Direct naar artikelinhoud
OpinieRacismedebat

‘Vroeger bleef het bij dat vage filmpje: Racism beat it’

Wat kan een nieuwe Nationale Coördinator Racisme en Discriminatie, die is aangekondigd door het kabinet, bijdragen aan het racismedebat? 

Black Lives Matter-Demonstratie bij de Erasmusbrug tegen racisme en politiegeweld.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Premier Rutte stelde zijn mening bij over Zwarte Piet, Omroep Zwart wist genoeg leden te verzamelen, de politie moet zich steeds vaker verantwoorden over (vermeend) racisme en er komt een Nationale Coördinator Racisme en Discriminatie. Betekent dit een kentering in ons ­denken over racisme? Een bestuurder en een journalist lichten toe.

‘Als racisme bij de overheid zelf voorkomt, is dat nog ernstiger. Neem de toeslagenaffaire,’ zegt journalist Ela Colak, ‘zou die ook hebben plaatsgevonden als er meer mensen van kleur bij de Belastingdienst hadden gewerkt? Een prima idee dus, die nieuwe coördinator.’

Colak is van Turkse komaf. Zelf heeft ze nooit racisme ervaren, maar een broer van haar - die advocaat is - wel. ‘Hij werd, terwijl zijn collega’s mochten doorlopen, geweigerd bij een Amsterdams café.’ En zulke verhalen hoort ze wel vaker. ‘Mijn broer diende een klacht in bij de gemeente, maar voor mensen die minder goed de weg weten in het systeem zou de coördinator net het duwtje in de rug kunnen zijn.’

‘Dit is een goede eerste stap’, zegt ook Amma Asante, voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, die opkomt voor uitkerings­gerechtigden. ‘Na de vele Black Lives Matter-demonstraties is er nu ook hier in Nederland het besef dat racisme veel mensen treft en pijn doet.’

Een tweede stap is volgens haar dat die coördinator zich in de praktijk verdiept. Zelf neemt ze bijvoorbeeld naar bestuurlijke overleggen soms iemand mee die uit ervaring kan vertellen hoe het is om de eindjes aan elkaar te moeten knopen. ‘Dan pas komt er energie vrij om echt iets aan het probleem te doen.’ Datzelfde geldt voor voorbeelden van uitsluiting.

Dat het debat is veranderd blijkt volgens Asante uit het feit dat Black Lives Matter ook besproken werd aan het Binnenhof. Maar, merkt ze daarbij op: ‘Ik vond het racismedebat met Rutte in de Tweede Kamer vreemd én aandoenlijk: een vrijwel volledig witte Kamer praat over het probleem van zwarte mensen. Veel politici deden ontzettend hun best om het juiste te zeggen, maar het bleef ongemakkelijk.

In dat opzicht kunnen we nog wat leren van de VS. Zeker niet het ‘walhalla van de rassengelijkheid’, aldus Asante, maar in institutionele zin doen ze het beter. Neem de nieuwe ministersploeg van Biden. ‘Ik moet hier nog meemaken dat een Afro-­Surinamer minister van Defensie wordt. We wanen ons veel progressiever dan we eigenlijk zijn.’

Colak, die in de VS studeerde, heeft het idee dat de maatschappelijke achterstand van zwarte mensen daar groter is dan in ­Nederland. Daarom was ze geshockeerd dat het Zwarte Pieten-debat in Nederland zoveel woede opriep. Ze vermoedt dat de agressie op sociale media tegen mensen als Sylvana Simons en Akwasi niet alleen hun standpunten betreft, maar dat er ook ­onvervalst racisme meespeelt.

Dat dit soort racisme onderbelicht bleef komt misschien ook omdat het debat, zeker sinds Fortuyn en 11/9, vooral over de integratie van moslims ging, aldus Colak. ‘Dat er nu wél weer over wordt gesproken in de Tweede Kamer, is mede te danken aan het feit dat bewegingen als Kick Out Zwarte Piet nu veel beter georganiseerd zijn. Terwijl het racismedebat vroeger niet veel verder kwam dan een vaag overheidsfilmpje met Racism beat it.’

Aan dat soort vrijblijvendheid moet de coördinator een einde maken, vindt Asante. ‘Papier is geduldig. Ik zou zeggen: leg jezelf concrete doelstellingen op, waarover je ter verantwoording kunt worden geroepen. Uiteindelijk gaat het erom dat die ene zwarte leerling straks niet meer te maken krijgt met onderadvisering, of dat die Eritreeër die nu geen baan krijgt door discriminatie wél aan de slag kan.’

In Nieuw Nederlands Peil ontleden denkers en experts het maatschappelijk debat.