Direct naar artikelinhoud
Nieuwsgezond eten

Onderzoekers: overheid moet gezonder eetpatroon afdwingen

In 2040 heeft bijna tweederde van de Nederlandse bevolking overgewicht, is de prognose. Die trend omhoog is te keren als de overheid nu eens stevig ingrijpt in ons voedingspatroon, bepleiten wetenschappers. ‘De markt stuurt op ongezond, als overheid mag je dan hard tegensturen.’ Maandag spreekt de Kamer erover.

De Foodstrip in Amsterdam-Zuidoost. ‘Steviger middelen zijn nodig om gezonde voedingskeuzes gemakkelijker te maken.’Beeld HH / Siebe Swart Luchtfotografie

Een belasting op suiker. Een verbod op reclame voor ongezonde producten gericht op kinderen en jongeren. Het afschaffen van de btw op groente en fruit. Het lijkt een greep uit het verkiezingsprogramma van de nog op te richten Partij voor de Gezondheid. In werkelijkheid zijn het dringende aanbevelingen van onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Wageningen Universiteit.

Kansen laten liggen

‘De overheid laat grote kansen liggen als het gaat om de bestrijding van overgewicht’, zegt onderzoeker Sanne Djojosoeparto (Universiteit Utrecht). Ze is hoofdauteur van een vrijdag gepubliceerd rapport over het Nederlandse voedsel- en gezondheidsbeleid. ‘Met de industrie worden steeds weer vrijwillige afspraken gemaakt, die weinig effect hebben. Steviger middelen zijn nodig om gezonde voedingskeuzes gemakkelijker te maken.’

Als we op de huidige manier blijven dooreten en -snacken, is in 2040 bijna tweederde van de Nederlandse bevolking veel te zwaar, vrezen deskundigen. Genoeg redenen, vinden Djojosoeparto en haar mede-onderzoekers, om eens verder te gaan dan de min of meer vrijwillige maatregelen met de voedingsindustrie. 

‘De markt stuurt met haar aanbod, reclames en aanbiedingen enorm op ongezond eten’, zegt ze. ‘Zo wordt de consument grotendeels onbewust tot heel erg ongezonde voedselkeuzes verleid. Als overheid mag je dan ook hard tegensturen.’

Afwezig

Voor hun onderzoek bevroegen Djojosoeparto en haar collega’s 28 gezondheid- en voedingexperts in Nederland. Dat deden ze aan de hand van de internationale Healthy Food Environment Policy Index. Dat is een beoordelingssysteem voor overheidsbeleid dat is gericht op gezonde voeding en vergelijkt landen met elkaar.

Het blijkt dat in Nederland beleid met direct positieve invloed op wat de bevolking eet praktisch afwezig is. Terwijl volgens de onderzoekers een prijssturing met belastingen vrij simpel is in te voeren en snel effect heeft. Gezondheidsdienst RIVM constateerde dat in Groot-Brittannië rond de invoering van een suikertaks het suikergehalte in veel frisdranken door producenten direct werd verlaagd. Ook het Voedingscentrum gelooft in de kracht van het prijskaartje bij het ontmoedigen van ongezond eten. 

Toch kiest de overheid al decennialang voor de softere weg van convenanten – met de door staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid gesloten Akkoord Verbetering Productsamenstelling en het Preventie Akkoord als meest recente. Boordevol intenties die de hoeveelheden zout, suiker en vet in producten moeten verlagen en de gezonde keuze in de super gemakkelijker moet maken.

Vet, zout en suiker

Maandag spreekt de Tweede Kamer over het beleid van Blokhuis. Tal van producten zijn door zijn afspraken met de industrie iets minder ongezond geworden. Maar in de supermarkten voeren vet, zout en suiker nog altijd de boventoon. 80 procent van de aanbiedingen valt buiten de gezonde Schijf van Vijf, turfde onderzoeksbureau Questionmark eind vorig jaar.

De overgewichtlijntjes van de RIVM-grafieken blijven ondertussen omhoog gaan. Kampte in 1990 een op de drie volwassen Nederlanders met overgewicht, in 2018 was dit de helft. Het aandeel volwassenen met obesitas verdrievoudigde in dezelfde periode van bijna 6 naar 15 procent. Na roken is overgewicht nu de belangrijkste oorzaak van het verlies aan gezonde levensjaren en chronische aandoeningen zoals hart-en vaatziekten en diabetes type 2.

Accountantskantoor PwC schat dat ongezonde voeding de maatschappij jaarlijks 8,8 miljard euro kost, waarvan 6 miljard aan zorgkosten. De rest zijn indirecte kosten, zoals verlies van productiviteit door ziekteverzuim.

Veelkoppig monster

De Consumentenbond liet afgelopen woensdag zien dat het verleiden tot ongezonde aankopen een veelkoppig monster is: een graanhalm op de verpakking van een product boordevol suiker, of aardbeienkersenvla met maar 2 procent fruit. Het probleem: dit soort misleiding op verpakkingen is vooral een zaak van de Europese Unie. ‘Wij hebben ons in dit onderzoek beperkt tot directe maatregelen die de Nederlandse overheid op korte termijn en redelijk eenvoudig kan invoeren’, zegt Djojosoeparto daarover.

Blokhuis verkiest bewust afspraken met de industrie boven ingewikkelder wetgevingsprocedures. Maar vanwege het gebrek aan snelheid in de strijd tegen ‘het complexe overgewichtprobleem’, is hij niet ongevoelig voor de roep om maatregelen met directer effect. 

Doorpakken

‘Bij het sluiten van het Preventie Akkoord hebben we al afgesproken dat er een tandje bij moet als het behalen van resultaten niet snel genoeg gaat’, reageert de staatssecretaris. ‘Daarom heb ik het RIVM gevraagd om mij te adviseren over aanvullende maatregelen. Dat advies verwacht ik in maart. Wat mij betreft staan meer bindende afspraken dan ook weer bovenaan op de agenda.’

Kritische tegenstanders zien kostbare jaren aan overgewichtpreventie verloren gaan. Het blijven bewandelen van de weg van vrijwilligheid wijt onderzoeker Djojosoeparto aan de sterke lobby van de voedingsmiddelenindustrie en de neiging van de overheid steeds weer draagvlak te vinden voor het beleid. ‘Een gemiste kans’, zegt ze. ‘Hopelijk pakt het nieuwe kabinet door en doet het iets met onze aanbevelingen.’

Onderzoeker Sanne Djojosoeparto (Universiteit Utrecht)

Lees meer over gezonde voeding:

Supermarkten doen nog altijd weinig om klanten te verleiden tot het kopen van gezonde voeding. Ondanks tal van gezondheidsconvenanten vallen vier van de vijf producten in reclamefolders buiten de Schijf van Vijf, blijft zoete impulsverkoop bij de kassa gangbaar en is ongezond voedsel in de meerderheid.