Direct naar artikelinhoud

Klagen Europarlementariërs over te weinig nieuwe wetsvoorstellen?

De Volkskrant checkt in aanloop naar de verkiezingen op 15 maart politieke uitspraken op waarheidsgehalte. Vandaag: klagen Europarlementariërs over te weinig nieuwe wetsvoorstellen, zoals minister Koenders in het AD schreef?

Archiefbeeld: Nederlandse Europarlementariërs in de plenaire zaal van het Europees Parlement in Straatsburg tijdens de eerste vergadering na de verkiezingen in 2014. De parlementariërs op de foto komen niet voor in het artikel.Beeld anp

De EU heeft wél toekomst, betoogde minister Bert Koenders in een opiniestuk in het AD, waarin hij pleit voor hervorming van de Europese Unie. Die hervorming is voor een deel al gaande, schrijft Koenders: 'Er verandert ook echt wat, daar hebben mijn collega-ministers en ik ons voor ingespannen. Daardoor klagen Europarlementariërs inmiddels dat er te weinig nieuwe wetsvoorstellen zijn. Als het Europees Parlement echt vindt dat het te weinig te doen heeft, kan het ook best de helft kleiner.'

Een aansprekend standpunt in tijden van groeiende euroscepsis. Wat klopt er van het geschetste beeld van zich vervelende Europarlementariërs? En zijn er inderdaad minder wetsvoorstellen?

Plenaire stemmingen

Het wetgevingsproces stroomlijnen, dat beloofde Jean-Claude Juncker bij het aantreden van de Europese Commissie onder zijn voorzitterschap in 2014. Europese instellingen moesten zich niet langer verliezen in regelgeving over flesjes olijfolie, maar zich richten op de hoofdzaken. Dat betekent in de praktijk vooral: minder wetsvoorstellen vanuit de Commissie, de enige instelling die wetsvoorstellen mag doen, naar het Parlement - vicevoorzitter Frans Timmermans ziet hierop toe. En met succes. 'The Parliament is bored', kopte Politico een jaar later. Volgens de politieke website 'smeken' Europarlementariërs om werk nu er minder voorstellen binnenkomen en 'krabben (ze) elkaars ogen uit' in een zoektocht naar politieke onderwerpen om op de agenda te zetten.

Heeft het Europees Parlement onder de nieuwe Commissie inderdaad minder te doen? Op verzoek stuurt een woordvoerder van het Europees Parlement Informatiebureau in Den Haag een overzicht van het aantal wetgevende procedures dat de afgelopen jaren in de plenaire vergadering van het EP is behandeld. Dat blijken er niet minder te zijn geworden, maar juist méér: in de eerste drie jaar van het vorige Europarlement (2009-2011) werd er 377 keer over een wetsvoorstel gestemd, in de vergelijkbare periode van het huidige parlement (2014-2016) 479 keer.

Twitter bericht wordt geladen...

Dubbeltellingen

'Een wetsvoorstel komt minstens één keer, maar soms vaker bij het EP langs', verklaart Wybe Douma, senior onderzoeker EU-recht bij het Asser Instituut in Den Haag. De cijfers bevatten dus dubbeltellingen. Bovendien zijn er ook andere zaken dan reguliere wetgevingsvoorstellen meegenomen, zoals besluiten over budgetten en consultaties. In de door Douma verzamelde cijfers over reguliere wetsvoorstellen van de Commissie is wel degelijk een daling te zien: 310 tussen 2009 en 2011 versus 169 in de afgelopen drie jaar.  

Volgens Douma is de trend duidelijk: 'De Europese Commissie stelt de laatste drie jaar gemiddeld beduidend minder nieuwe verordeningen en richtlijnen voor dan vroeger.'

Bij een tweede rondje langs de persvoorlichting van het Europees Parlement worden uiteindelijk cijfers opgeduikeld van het aantal wetgevingsvoorstellen dat het EP jaarlijks ontvangt. In die tabellen is inderdaad duidelijk een sterke daling te zien in een vergelijking tussen bovenstaande perioden.

Candy Crush

Nog even terug naar die klagende parlementsleden. De persvoorlichter van het EP zegt geen formele klachten over te weinig werk te hebben ontvangen, maar dat zegt natuurlijk weinig. Wel weet ze dat er opmerkingen van die strekking afkomstig van individuele Europarlementariërs zijn te vinden in de media. Ook de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken wijst op verschillende artikelen in binnen- (Het Financieele Dagblad) en buitenlandse media (Handelsblatt), overigens uit dezelfde periode als het Politico-stuk, waarin klagende europarlementariërs het woord krijgen.

Ze bestaan dus zeker, Europarlementariërs die zich vervelen. Of hun hun sentiment breed gedeeld wordt in het 751 leden tellende parlement is de vraag. Politico spreekt weliswaar over Europarlementariërs die tijdens plenaire sessies in Straatsburg op Facebook zitten, een spelletje Candy Crush spelen of breien, maar ook over parlementariërs die de werkdruk hoog vinden en nauwelijks tijd hebben om alle rapporten door te lezen. Het hangt er maar net vanaf hoe ambitieus je bent.

We vragen Dennis de Jong, die sinds 2009 namens de SP in het Europarlement zit, in hoeverre hij zich hierin herkent. Hij zegt het juist drukker te hebben dan onder de vorige commissie, onder andere doordat de onderwerpen die de commissie-Juncker heeft opgepakt ingewikkelder zijn. De SP'er schat in dat twee derde van het parlement heel hard werkt en de rest meer op de hoofdlijnen zit - volgens hem niet anders dan vroeger. De Jong wijst er wel op dat voorstellen om Europarlementariërs niet langer toe te staan betaalde bijbanen te hebben altijd met grote meerderheid zijn verworpen. Er zijn dus wel degelijk parlementariërs die genoeg tijd hebben om bij te klussen.

Ze bestaan zeker, Europarlementariërs die zich vervelen

Conclusie

Er zijn inderdaad minder wetsvoorstellen binnengekomen vanuit de Europese Commissie. Er zijn Europarlementariërs te vinden die hierover klagen, maar ook die zeggen het drukker te hebben dan ooit. Het is maar net wie je het vraagt.

Daarnaast is wetgeving maar één onderdeel van het werk van een parlementariër. Minder wetgeving hoeft dus niet per definitie minder werk te betekenen. Het aantal plenaire stemmingen is er in ieder geval nog niet minder op geworden.

Wat is waar?Beeld .