Direct naar artikelinhoud
Opinie

Opinie: het is klaar met het kapitalisme dat vooral de aandeelhouder dient

Daarover zijn de grootste partijen het eens. Nu nog een gezamenlijke aanpak, betogen Rutger Claassen en Kees Cools. 

en
De beurs in New York.Beeld AP

Het (aandeelhouder)kapitalisme ligt steeds meer onder vuur aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. De Amerikaanse bedrijfselite heeft het aandeelhouderkapitalisme in 2019 ingeruild voor gelijke behandeling van alle belanghebbenden en ‘an economy that serves all Americans’. In eigen land publiceerde VNO-NCW vorige week haar Visie 2030 waarin zij ‘de kloof met de samenleving wil dichten’, onder meer door werknemers vaker te laten meedelen in de winst. De verkiezingsprogramma’s van de acht grootste partijen laten zien dat dit denken door iedereen is opgepikt, de PVV uitgezonderd. Is dat voldoende, vertalen de politieke partijen hun kritiek op de vrije markt in maatregelen die mens, milieu en vrije markt tijdige kunnen redden?

De liberale VVD zegt dat bedrijven de balans moeten herstellen tussen ‘winst maken en de samenleving dienen’, de overheid moet ‘de rafelranden van het kapitalisme actief bijschaven’. GroenLinks, PvdA en SP nemen afscheid van het aandeelhouderkapitalisme, CDA en CU kiezen voor het ‘Rijnlandse model’ omdat het vrijemarktkapitalisme ‘voor een deel is losgeslagen van zijn ankers’ (CU), D66 wil af van de ‘ongebreidelde marktwerking’. De PvdA zet in op ‘samenwerking in plaats van kille concurrentie’.

Aan mooie woorden geen gebrek, concrete voorstellen zijn schaarser. VVD en D66 noemen, gek genoeg als enige, dat de overheid harder moet optreden tegen machtsconcentraties. D66 werkt als enige voorstellen uit voor verplichte informatieverschaffing over de maatschappelijke kosten die bedrijven veroorzaken voor klimaat, milieu en de mens. Concrete voorstellen over ondernemingsbestuur noemen VVD en CDA niet. D66 en CU willen de zorgplicht van bedrijven op Europees niveau aanscherpen, GL wil de plicht tot verantwoord ondernemen wettelijk verankeren; van de PvdA moeten bedrijven hun maatschappelijke missie vastleggen.

De drie linkse partijen komen met twee klassieke linkse wensen: meer medezeggenschap en winstdeling voor werknemers. D66, CDA en CU pleiten voor een wettelijke ondernemingsvorm voor ‘bedrijven’ die niet gericht zijn op winst, de ‘maatschappelijke onderneming’.

Belastingontwijking door multinationals? VVD, PvdA, GL en CU zetten in op minimum-winstbelastingen, al dan niet in Oeso- of Europees verband. PvdA en GL vullen dat aan met hogere winstbelasting en VVD, CDA, CU en GL gaan bedrijfswinsten belasten in de landen waar de winst daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

Alle partijen zeggen mens, milieu en markt te willen redden, maar er zijn geen gemeenschappelijke plannen die op voldoende draagvlak kunnen rekenen. Een ander probleem is dat de grootste angel van het (aandeelhouder)kapitalisme onaangeroerd blijft: het onbegrensde rendementsstreven van aandeelhouders. Daar durven bedrijven vrijwel nooit nee tegen te zeggen. Dat brengt steeds hogere maatschappelijke kosten met zich mee die afgewenteld worden op de samenleving.

Dat varieert van belastingontwijking en gebruikmaken van wereldwijde kinderarbeid tot misbruik van marktmacht (zoals door big tech), vervuild water, verlies van biodiversiteit en de klimaatcrisis. Zodra dergelijke maatschappelijke kosten wel meetellen, komen reële prijzen tot stand en kan de vrije markt goed functioneren. Oftewel: duurzame producten en diensten zijn alleen maar duur zolang vervuilen gratis is.

Onze vrees is dat de voorstellen die nu op tafel liggen daarvoor onvoldoende zijn. De missie van bedrijven verbreden of een wettelijke ‘zorgplicht’ is niet genoeg. Dat kan in de praktijk heel veel of heel weinig betekenen. Ook is het inzichtelijk maken van de maatschappelijke kosten niet per se voldoende. Bedrijven zullen dan wel druk voelen om de door hen gepubliceerde maatschappelijke kosten zoveel mogelijk te verlagen. Maar of ze die ook verwerken in hun prijzen, is zeer de vraag.

Bedrijven forceren de ‘echte prijzen’ te hanteren, met wettelijke dwang of fiscale prikkels, lijkt noodzakelijk. Denk aan progressieve winstbelasting, volledige afschaffing van renteaftrek op bedrijfsschulden of verplichting voor aandeelhouders maatschappelijke criteria te hanteren bij hun beleggingen. Zo kan ook worden voorkomen dat het ongelimiteerde winststreven van aandeelhouders blijft leiden tot het afwentelen van kosten op mens en milieu.

De klok tikt, er is geen tijd te verliezen voor een nieuwe vorm van kapitalisme ofwel: Reimagining Capitalism in a World on Fire, zoals de titel luidt van het recente boek van Harvard-hoogleraar Rebecca Henderson. 

Rutger Claassen is hoogleraar politieke filosofie en economische ethiek, Universiteit Utrecht, en Kees Cools is fellow bij het Department of Public Governance, Universiteit Tilburg

Een uitgebreidere analyse is deze week verschenen in het tijdschrift Economisch Statistische Berichten.