Het zomerreces duurt officieel nog tot maandag 5 september, maar als het aan PVV-leider Geert Wilders komt de Tweede Kamer volgende week alweer bijeen. Dit naar aanleiding van het nieuws dat zowel de voedsel- als energieprijzen opnieuw flink zijn gestegen.

Huishoudens betalen dit jaar mogelijk duizenden euro's extra voor hun boodschappen en de energierekening. Volgens Wilders is het daarom van wezenlijk belang dat de Tweede Kamer hier zo snel mogelijk een debat over houdt.

Volgens Kamerlid Pieter Omtzigt is dit uitstelgedrag van de coalitie niet iets nieuws. Al in het voorjaar werd de vorming van de Voorjaarsnota ook keer op keer vertraagd. Met alle gevolgen van dien, aldus Omtzigt. Daarnaast is het Kamerlid bezorgd over de situatie waarin Nederland terecht is gekomen, allerlei landen in Europa hebben al maatregelen genomen of plannen gemaakt, maar Nederland nog niet. Vanwege het in stand houden van het zomerreces.

'We beginnen pas weer op 5 september na 8 weken zomerreces. Oppositiepartijen hebben twee keer gevraagd om eerder te beginnen: vanwege stikstofdiscussie en vanwege koopkracht. Daar was geen meerderheid voor te vinden', schrijft Omtzigt op Twitter.

'Dus we hebben de rare situatie dat we overal over koopkracht en mogelijke reparaties praten, maar niet in de Tweede Kamer, met risico dat niets meer kan (vanwege tijd/implementatie). Wel een plan in VK. Wel een duidelijk speech van Scholtz in Duitsland. Wel maatregelen in Spanje. En bij stikstof onderhandelt Remkes (zonder dat wij zijn mandaat kennen!) met iedereen. Risico: de coalitie neemt een compromis over zonder hoorzittingen en bestudering van de nieuwe plannen (net zoals met de oude gebeurde).'

Noodzaak Kamerdebat
Vorige benadrukte Omtzigt ook al het belang van het houden van dit debat. 

'De oppositie wilde zo spoedig mogelijk een debat over de koopkracht. Daar zijn heel goede redenen voor in het voorjaar zei de regering: wacht maar tot de voorjaarsnota. Die kwam op 20 mei en daar zat niets is voor bv. een alleenstaande met 85% van het minimumloon. Er volgde een debat op 15 juni, dat na de eerste termijn werd stil gelegd omdat de regering verder moest kijken', schreef Omtzigt.

'Dat debat ging op 5 juli verder en in het weekend ervoor had de regering onder hoge druk geregeld dat mensen die 800 euro kregen nu 1300 euro krijgen. Maar mensen die daar net buiten vielen, kregen en krijgen dus niets. dus ook niet alleenstaande met 85% van het minimumloon. Hoe langer je wacht, hoe minder je kunt doen in 2022, hoe minder je kunt overleggen. Nu de regering ervoor kiest om samen met de coalitiepartijen een plan te maken voor prinsjesdag, verdampt de ruimte voor overleg: wie willen en kunnen we ondersteunen.'

'Vandaar dat een debat binnen een of twee weken echt een meerwaarde zou hebben in deze buitengewone omstandigheden.'