Direct naar artikelinhoud
Film

La La Land is een nogal wit sprookje

Still uit de film 'La La Land'.

De blije Hollywoodmusical ‘La La Land’, die dit weekend vast heel wat Oscars wint, roept vele oude musicals in herinnering. De Jamaicaans-Britse schrijfster Zadie Smith zet in haar laatste roman deze nostalgie in een ander perspectief.

Het was de filmposter die instant betoverde. Zij in een knalgele jurk, hij in een wit hemd met stropdas, in de verte de nachtelijke stad die licht geeft als een flonkerende sterrenhemel. De archetypische pose: ze dansen, staan ieder op één been, de armen wijd, alsof ze op het punt staan weg te vliegen. Juist, Ginger en Fred, maar dan gespeeld door Emma (Stone) en Ryan (Gosling). 

Hier wilden we toch allemaal naartoe, in zo’n ingewikkeld jaar, naar een kleurige Hollywooddroom die ‘La La Land’ heet?

Hier wilden we toch allemaal naartoe, in zo’n ingewikkeld jaar, naar een kleurige Hollywooddroom die ‘La La Land’ heet? Een mooie kans ook om de tieners een beetje bij te lichten. Die kenden Ginger Rogers en Fred Astaire niet, omdat ze niet, zoals wij vroeger, op lome zaterdagmiddagen oude klassiekers verslonden die de BRT uitzond. Nostalgie, ja.

Toch kostte het de nodige moeite want de jongste van veertien had gehoord dat de film ‘niet zo veel aan was’ omdat ‘ze de hele tijd gaan zingen’. Zo togen we, nieuwsgierig én mokkend, naar een grote nieuwe bioscoop, want al die kleurige, fleurige beelden wilden we natuurlijk wel hoog en breed en met goed geluid zien.

Een feest 

Bij de openingsscène waren de monden al opengevallen. Vanwege één onwaarschijnlijk lang shot van een file in de buurt van zomers Los Angeles. Eén voor één stapten de chauffeurs uit hun auto’s, niet boos of chagrijnig, nee, ze begonnen te zingen en te dansen, op motorkappen en autodaken, wervelden en buitelden voor de camera langs. Een feest, een droom.

Emma Stone en Ryan Gosling, die een mislukkende actrice en een gefnuikte jazzpianist in een knipperlichtrelatie spelen, zijn geen perfecte zangers en dansers, maar dat gaf niet, integendeel, die knipoog maakte de drempel laag om in lichtvoetige danspas en al zingend de zaal te verlaten (‘City of stars, are you shining just for me?’).

Tekst loopt door onder afbeelding. 

Cyd Charisse en Fred Astaire in nachtelijk Central Park.

Eenmaal thuis hadden we de smaak te pakken en zochten via YouTube wat klassiekers op, de naar verluidt eerste echte dansscène van Fred en Ginger uit ‘Swing Time’ (1936), waarmee meteen duidelijk was wie de echte heer en meester van het genre waren. En toen stuitten we op de beroemde scène uit ‘Royal Wedding’ (1951) waarin Fred op het plafond danst, waarop de jongste uitriep dat er ook zo’n scène in ‘High School Musical’ zit waarin Zac Efron hetzelfde doet, die moesten we ook even opzoeken, en zo youtubeden we nog een hele tijd door.

Later las ik in The New Yorker dat de scène van de poster gebaseerd is op ‘The Band Wagon’ uit 1953

We keken weer even naar Michael Jackson ten tijde van ‘Thriller’ - die Fred heel goed moet hebben bestudeerd - en naar de beroemdste aller scènes uit ‘Singin’ in The Rain’ (1952) met Gene Kelly - op wie mijn moeder altijd verliefd was gebleven. We zagen een piepjonge Debbie Reynolds ‘Goodmorning’ tapdansen. Later las ik in The New Yorker dat de scène van de poster gebaseerd is op ‘The Band Wagon’ uit 1953: niet Fred en Ginger, maar Fred en de prachtige Cyd Charisse dansen in nachtelijk Central Park de sterren van de hemel.

