De beperkte toelating, ook wel een numerus fixus genoemd, geldt voor opleidingen met een beperkt aantal studieplekken.
Sinds de afschaffing van de loting in 2013 worden studenten geselecteerd op basis van bijvoorbeeld cijfers of motivatiegesprekken. De selectie van met name studenten met relatief hoge cijfers en een sterke motivatie moest tot minder uitval leiden.
In de praktijk leidt die methode echter tot meer kansenongelijkheid, doordat studenten met een migratieachtergrond of uit armere gezinnen minder snel worden toegelaten. De studentenpopulaties worden daardoor minder divers. Door loten weer toe te staan, moet de kansenongelijkheid afnemen.
Instellingen mogen nog steeds op andere manieren studenten selecteren. Zo blijven motivatiegesprekken en toelatingstoetsen toegestaan. Een combinatie daarvan is ook mogelijk, zoals een loting waarbij goede cijfers de kans op toelating vergroten.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) was eerder dit jaar kritisch over het voorstel. Voormalig voorzitter Kees Gillesse vroeg zich toen af of dit wel de juiste manier is om tot een eerlijke selectie te komen. Volgens hem ontbrak de wetenschappelijke onderbouwing hiervoor.
Zittend voorzitter Dahran Çoban ziet ook nu liever een combinatie met een wetenschappelijk onderbouwde methode, zoals een gesprek. Ze vindt dat er een selectievorm moet komen waardoor de "juiste student op de juiste plek" wordt geplaatst. Alleen een loting is daarvoor volgens haar niet geschikt.
NUjij: Uitgelichte reacties