Direct naar artikelinhoud
Opvoedvraag

Hoe overtuig ik een zesjarige zonder dreigementen?

Hoe overtuig ik een zesjarige zonder dreigementen?

Hoe zorg ik ervoor dat mijn zoon gewoon doet wat ik van hem vraag zonder dat ik hoef te dreigen - 'als je nu niet aan tafel komt om te eten, dan ga je maar in de gang staan!' Wat doe ik als diezelfde zesjarige een grote mond geeft bij een berisping? Hij kliert zijn broertje, ik haal ze uit elkaar, en dan zegt hij lachend: 'Nee hoor, je had niet al drie keer gezegd dat ik moest ophouden, nog maar twee keer!' Mij haalt dat het bloed onder de nagels vandaan, maar ik kan hem moeilijk een pak rammel geven."

Vader ziet ook wel een overeenkomst tussen vraag 1 en 2. "Misschien wil ik vooral weten hoe ik meer natuurlijk gezag kan verwerven?"

Kennelijk is deze jongen niet zo van ja en amen, constateert Karla Mooy. "Misschien heeft hij moeite met autoriteit." De ontwikkelingspsychologe vindt dat niet erg. Ze pleit ervoor dat vader rekening houdt met die eigenheid. Hem niet afrekent op zijn temperament. Mooy schreef een boekje over ontspannen opvoeden. Ze was zelf niet goed in straffen en hield geen beloningssysteem vol. Alleen corrigeren werkt niet volgens haar. "Dan voelt het kind zich afgewezen."

De simpelste manier om respect te krijgen, is het te geven, zegt ze. "In plaats van boos worden, kan vader ook de verbinding zoeken: 'Ik snap dat je nog lekker aan het spelen bent, maar als we nu niet eten, wordt het koud'." En misschien kan hij perspectief bieden, oppert ze. 'Straks mag je verder spelen.' Geen enkel kind wordt blij van ruzie met zijn ouders, stelt Mooy. "Er is altijd een reden waarom het dwars doet."

De vader moet ook naar zichzelf kijken: haalt hij zijn zoons uit elkaar omdat ze elkaar pijn doen, of heeft hij er zelf last van? Mooy: "Soms verwachten we rare dingen van ze. Als volwassenen een discussie hebben, kunnen ze daar niet zomaar mee stoppen, zijn ze niet meteen kalm. Dat kun je van die jongens ook niet vragen."

In plaats van boos worden, kan vader ook de verbinding zoeken: 'Ik snap dat je nog lekker aan het spelen bent, maar als we nu niet eten, wordt het koud'.
Karla Mooy, ontwikkelingspsycholoog

Machtsstrijd
Toch klinkt het wat zalvend, die verbinding. Alsof deze vader niet inlevend genoeg is. Het kan toch dat de jongen gewoon uitprobeert hoe ver hij kan gaan? Hij moet toch leren luisteren?

"Het is geen beschuldiging van de vader, het gaat er ook niet om dat hij de zoon altijd zijn zin moet geven. Als je respect hebt voor je kind én voor je eigen grenzen, dan laat je niet over je heen lopen." Een ouder moet kaders stellen, beaamt ze. "Maar als je denkt in termen van 'hij móet luisteren', of 'hij haalt het bloed onder mijn nagels vandaan', dan sta je al half in een machtstrijd. En die blijft." Veel ouders kennen die benadering van vroeger, zegt Mooy, luisteren omdat ik het zeg, want ik ben je vader. "We hebben ook zo'n angst om ze te verwennen, dat we van de weeromstuit niet meer naar onze kinderen luisteren."

Peter Cuyvers is niet zo van het verbinden. "Je bent niet het vriendje van je kind. Dat alles in het gezin soepeltjes moet gaan, is onzin." Volgens deze pedagoog voelt een kind intuïtief de zwakke punten van zijn ouders aan.

Onzekerheid
"Vader láát zich het bloed onder de nagels vandaan halen. Uit zijn opwinding blijkt onzekerheid. Eigenlijk wijst de jongen er fijntjes op dat hij nog niet eens een zesjarige kan opvoeden."

"Die vader moet niet zijn kind onder controle krijgen, maar zichzelf. Hij windt zich op, dus daar ligt ook de oplossing. Rustig blijven, niet emotioneel doen." Natuurlijk gezag kun je niet verwerven, zegt Cuyvers. Dat heb je of dat heb je niet. Maar deze vader kan wel duidelijk maken dat hij de baas is. Als een agent mij aanhoudt, heeft die niet van nature gezag: mijn auto is sneller, mijn opleiding beter en ik kan me waarschijnlijk ook beter uitdrukken, maar toch moet ik naar hem luisteren, want hij draagt nu eenmaal een uniform."

Die vader moet niet zijn kind onder controle krijgen, maar zichzelf.
Peter Cuyvers, pedagoog

Regels
Er zijn gewoon regels, wil Cuyvers maar zeggen. Door ouders bepaald. Eten doen we aan tafel en je mag je broer niet pesten. Houdt een kind zich er niet aan, dan moet dat gevolgen hebben. Cuyvers: "Een pak rammel is geen goed idee, maar een beetje fysiek mag best. Een zesjarige kun je nog gewoon oppakken en op zijn kamer zetten. En hij kan best een tijdje zonder eten."

Val je kind nooit aan op zijn persoonlijkheid, zegt Cuyvers ook. Dwarsigheid is goed. Een kind ontwikkelt zich door een eigen koers te kiezen. "Een zesjarige die in staat is jou in de maling te nemen: die heeft een gouden toekomst."