Tot nu toe was het oudste aangetroffen DNA van een paard dat ongeveer 700.000 jaar geleden had geleefd in Canada.
Om tot hun bevindingen te komen, keken de onderzoekers naar de overblijfselen van drie verschillende mammoeten. Deze verre voorouders van onze huidige olifanten lagen begraven in permafrost. In deze bevroren ondergrond zijn de dieren uitstekend bewaard gebleven.
De mammoetresten zijn al in de jaren zeventig ontdekt, maar de wetenschap beschikte op dat moment nog niet over de juiste middelen om het DNA - de belangrijkste drager van erfelijke informatie - 'uit te lezen'.
Botten en skeletten vertellen niet het hele verhaal
Het DNA in de mammoetkiezen was in de afgelopen honderdduizenden jaren uiteengevallen tot "extreem kleine stukjes", vertelt hoofdonderzoeker en evolutiewetenschapper Love Dalén van het Centrum voor Paleogenetica in Zweden. Om het DNA weer in elkaar te zetten, moest zijn team miljarden, ultrakleine stukjes aan elkaar puzzelen.
Nu deze puzzel eenmaal gelegd is, kunnen wetenschappers meer te weten komen over de mammoeten. De meeste kennis van prehistorische dieren is opgedaan uit de vondst van skeletten en botten, maar die vertellen niet het hele verhaal, aldus Dalén.
"Analyses van botten en tanden geven onderzoekers slechts informatie over een handvol kenmerken, terwijl we via DNA vele tienduizenden kenmerken kunnen achterhalen", zegt hij.
Mammoeten liepen over verdwenen landbrug
Door het gevonden DNA te vergelijken met DNA uit jongere mammoetsoorten, kunnen wetenschappers onderzoeken hoe de soorten zich genetisch tot elkaar verhielden. Zo hebben de Zweedse onderzoekers al ontdekt dat 'hun mammoeten' directe familie waren van de exemplaren die ongeveer 1,5 miljoen jaar geleden van Siberië naar Noord-Amerika liepen over een inmiddels verdwenen landbrug.
Het genetische materiaal biedt mogelijk ook inzicht in het ontstaan van mammoeten. Daarnaast kan het mammoet-DNA waarschijnlijk meer vertellen over de kenmerkende haren die de oerolifanten hadden en hoe zij zich in de loop der eeuwen steeds weer aanpasten aan klimaatveranderingen.
De studie is gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature.
NUjij: Uitgelichte reacties