdijk en Assendelft, lopen voor De Jager door het avontuur wat vertraging op. Die middag hoort hij dat de A7 tussen Sneek en Joure is afgesloten en dat het aquaduct vol staat met zandzakken. In de weken die volgen is het een goed verhaal op verjaardagen of in de bouwkeet. ,,Wiesto dat?”, reageren de aanhoorders volgens De Jager. ,,Betanke hè’’, doelen ze op de afsluiting van de weg.

Twee uitvoerders, die betrokken zijn bij het (tijdelijke) herstel van het aquaduct, dichten de man een heldenrol toe voor zijn optreden. Zelf wuift De Jager, die ook als vrijwillige chauffeur bij de brandweer in Jubbega werkt, dat gauw weg. ,,Ah, nee, helderol, sa moatst it net sjen. Helden hawwe wy oan it front yn Oekraïne.”