Burgemeester en wethouders gaan los op carnavalshit: ‘Tubbèèèèèèrgen, ik blijf er altijd wonen’

Tijdens de verschillende carnavalsgala's in de gemeente zijn burgemeester en wethouders nooit te beroerd om op de Bühne te komen. Dat is Tubbergse traditie, de vorige colleges deden dat ook. Maar vanwege corona is er dit jaar geen feest der zotten. Verschillende gala's zijn digitaal. Logisch dus dat burgemeester Wilmien Haverkamp, de wethouders Hilde Berning, Ursula Bekhuis en Erik Volmerink en gemeentesecretaris Jolande Scholten dit jaar een digitale act hebben voor de carnavalsvierders. 

„Wat missen we jullie. En wat missen we die prachtige gala’s. Maar gelukkig hebben wij voor jullie een liedje opgenomen”, zegt de burgemeester bij het begin van het nummer dat op YouTube staan. En ze begint te zingen: ‘Ik ben naar Tubbergen gekomen. Roomse enclave carnaval. Waar alle mensen keurig wonen en net als in mijn dromen een sprookje begon. Ik blijf er altijd wonen... Een kroegentocht, de panden bint ja almoal leug.’

De bestuurders blijken niet helemaal toonvast, de Zangeres zonder Naam draait zich vermoedelijk om in haar graf. Maar dat mag de pret niet drukken. ‘Ik was daar op het gemeentegala. Zag daar die mooie prinsen staan. Toen begon het gedonder, na afloop een drankje en toen was het klaar’, zingt Ursula Bekhuis. ‘We laten Tubbig lekker bruisen... Geesters rebelse knapen’, roept Erik Volmerink, die bovendien zowel gitaar als trompet kan spelen. Schrale troost voor de enige man in het college: pogingen tot hoge en lange uithalen worden alleen gedaan door zijn vrouwelijke collega's...