De verdachte (26) zei bij de rechtbank in Den Bosch dat hij niet weet wat er op die dag is gebeurd.
"Er waren onzichtbare insecten die druk uitoefenden op mijn hersenen. Ik dacht ook dat er 'dingen' waren die me om het leven wilden brengen. Daarom verliet ik mijn huis."
Het eerste wat hij zich daarna weer herinnert is dat hij door de politie werd gepakt terwijl hij bij het station over het spoor liep, een paar uur na de moord. Maar ook zei hij: "Ik heb niemand vermoord."
Volgens gedragsdeskundigen is Y. volledig ontoerekeningsvatbaar door schizofrenie. Daarom zou hij geen celstraf moeten krijgen.
Gemeente begeleidde man onvoldoende
Na de steekpartij belde Van de Rakt zijn stiefvader. Die hoorde zijn naam nog zeggen, maar daarna bleef het stil. Vier minuten later belde een passant de politie. Die vond bloed van Van de Rakt op de bagagedrager van de fiets van Y. Ook lag er een bebloed mes op zijn bagagedrager, met het DNA van het slachtoffer.
Y. woonde in Heesch. De gemeente Bernheze, waar Heesch onder valt, erkent dat ze Y. onvoldoende begeleidde. Door privacyregels had ze te weinig informatie over hulpverlening en de huisvesting die de man nodig had.
Er was geen inzage in het medisch dossier en onvoldoende informatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en het asielzoekerscentrum.
Problemen gevolg van stoornis
Tijdens haar slachtofferverklaring uitte de moeder van Van de Rakt haar ongenoegen over organisaties die met privacyregels te maken hebben. "Wees je ervan bewust dat als je gegevens moet doorgeven, de informatie compleet is. Je ziet wat de gevolgen kunnen zijn."
De problemen van Y. kwamen door een posttraumatische stressstoornis in zijn jeugd gedurende de burgeroorlog in Darfur in Soedan. Zijn advocaat: "Familie en vrienden werden voor zijn ogen vermoord. Hij was getuige van verkrachtingen en plunderingen. Ze zeggen weleens dat iemand een rugzakje heeft, hij had daar te veel bagage voor."