Khan (50) werd tijdens een geheime stemming van de 123 landen die het ICC erkennen, gekozen uit drie kandidaten.
De Britse advocaat leidt momenteel een team van de Verenigde Naties dat onderzoek doet naar misdaden door Islamitische Staat (IS) in Irak.
In zijn ruim 25-jarige loopbaan werkte hij voor tal van internationale tribunalen, als zowel aanklager als verdediging. Zo was hij hoofdverdediger in het proces tegen de oud-president van Liberia, Charles Taylor, voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone. Hij verdedigde voor het Internationaal Strafhof verdachten uit Kenia, Soedan en Libië.
Khan moet dit jaar beslissen of hij doorgaat met het onderzoek naar mogelijk gepleegde oorlogsmisdaden in Palestijnse gebieden. Zijn voorganger Bensouda zegt dat er genoeg aanwijzingen zijn dat er misdaden zijn gepleegd door zowel Israëlische troepen als gewapende Palestijnse groepen. Een commissie besliste een week geleden dat het ICC mag doorgaan met dit onderzoek, nadat Israël bezwaar had aangetekend. Israël is overigens geen lid van het ICC.
ICC-aanklagers staan onder VS-sancties
De Britse strafrechtadvocaat erft ook een ruzie tussen zijn voorganger en de Verenigde Staten. De Amerikaanse oud-president Donald Trump voerde een jaar geleden sancties in tegen leden van het hof, onder wie Bensouda, vanwege een onderzoek naar oorlogsmisdaden die zijn gepleegd in Afghanistan. Hierbij wordt ook gekeken of Amerikaanse troepen over de schreef zijn gegaan.
De VS erkent het hof - net als Israël - niet. De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden heeft gezegd de sancties "grondig" te zullen bekijken.
Het strafhof werd bijna twintig jaar geleden opgericht om oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, genocide en misdaden van agressie te vervolgen. Het ICC onderzocht onder meer zaken in Oeganda, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Libië en Mali.