Direct naar artikelinhoud
ReportageTurkije

Atheïsme in Turkije groeit, maar heeft het moeilijk: ‘Mensen denken dat wij aan hekserij doen’

Als enige land in het Midden-Oosten heeft Turkije een vereniging van atheïsten. Die durft het, hoe klein ook, tegen de hoogste autoriteiten op te nemen. Makkelijk is dat niet. ‘Sommige mensen zien ons als duivels met hoorntjes op het hoofd.’

Semih Çöre, directeur van Ateizm Dernegi, wandelt langs de Osman Aga-moskee in Kadiköy, de wijk in Istanbul waar hij woont.Beeld Nicola Zolin

De enige atheïstenvereniging in het Midden-Oosten heeft een heus ‘hoofdkantoor’, zo blijkt uit de telefonische mededeling van directeur Semih Çöre. Dat klinkt indrukwekkend genoeg.

De kennismaking de volgende dag in Istanbul met het onderkomen van Ateizm Dernegi (Atheïsten-Vereniging) is daarom enigszins ontnuchterend. Het hoofdkwartier blijkt een piepkleine werkruimte te zijn op de eerste verdieping van een bescheiden winkelcentrum in Kadiköy, de seculiere wijk in het Aziatische deel van Turkijes grootste metropool.

Een bureau, drie stoelen en een boekenkast, veel meer interieur omvat het hoofdkantoor niet. ‘Ateizm Dernegi’ staat op het raam in forse letters, dat dan weer wel. Van hieruit wordt de organisatie met 250 leden bestuurd.

Het is tekenend voor de positie van de atheïstenclub in de Turkse samenleving: levend en wel, maar niet heel groot en niet heel zichtbaar. Merkwaardig, want naar schatting telt Turkije ruim vier miljoen atheïsten, en het worden er steeds meer. Volgens onderzoeksbureau Konda steeg het aantal atheïsten in de periode 2008-2018 van 2 naar 5 procent van de bevolking.

Dus zo weinig is dat misschien niet eens, 250 leden. In Nederland, met zijn bijna negen miljoen atheïsten, heeft het Atheïstisch Verbond er niet meer dan 400.

Belediging

In steden als Istanbul, Izmir en Ankara is het heel normaal mensen boven een kop koffie te horen verklaren dat ze niet in God geloven. Moeilijker is het in Turkije om als strijdbare atheïst naar buiten te treden, zo blijkt uit het relaas van Çöre. ‘Veel moslims beschouwen ons bestaan als een belediging: wij verwerpen hun God.’

Niet dat atheïsme verboden is in Turkije. Er bestaat geen wet die het geloof in een opperwezen verplicht stelt, de regerende AK-partij zwijgt over het thema en nooit is iemand wegens atheïstische uitingen vervolgd. Problemen ontstaan volgens Çöre door de conservatieve schandaalpers en door ‘de samenleving’.

En de samenleving, dat kan alles en iedereen zijn. Çöre heeft het over atheïsten die door hun werkgever werden ontslagen, over een student die uit zijn studentenhuis werd gezet, over jongeren die door hun familie werden verstoten. Zo mogelijk staat Ateizm Dernegi hen bij met raad en daad.

Het ergste is het op het platteland van Centraal-Anatolië. ‘Daar geloven mensen soms nog dat we aan hekserij doen, dat we orgieën houden en bij volle maan katten offeren. Ze zien ons als duivels met hoorntjes op het hoofd.’

In een peiling enkele jaren geleden over de vraag wie men niet als buren wilde, stonden atheïsten bovenaan, daarna Grieken en Armeniërs, gevolgd door homo’s en lesbiennes. ‘Veel niet-gelovigen verzwijgen hun atheïsme. Ze zijn bang voor de buren, of zelfs voor de familie. Daarom hebben we zo weinig leden, vooral weinig vrouwen. Atheïsten worden als immoreel gezien, en voor vrouwen telt dat dubbel. Want die zijn dan ook seksueel immoreel.’

Duivels

De rechtse, islamistische pers kreeg Ateizm Dernegi al meteen na de oprichting in 2014 in het vizier. ‘De islam is in gevaar’, waarschuwde Yeni Akit, hét forum in Turkije voor intolerantie. ‘Word wakker, moslims!’, kopte Milli Gazete.

Tv-theoloog Nihat Hatipoglu deed er kort daarna een schepje bovenop door te zeggen dat atheïsten ‘kinderen van de duivel zijn, en eigenlijk erger dan de duivel’. Ateizm Dernegi diende een aanklacht in, die door justitie werd geseponeerd omdat Hatipoglu ideeën had aangevallen, niet mensen.

Het was niet de laatste gang naar de rechter. De organisatie schroomt niet het desnoods tegen de hoogste autoriteiten op te nemen. Zo werd in november een klacht ingediend tegen het hoofd van Diyanet, het machtige staatsdirectoraat voor godsdienst. Imam Ali Erbas had bij de opening van een moskee gezegd dat ‘mensen die niet in een leven na de dood geloven, tot alle kwaadaardigheid in staat zijn’.

Haatzaaien, volgens Ateizm Dernegi. Tot resultaten hebben de aanklachten tot nu niet geleid, net zomin als de pogingen moskeeën te houden aan het wettelijk maximum van 70 decibel voor de ezan, de oproep tot gebed. ‘In werkelijkheid is het vaak boven de 100’, zegt Çöre. ‘Vooral ’s ochtends is dat storend.’

Buitenbeentje

Andere activiteiten zijn braver, zoals symposia over de evolutie of een zomerschool over filosofie. Online wordt sinds kort de Ateizt Gazeti gepubliceerd. Maar zonder problemen gaat ook dit allemaal niet. Geregeld haken zaalverhuurders af zodra ze merken dat ze met goddelozen van doen hebben. Zelfs Amnesty International en lhbti-organisaties hielden de boot af.

Heel jammer, zegt de 31-jarige Çore, die zelf homo is. Op de middelbare school maakte hem dat tot buitenbeentje, maar het gaf hem ‘de kracht mijn eigen weg te kiezen’, ook wat betreft levensbeschouwing. Van huis uit kreeg hij, met seculiere ouders, al scepticisme mee.

Inmiddels heeft hij ‘geen enkele moslimvriend’, zegt hij. ‘Ik heb radicale gedachten over moslims. Zij accepteren me misschien, maar hun geloof doet dat niet. Daarom vind ik ze een beetje gevaarlijk. En hypocriet. Net als mensen die homo zijn, maar er niet open over zijn.’

Turkije telt steeds meer mensen als Semih Çöre. Niet per se zijn ze allemaal atheïsten, ook bij gelovigen speelt religie in het dagelijks leven een steeds kleinere rol. Onderzoeken bevestigen die trend van secularisering. Zo noemen veel jongeren zich ‘deïst’: iemand die meent dat God de aarde heeft geschapen, maar zijn handen er daarna van afgetrokken heeft.

Çöre ziet een direct verband met het beleid van de AKP-regering, die Turkije juist islamitischer wil maken. Het resultaat is precies het omgekeerde: ‘Mensen verzetten zich tegen religieuze dwang. Neem het door de overheid gesteunde islamitisch onderwijs. Veel ouders en kinderen willen dat niet. Een van de beste dingen die de AKP heeft gedaan, is de samenleving minder religieus maken.’