Bijzondere liefde

De dagen en weken na het filmbezoek bleef ik in de ban van de musical, omdat ik ook net begonnen was aan ‘Swing Time’ van de Britse schrijfster Zadie Smith. In haar laatste roman, die ongeveer tegelijk met ‘La La Land’ uitkwam, beschrijft ze de vriendschap tussen twee zwarte meisjes in een arme wijk in Noord-Londen, begin jaren tachtig. 

Tekst loopt door onder afbeelding. 

De Nicholas Brothers.

Ze zitten samen op dansles en delen een bijzondere liefde: ze zijn dol op het kijken naar oude Hollywood-musicals, met Fred en Ginger als hun belangrijkste helden. Of nu ja: helden, het zijn ook studie-objecten.

Vooral Tracey, de stoere en meer getalenteerde van de twee, is erg bedreven in het eindeloos heen en weer spoelen van de VHS-banden om uiterst nauwkeurig te ontleden hoe de dansen in elkaar zitten - en kritiseert de slappe buikspieren van Ginger, haar hinderlijke struisvogelverenjurk en de belerende manier waarop Fred altijd met haar danst. En ja, dan ga je zelf ook weer zoeken en kijken naar die betreffende passage uit

Deze ontdekking is geen aanklacht, haar liefde voor Astaire wordt er niet minder om

‘Top Hat’ (1935), de dans op ‘Cheek to Cheek’ met Ginger in die pluizende jurk tussen Dorische zuilen en bougainvilles.

Bij Smith begint de nostalgie naar het oude Hollywood ook te schuren. Dat gebeurt al op een van de eerste pagina’s, als de naamloze vertelster, inmiddels volwassen en net ontslagen als assistent van een grillige Australische popster, voor het eerst gewaar wordt dat Fred Astaire in de beroemde dansscène met zijn drie silhouetten in ‘Swing- time’ een zwart geschminkt gezicht heeft. 

Tekst loopt door onder afbeelding. 

De Nicholas Brothers in ‘Stormy Weather’, volgens Fred Astaire de allerbeste dansscène ooit.

Terwijl ze het altijd zo’n prachtige scène vond. ‘Die rollende ogen, de witte handschoenen, de Bojangles-grijn.’ Astaire als blackface: beschaamd klapt ze haar laptop dicht. Deze ontdekking is geen aanklacht, haar liefde voor Astaire wordt er niet minder om. Maar de vereenzelviging is zoek.

Dansidolen

Smiths hoofdpersoon duikt als kind in de geschiedenis van haar dansidolen en ontdekt zo de Nicholas Brothers, twee fabelachtig getalenteerde zwarte dansers. Ze speelden weliswaar in vele dansfilms mee, maar werden er vaak dusdanig in gemonteerd dat ze er moeiteloos ook weer uitgeknipt konden worden - handig voor vertoningen in het zuiden van de Verenigde Staten. 

Twee dansers over wie Fred Astaire zei dat hun optreden in ‘Stormy Weather’ (1943) de allerbeste dansscène ooit was. Dit las ik allemaal in een essay over dans en schrijverschap dat Zadie Smith in The Guardian schreef bij het verschijnen van haar roman. Ik zocht de scène met de broertjes op en geloofde inderdaad mijn ogen bijna niet. Voor de jonge vertelster in de roman was het een belangrijke ontdekking, dat de ongelooflijke sprongen en spagaten van de Nicholas Brothers door James Brown waren overgenomen, en dat hij Prince en Michael Jackson inspireerde.

Ik zocht de scène met de broertjes op en geloofde inderdaad mijn ogen bijna niet

En dan is er dat roerende moment als in de duizend-en-een-nacht-film ‘Ali Baba Goes to Town’ (1937) ineens een geweldige danseres in rieten rokje opduikt, die als twee druppels water op Tracey lijkt: Jeni LeGon. Vastgeplakt aan het scherm ontleedt Tracey al haar bewegingen in de spaarzame fragmenten die ze van haar weten te vinden.

Ik probeer me voor te stellen hoe de twee meisjes naar de dansjes van Mia en Sebastian in het nogal witte sprookje ‘La La Land’ zouden hebben gekeken. Vast verbaasd. Misschien waren ze in lachen uitgebarsten?