Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Zonder Rutte en Wilders moeten de andere lijsttrekkers nu toeslaan

RTL-debat Met vijf lijsttrekkers uit de ‘middengroep’ begint zondag het eerste tv-debat. De afstand tussen deze vijf in de peilingen is klein. Wie profileert zich als de anti-Wilders? Wie wordt de leider op links?

Kleuren hun schermpjes groen of rood? Dat wordt zondagavond de vraag bij de zes stellingen van het Rode Hoed-debat van televisiezender RTL, het eerste grote treffen op televisie in aanloop naar de verkiezingen op 15 maart.

Mark Rutte (VVD) en Geert Wilders (PVV) hebben afgezegd, hoewel zij in alle peilingen de grootste partijen zijn. De vijf lijsttrekkers die wel meedoen zijn Lodewijk Asscher (PvdA), Emile Roemer (SP), Sybrand van Haersma Buma (CDA), Alexander Pechtold (D66) en Jesse Klaver (GroenLinks).

Samen vormen deze vijf in de peilingen een middengroep achter Rutte en Wilders – hun onderlinge afstand is klein en de druk is dus groot. Als de lijsttrekkers willen loskomen van de rest, dan moet dat zondag gebeuren.

De zes stellingen van RTL kunnen ze voorbereiden. Ze kennen hun eigen standpunten en als het goed is ook die van hun opponenten. Spannender zijn de ‘jokers’ die ze mogen inzetten. Elke lijsttrekker mag één keer een ander uitdagen voor vier minuten debat. Zonder tussenkomst van de rest of van debatleider Frits Wester.

Wie kies je dan? Die vraag lijkt simpeler dan hij is. Want stel, je kiest als oppositiepartij PvdA’er Lodewijk Asscher als tegenstander, omdat die als vicepremier verantwoordelijk is voor het beleid van de afgelopen jaren. Dan kan het natuurlijk zijn dat de rest óók voor Asscher kiest om die reden. En dat Asscher dan opgeteld meer aandacht krijgt dan jou lief is. Zo’n verkiezingsdebat is voor de campagneteams dus ook een oefening speltheorie voor gevorderden.

Belangrijke vraag is zondagavond wie het meest ‘premierwaardig’ overkomt. Maar er zijn nog zeker drie andere debatten-in-een-debat. Een kleine kijkwijzer.

1. Wie profileert zich als de anti-Wilders?

Hij is er niet bij, maar zijn schaduw hangt over het debat: Geert Wilders. Het CDA zendt zondagavond zelfs reclamespotjes uit waarin de PVV-leider, net als VVD-lijsttrekker Rutte, wordt weggezet als een klein kind wegens zijn wegblijven.

Alle vijf de lijsttrekkers zouden graag die ene zijn die voorkomt dat de PVV de grootste wordt. Ze mikken dus op de kiezers die niets van de PVV moeten hebben (Pechtold, Klaver, Asscher), of juist op potentiële PVV-stemmers die Wilders misschien toch te radicaal vinden (Buma, Roemer).

Probleem is alleen: hoe zet je je af tegen iemand die er niet is? Tot nu toe doen ze dat meestal door te zeggen ze dat ze zorgen van Wilders’ kiezers serieus nemen, maar dat zijn oplossingen verkeerd zijn.

Let vooral op Sybrand Buma van het CDA. Hij is het meest rechts – als het om de islam gaat, maar ook op het gebied van milieu – en onderscheidt zich hierdoor van de rest. Buma vindt bijvoorbeeld dat verheerlijking van geweld strafbaar moet worden gesteld.

Alexander Pechtold (D66) is op een vrij natuurlijke manier de anti-Wilders. Hij biedt al jaren weerwoord aan Wilders, ook als die niks terugzegt. Maar liever wil Pechtold het alternatief zijn voor Rutte.

Interessant is ook de positie van Emile Roemer. Hij wil, nu Wilders er niet is, overkomen als het volkse buitenbeentje. In debatten heeft hij het doorgaans moeilijk als het over vluchtelingen gaat. SP-stemmers uit volksbuurten lopen over naar de PVV omdat ze de SP hierover te soft vinden. Wilders is nooit te beroerd om Roemer dat onder de neus te wrijven. Maar hij is er niet – daar zijn ze bij de SP best blij mee.

2. Wie wordt de leider op links?

Welke partijleider wordt ‘op links’ de belangrijkste uitdager van Rutte en Wilders? Asscher, Klaver en Roemer willen die positie alle drie maar al te graag. Het kan ze veel strategische stemmen opleveren.

In 2012 was het RTL-debat het begin van een wissel op links: Emile Roemer (SP) zakte weg, Diederik Samsom (PvdA) nam zijn plaats in.

Dit keer is Jesse Klaver van GroenLinks de nieuweling. Hij trekt volle zalen, stijgt in de peilingen en een sterk optreden op tv kan hem verder helpen. Maar Klaver is ook kwetsbaar. De druk op hem is groot. Niet voor niets zegt zijn team dat Klaver zondag vooral „lol in het debat” moet hebben.

Doordat Rutte wegblijft, is Asscher de enige vertegenwoordiger van het kabinet. Hij zal vertellen wat de coalitie voor goeds heeft gedaan – de crisis is voorbij, de werkloosheid gedaald. Mooi, zullen Roemer en Klaver antwoorden, maar de ongelijkheid is wél toegenomen.

Emile Roemer is geen kei in debatten. Hij heeft zijn cijfers niet altijd paraat en is meestal vooral bozig. Aan de andere kant: bij zulke lage verwachtingen valt een optreden al snel mee.

Tot nu toe zijn de PvdA, GroenLinks en de SP relatief aardig voor elkaar geweest. Ze willen samen optrekken tegen rechts, zeggen ze. Dat klinkt mooi, maar Roemer en Asscher weten ook dat ze Klaver moeten aanpakken, want anders kunnen zíj irrelevant worden in de campagne.

3. Wie wordt de Redelijke Rutte?

Alle vijf de lijsttrekkers hebben gezegd dat ze de werkplek van premier Mark Rutte zelf wel willen hebben. Maar Alexander Pechtold en Sybrand Buma zien zichzelf als nét wat geschiktere kandidaten, omdat zij ‘op rechts’ ook kiezers van de VVD kunnen trekken.

Sybrand Buma vertelde deze week in een interview met NRC al min of meer hoe hij het graag zou zien lopen. De kiezer wil af van de VVD en de PvdA, maar vindt de PVV te radicaal. „Je hoeft als politicus helemaal niet scheldend en tierend door het leven te gaan.”

Het is onhandig dat Rutte er niet is, want Buma kan hem niet direct aanspreken op diens toon. Maar dat het CDA bij veel stellingen de meeste rechtse partij zal zijn, dat komt dan weer prima uit.

Pechtold zit een tikje meer in het midden dan Buma. Voor hem zijn vooral de progressieve VVD-kiezers interessant, die vinden dat Rutte en de VVD te conservatief zijn geworden, met name over de Nederlandse cultuur en normen en waarden. D66 richt zich op de redelijke burger, die het belangrijk vindt dat politici constructief zijn en samenwerken.

Op dat laatste punt heeft Pechtold de laatste jaren meer geloofwaardigheid opgebouwd dan Buma. Pechtold steunde het kabinet samen met de ChristenUnie en de SGP als ‘constructieve drie’ vanuit de oppositie. En Pechtold weet dat zijn persoonlijke waarderingscijfers bijna even hoog zijn als die van Rutte. Dat debatteert lekker.