Boodschappen, huizen, stroom: veel dingen zijn in het afgelopen jaar veel duurder geworden. Na jaren van beperkte inflatie zijn de prijzen snel opgelopen, behalve bij telefoons, zo lijkt het. Die stijgen minder in prijs dan andere producten.
Binnen een paar weken presenteert, als we de geruchten moeten geloven, Apple zijn volgende generatie iPhones. Een van de nieuwigheden dit jaar volgens die geruchten? De eerste prijsverhoging voor de Pro-modellen sinds 2017. De Pro-iPhones, voorheen iPhone Xs en iPhone X, zijn opvallend consistent in prijs. De iPhone X kostte in 2017 1179 euro, een ongehoord hoge adviesprijs voor die tijd. Sindsdien zijn er veel meer telefoons die in die prijsklasse zitten. De vermoedelijke prijsverhoging werpt de vraag op: hoe zit dat met de rest van de markt?
De prijsindex
De eerste plek waar je dan kunt kijken, is het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat houdt al sinds jaar en dag bij wat diverse consumentenproducten kosten. Dat gebeurt met een 'prijsindex'; het CBS heeft een 'mandje' vol telefoons en vergelijkt daarvan de prijzen op basis van zo gelijk mogelijke specs. Dat is natuurlijk lastiger dan met bijvoorbeeld rijst. Rijst was immers in 2015 hetzelfde product als in 2022. Voor telefoons geldt dat niet; je krijgt een snellere processor, een snellere internetverbinding, meer opslag en meer geheugen voor hetzelfde geld. Dat zie je terug in de prijsindex.
De data van het CBS vind je hier. Om het wat leesbaarder te maken, hebben we niet 2015 als 100 genomen, maar het gemiddelde van 2022 tot nu toe. De trend is wel duidelijk; de prijsindex stabiliseert, terwijl die in veel jaren ervoor juist daalde. Een dalende prijsindex betekent dat je meer telefoon krijgt voor hetzelfde geld. Daarmee lijken smartphonefabrikanten de inflatie op te vangen met een afgeleide van Moore's law. In plaats van meer specificaties te bieden voor hetzelfde geld, bieden ze dezelfde specs voor hetzelfde geld. Vermoedelijk is de inkoop van componenten ook niet goedkoper geworden, waardoor de prijs niet omlaag kan of ze niet meer geheugen of opslag kunnen inbouwen.
Het mandje met telefoons
Om dit zelf te checken, hebben we een mandje samengesteld. Van elk groot merk hebben we een high-end en een midrangemodel uit dezelfde serie gepakt en de prijs nieuw en na drie maanden vergeleken met die van vorig jaar. We hebben daarbij geprobeerd om van jaar tot jaar dezelfde opslagvarianten te hanteren en dat bleek deze keer opvallend makkelijk. Veel telefoons hadden evenveel geheugen en opslag als hun voorgangers. Dat mandje ziet er zo uit:
Vorig jaar | Dit jaar | |
Samsung | S21+ | S22+ |
Samsung | A52 | A53 |
Xiaomi | 11 | 12 |
Xiaomi | POCO M3 Pro | POCO M4 Pro |
OnePlus | 9 Pro | 10 Pro |
OnePlus | Nord 2 | Nord 2T |
OPPO | Find X3 Pro | Find X5 Pro |
OPPO | A74 | A76 |
Motorola | Edge 20 Pro | Edge 30 Pro |
Motorola | G30 | G31 |
Sony | 1 III | 1 IV |
Sony | 10 III | 10 IV |
Apple | SE 2020 | SE 2022 |
Het voordeel van het mandje is dat elke telefoon deel uitmaakt van een serie die langer loopt dan een jaar. Wel verschillen uiteraard de releasemomenten. Zo komt de Moto G31 strikt genomen niet uit 2022, maar uit december 2021. Dat is in dit verband een groot verschil, maar de opvolger verscheen pas eind juni en dat is te laat om nu al de prijsdaling na drie maanden te kunnen gaan meten. De iPhone SE van dit jaar heeft uiteraard geen voorganger van vorig jaar, dus daarbij hebben we de iPhone SE 2020 als uitgangspunt genomen. De inflatie van 2020 naar 2021 was tussen 1,5 en 2 procent en die hebben we meegerekend. De inflatie over het hele jaar is nog niet te berekenen, dus we hebben het maandgemiddelde tot nu toe gepakt: 8,5 procent.
