Direct naar artikelinhoud
Opinie

Verbied nooit een schrijver. Maar wat te doen met ‘reptielenman’ David Icke?

David Icke, uitvinder van de ‘reptielentheorie’, is voorzien als spreker tijdens een demonstratie begin november op De Dam. Terwijl Baudet hem de liefde verklaart, heeft burgemeester Femke Halsema al laten weten dat ze hem niet kan beletten te spreken. Waar eindigt de vrijheid van meningsuiting en begint de censuur?

David Icke tijdens een demonstratie tegen de lockdown en andere coronamaatregelen in Londen.Beeld SOPA Images/LightRocket via Getty

Pats. Daar ligt de vraag op tafel, bij de NOS en inmiddels veel andere media. Verbieden, hoe doe je dat? Liever niet of toch maar wel? Bestaat er een goede manier, een juiste manier, een correcte manier om mensen de mond te snoeren? Kan de grens voor hem alleen op slot?

Bij schrijversvereniging PEN worstelen ze van nature met dit soort vragen.

Over de auteur:

Michel Maas is journalist van de Volkskrant, schrijver en lid van het bestuur van de internationale schrijversvereniging PEN Nederland.

PEN heeft als doelstelling de vrijheid van schrijvers om hun vak uit te oefenen te bewaken, en bedreigde schrijvers te helpen, maar stuit daarbij meer en meer op de vraag: wat te doen als de schrijver zelf niet deugt?

Daar begint het spinnewiel te tollen. Moet zo’n schrijver mogen schrijven? Valt Hitlers Mein Kampf onder de vrijheid van meningsuiting? Waarom verbied je die wel, en Célines Reis naar het einde van de nacht niet? Wat te doen met de Britse schrijver David Icke?

Sinds Thierry Baudet het hoenderhok opblies door met verward haar en zonder stropdas te beweren dat de wereld wordt geregeerd door reptielen, en daar heel serieus bij keek, beheerst David Icke de Nederlandse media.

De demonstratie ‘No War, Just Peace’ van 6 november op de Dam in Amsterdam had zich geen betere promotievideo kunnen wensen. David Icke, tevens oud-voetballer en uitvinder van de ‘reptilianen’, komt erheen om te spreken voor een publiek dat zeker voor een deel vatbaar is voor zijn gedachtenspinsels. Dat publiek bestaat uit Baudets eigen achterban en uit een deel van de bevolking dat steeds dieper wegzakt in het moeras van complottheorieën: ‘Samen voor Nederland’, een militant geheel waarin corona-, stikstof-, boeren-, anti-EU- en anti Rutte-protesten zich hebben verzameld.

Moet Icke daar mogen spreken?

Reptielen

Ik houd van sciencefiction. Hoe gekker hoe liever. Meng Conan the Barbarian met H.P. Blavatsky’s Theosofie, Area 51, Alien en andere sciencefiction en ik ben je man. En als dat niet gek genoeg is roep je David Icke te hulp, die in 1999 de reptielen van de planeet Alpha Draconis bedacht: ‘reptilianen’ die op de aarde zijn neergedaald en het bestuur van dat kleine blauwe planeetje hebben overgenomen.

Zijn hoofdpersonen kunnen als gedaantenkameleons in een oogwenk veranderen in mensen die niet van echt zijn te onderscheiden. Alleen als ze onder elkaar zijn, slissen ze vals met hun gespleten tongen, terwijl ze op een schaakbord met hun reptielenvingers de wereld de verkeerde kant opsturen. Als glibberige Griekse goden laten ze het van achter de schermen bliksemen, donderen en oorlogen regenen. Zij zijn de Illuminati, ‘s werelds vaakst ontmaskerde geheim. The Biggest Secret heet Ickes boek. Het zou zomaar een leuke B-film kunnen opleveren.

Probleem is dat Icke zelf is gaan geloven in zijn verzinsels. Probleem is ook dat zijn gehoor daarin met hem meegaat. Al 4 procent van alle Amerikaanse stemgerechtigden gelooft dat de reptielentheorie echt waar is en gebruikt die als argument om niemand meer te geloven en alles en iedereen steeds harder aan te vallen.

Ickes sciencefiction is daarmee politiek en oorlogsretoriek geworden, eerst in de Verenigde Staten, en nu in Nederland, waar een Tweede Kamerlid het scifi-verhaal een ‘complottheorie’ noemt, en die ‘theorie’ nadrukkelijk omarmt. Onder de vlag van de reptielentheorie verzamelt zich op 6 november een groep die alles aanvalt wat haar niet zint.

Rode streep

Door het verhaal te koppelen aan Baudet en aan de demonstratie op de Dam is het politiek geworden. Misschien houdt precies daar de vrijheid van meningsuiting op: bij het overschrijden van de rode streep tussen mening en daad, tussen fantasie en politiek. Die streep scheidt Mein Kampf van de Reis naar het einde van de nacht, kinderporno van Nabokovs Lolita.

De vrijheid van meningsuiting komt in het geding als de politiek ermee aan de haal gaat.

Moeten we daarom Icke de toegang tot het land ontzeggen?

Hem verbieden te spreken?

Het zijn vragen die ook voor elke terreur predikende imams van stal worden gehaald.

Wetgevers worstelen ermee, en ook de schrijversvereniging PEN, die het vrije woord wereldwijd verdedigt. Verbieden ligt niet in onze aard, en als het gebeurt moet het met de allergrootste omzichtigheid, terughoudendheid, en tegenzin.

De wet biedt daarbij weinig houvast. Gelukkig maar.

Censuur

Er zijn niet eens fatsoenlijke wetten te bedenken die onomstotelijk bepalen wat nog wel, en wat niet door de beugel kan, of erger: wat wel en wat niet verboden moet worden. Waar zulke wetten bestaan, dienen ze verkeerde doelen, worden ze misbruikt, en noemen we ze: censuur.

Je kunt in al je onmacht hooguit misschien wat grenzen trekken en waarschuwingsborden neerzetten: ‘tot hier en niet verder’. En je moet je er dan bij neerleggen dat zelfs de scherpste ‘rode streep’ als het erop aankomt een grijs gebiedje blijkt te bevatten dat toch weer ruimte biedt voor twijfel.

Dit is geen antwoord op de vraag wat te doen met Icke.

Dat heeft niemand, ook PEN niet.

Baudets goed getimede liefdesverklaring en alle aandacht die daaruit voortvloeide, hebben Ickes komst zwaar beladen. Zelfs als hij niet komt, is de tot nu toe vrijwel onbekende David Icke ineens toch heel belangrijk geworden. Er is geen weg terug meer. Elk woord dat hij spreekt of niet spreekt, zal worden uitvergroot en door zeker een deel van de demonstranten op de Dam worden ingedronken.

Nederland rest weinig anders dan zien wat ervan komt.