Wilders en Omtzigt leggen Rutte vuur aan de schenen: "Mensen kunnen sterven tijdens deze hongerwinter"
In het tweede gedeelte van het debat dat vandaag in de Tweede Kamer wordt gevoerd komen zowel premier Mark Rutte als minister Wopke Hoekstra aan het woord. PVV-leider Geert Wilders vroeg tijdens de beantwoording van premier Mark Rutte of hij kan garanderen dat Nederlanders komende winter niet worden afgesloten van gas. Rutte ging daar niet aan mee, ook niet toen Omtzigt Wilders bijviel.
Hoewel het debat oorspronkelijk over het stikstofbeleid gaat, komen er de hele dag al andere onderwerpen ter sprake. Onder meer de koopkracht en de dreigende armoede worden door veel politici ter sprake gebracht. Geert Wilders besloot om premier Mark Rutte te interrumperen tijdens diens beantwoording van de vragen die eerder op de dag gesteld waren. Hij noemde daarbij schrijnende voorbeelden van mensen die in armoede leven. “Dit wordt de grootste ramp van Nederland”, aldus Wilders. “Daarom eis ik van u een resultaatsverplichting. Ik wil van u horen dat ouderen, jongeren, mensen met een minimuminkomen, maar ook mensen met een modaal inkomen, deze winter niet van het gas afgesloten zullen worden. Ik wil die harde garantie hebben.”
“Kom hier niet aan met het verhaal dat u al heel veel heeft gedaan”, vervolgde Wilders. “U heeft aan extra gasbaten en Btw-opbrengsten al meer dan tien miljard binnengehaald. De overheid profiteert meer van de ellende van de burgers dan dat ze terug heeft gegeven aan de burgers. U zult dus veel meer moeten doen. Mensen kunnen sterven tijdens deze hongerwinter. Ik wil van u een resultaatsverplichting dat die mensen niet van het gas zullen worden afgesloten.”
“Die ga ik niet geven”, reageerde Rutte direct. “Die kan ik nooit op individueel niveau geven. Die komt er niet van mij vandaag. Verder ben ik het helemaal eens met het betoog van de heer Wilders. De voorbeelden die hij noemt ken ik en zijn verschrikkelijk. Het is zaak voor het hele kabinet om met een goed verhaal te komen om al die groepen te ondersteunen. Als het kan nog dit jaar, maar in ieder geval volgend jaar. Maar ik ga hier niet garanderen dat op individueel niveau nooit iemand wordt afgesloten van het gas. Dat kan niet.”
Wilders benadrukte vervolgens het niet over fraudeurs of wanbetalers te hebben maar over mensen die buiten hun schuld ineens met een torenhoge energierekening te maken krijgen. Hij noemde als voorbeeld een vrouw van 80 die daardoor de winter wellicht niet overleeft: “Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? Dat mag in een land als Nederland toch niet gebeuren? Dan mag ik van u als minister-president toch vragen dat de mensen die buiten hun eigen schuld de rekening niet meer kunnen betalen, niet worden afgesloten van gas en elektriciteit? U kunt toch gaan spreken met de gas- en energiebedrijven? Om ervoor te zeggen dat zet het dan niet afsluiten? Dat is toch een kwestie van fatsoen?”
Rutte herhaalde vervolgens dat hij die categorische toezegging niet gaat doen waarop Wilders bleef aandringen. Rutte stelde dat het kabinet ernaar kijkt, erover in gesprek is en dat hij het met Wilders eens is, maar dat hij op dit moment er geen harde toezegging over kan doen.
Wilders werd vervolgens bijgevallen door Pieter Omtzigt, die de grondwet erbij haalde: “De Nederlandse regering heeft nul euro extra gasbaten opgenomen in de begroting. Het blijken er tien miljard te zijn. De Nederlandse regering wordt steenrijk van de gasbaten waardoor meer dan een miljoen huishoudens de verwarming uit moeten zetten of op twaalf graden. Is de regering bereid om die tien miljard tot de laatste cent te gebruiken om die huishoudens tegemoet te komen?”
“Ik ga hier niet vooruitlopen op gesprekken die in het kabinet gaande zijn”, stelde Rutte opnieuw waarmee hij ook op de vraag van Omtzigt geen antwoord gaf. Die stelde hem nog eens, maar kreeg opnieuw geen antwoord.