De prijs van een smartphone in het mandje steeg van 637 naar 683 euro. Dat is ongeveer 7,2 procent meer en dat is dus wel degelijk een prijsstijging, maar niet zoveel als de inflatie. Ten opzichte van diensten en andere producten werden telefoons dus goedkoper en dat is te zien als je voor de inflatie corrigeert.
Hetzelfde geldt voor de laagste prijs drie maanden na release. Als je een telefoon na drie maanden kocht, ben je in 2022 ongeveer 5,3 procent duurder uit dan vorig jaar en dat is nog verder onder de inflatie. Dat komt doordat de prijsdaling dit jaar iets steviger is dan vorig jaar. In de drie maanden na de release ging er gemiddeld rond 11,7 procent van de prijs af in plaats van rond 10,1 procent.
Laten we nu eens kijken naar de individuele telefoons in ons mandje. Die gaan van redelijk goedkoop tot heel duur en de verschillen die je erin kunt zien, zijn vrij duidelijk.
Wat deze grafiek duidelijk maakt, is dat veel telefoons die niet in adviesprijs zijn gestegen, dus goedkoper zijn geworden. Er zijn uitzonderingen, zoals de Galaxy A53, die duurder is dan de A52, en de Moto G31, die duurder is dan de G30. Bij sommige telefoons is ook een inflatiecorrectie toegepast, zoals de iPhone SE en Sony Xperia 1.
Behalve naar de adviesprijzen is het natuurlijk ook goed om te kijken naar de prijzen na drie maanden. Die zeggen immers iets over de vraag naar die smartphones. Een hogere adviesprijs kan leiden tot een lagere vraag, al hoeft dat natuurlijk niet. Als dat zo is, kan een prijsdaling duiden op een correctie. Een fabrikant moet immers van gefabriceerde voorraad af en een prijsverlaging is een manier om de verkoop op te schroeven.
Gecorrigeerd voor inflatie zien we weinig schommelingen. Er zijn uiteraard uitschieters: de Moto G31 werd in de drie maanden na de release een beetje duurder en veel telefoons daalden maar weinig in prijs. Opvallende uitschieters zijn de Xiaomi 12, die maar liefst 30 procent in prijs kelderde. Ook de Samsung Galaxy A53 daalde met bijna een kwart, maar het probleem met Samsungs-midrangemodellen was al langer bekend.
Tot slot
Worden telefoons duurder? Het antwoord daarop is, als je kijkt naar hoeveel een telefoon kost in euro's, gemiddeld: ja, maar daarbij kun je een paar belangrijke dingen opmerken. Ten eerste stijgt de prijs minder dan de inflatie, dus met inflatiecorrectie daalt de prijs van telefoons juist iets.
Als je kijkt naar de prijsindex van het CBS, valt op dat de prijsdaling van telefoons is gestopt. Dat is niet per se te wijten aan de recente inflatie. Het chiptekort van de afgelopen anderhalf tot twee jaar lijkt daar een veel logischere oorzaak voor. Als er meer vraag is naar chips, worden die immers duurder en dus kunnen telefoons niet goedkoper worden en krijg je voor dezelfde prijs dezelfde hoeveelheid geheugen en opslag.
Er is hoe dan ook in de afgelopen jaren een trendbreuk te zien in de verhouding tussen prijs en specificaties. Met telefoons gaat het vooralsnog niet hetzelfde als met stroom of supermarktproducten; we schrikken nog niet van de gestegen prijzen. Alles wordt duurder, maar de prijs van telefoons stijgt niet zo hard mee.