Waarom zijn jongeren massaal aan de antidepressiva? Hoogleraren uit Groningen zien meer somberheid sinds coronalockdowns

Foto:

Foto: ANP

Nederlandse jongeren gebruiken veel meer antidepressiva en kalmeringsmiddelen dan vóór de coronacrisis, constateert onderzoeksbureau Nivel. Zorgelijk, vindt RUG-hoogleraar Laura Batstra. Haar collega Robert Schoevers houdt een slag om de arm.

Sinds de coronacrisis schrijven huisartsen vaker medicatie voor tegen bijvoorbeeld slaapproblemen, angst of somberheid, zien de onderzoekers van Nivel. Vooral aan jongeren tussen de 15 en 24 jaar: in die groep is het antidepressivagebruik met 16 procent gestegen ten opzichte van 2019. Bij jonge vrouwen is de stijging hoger (19 procent) dan bij jonge mannen (11 procent).

Een opwaartse trend in somberheidsklachten zag Robert Schoevers ook in drie langlopende onderzoeken, waaronder Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA). Schoevers is hoogleraar en hoofd van de afdeling psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).

Meer angst, eenzaamheid en zorgen

,,De NESDA-deelnemers hebben tijdens de pandemie een aantal keer een vragenlijst ingevuld. We zagen bij iedereen de klachten toenemen, ongeacht of ze wel of geen diagnose hadden’’, zegt Schoevers. Alle deelnemers hadden meer last van angst, somberheid, eenzaamheid en zorgen.

Door de maatregelen om het coronavirus in te dammen, zaten veel jongeren lange tijd eenzaam thuis: bijbaantjes vielen weg, colleges vonden online plaats en sporten of uitgaan zat er niet in. Nogal logisch dat je van zo’n situatie in de put raakt, stelt Laura Batstra, hoogleraar psychologie en pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

‘Past in een trend’

,,Somberheid kan een heel normale reactie zijn op abnormale omstandigheden’’, zegt Batstra. ,,Daar moet je niet zomaar medicijnen voor voorschrijven. Zeker niet bij jonge patiënten, die nog een lang leven voor zich hebben.’’ Batstra vindt het ‘echt heel zorgelijk’ dat steeds meer jongeren psychofarmaca krijgen. ,,En het past in de trend dat we maatschappelijke problemen proberen op te lossen met medicatie voor een individu.’’

Medicijnen lijken een gemakkelijke manier om van negatieve gevoelens af te komen, maar het is vaak lastig om het gebruik weer af te bouwen. ,,Benzodiazepine, dat vaak wordt voorgeschreven als kalmeringsmiddel, kan verslavend zijn’’, weet psychiater Schoevers. ,,Antidepressiva zijn dat in principe niet, maar afbouwen kan ervoor zorgen dat mensen weer meer klachten krijgen. Daarom doen we dat heel voorzichtig en niet te snel.’’

Praattherapie moeilijk te combineren met afstand houden

Schoevers is minder stellig dan zijn collega Batstra over het Nivel-onderzoek. ,,Artsen schrijven als regel niet meteen antidepressiva voor, dus het is niet meteen duidelijk hoe je zulke cijfers precies moet zien’’, vindt hij. ,,Ik kan me goed voorstellen dat huisartsen tijdens de pandemie minder interventies tot hun beschikking hadden voor mensen met beginnende depressieve klachten, en daarom sneller dan anders medicatie voorschreven.’’ Praattherapie, sociale contacten, de deur uitgaan of contact met een praktijkondersteuner is immers moeilijk te combineren met afstand houden en isoleren.

Batstra is en blijft een warm pleitbezorger van ‘normalisatie’ in plaats van ‘medicatie’: ze vindt dat we somberheid en angst veel te snel afdoen als een kwaal die medisch moet worden behandeld. ,,We investeren zoveel in onderzoek naar medische oplossingen, en zo weinig in onderzoek naar omstandigheden. Ongelijkheid, armoede, de druk en invloed van sociale media... natuurlijk kom je van een zware depressie niet zomaar af zonder medicijnen. Maar veel sombere jongeren hebben waarschijnlijk meer baat bij contact met lotgenoten en meer tijd in de buitenlucht.’’