Direct naar artikelinhoud

Praktijklessen keren terug op de mavo

Staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker.

Leerlingen in de theoretische leerweg van het vmbo, tegenwoordig vaak weer ‘mavo’ genoemd, krijgen in de toekomst ook praktijklessen op het rooster. Dat plan van staatssecretaris Dekker is enthousiast onthaald door de schoolbesturen. “Het geeft een boost aan de waardering voor praktisch talent”, zegt hun vereniging, de VO-raad.

Dekker wil de theoretische leerweg samenvoegen met de gemengde. Die laatste wordt maar door weinig leerlingen gekozen. Het enige verschil tussen de twee is dat in de gemengde leerweg nu al een praktijkvak is opgenomen. Bij die ‘nieuwe mavo’ moet straks ook iets dergelijks op het programma staan, schrijft Dekker aan de Tweede Kamer.

Volgens Dekker bereidt zo’n mavo-met-praktijk leerlingen beter voor op vervolgopleidingen – al moeten er misschien in klas vier aparte stromen komen voor degenen die naar het mbo willen en voor wie gaat doorleren op de havo. Jongeren vinden praktische vormen van onderwijs vaak veel uitdagender, voegt hij er nog aan toe.

Makkelijker doorleren

Het plan voor een meer op de praktijk gerichte mavo maakt deel uit van een serie maatregelen waarmee Dekker het vmbo wil versterken. Hij gaat er ook voor zorgen dat vmbo’ers in de toekomst kunnen doorleren in het mbo zonder eerst in het vmbo-examen te doen. Zo kunnen zij idealiter een jaar sneller een mbo-diploma halen waarmee ze de arbeidsmarkt op kunnen.

Sander Dekker gaat er ook voor zorgen dat vmbo’ers in de toekomst kunnen doorleren in het mbo zonder eerst in het vmbo-examen te doen

“Eindelijk”, zegt voorzitter Jan van Nierop van de Platforms Vmbo, waarin vmbo-scholen samenwerken. Met zogeheten doorlopende leerlijnen waarin vmbo’ers zonder haperen doorgaan in het mbo wordt al een kleine tien jaar geëxperimenteerd. Maar in al die experimenten moeten jongeren wel nog een vmbo-diploma halen. Het voorbereiden van dat examen kost een paar maanden tijd, en die kan straks nuttiger besteed worden.

De nieuwe route is bedoeld voor leerlingen van vmbo-basis en -kader, de leerwegen die het meest beroepsgericht zijn. Hoe die route vorm krijgt, wil Dekker overlaten aan de betrokken vmbo- en mbo-scholen. Het wetsvoorstel waarin dat geregeld gaat worden, houdt vooral in dat deze scholen mogen afwijken van de bestaande regels, zonder hen al te veel nieuwe verplichtende regels op te leggen.

Vloeiende overgang

Zo’n vloeiende overgang tussen vmbo en mbo moet voorkomen dat leerlingen na het vmbo niet doorleren. Dat belemmert hun kansen op de arbeidsmarkt. Dekker is zich ervan bewust dat die route voor lang niet alle jongeren geschikt is. Een vereiste is bijvoorbeeld dat zij al na de tweede klas van het vmbo, als ze een profiel kiezen, weten wat ze later willen worden.

Zeker op de havo zou de praktijk wat hem betreft een vast onderdeel moeten zijn
Paul Rosenmöller van de VO-Raad

Jan van Nierop is vooral blij met de erkenning van het belang van praktijkgericht onderwijs die uit Dekkers brief aan de Tweede Kamer spreekt. De staatssecretaris stelt vast dat praktijkgericht onderwijs in het algemeen vaak lager gewaardeerd wordt dan theoretisch leren. Als we recht willen doen aan wat jongeren kunnen en aan wat hen motiveert, schrijft hij, moet de maatschappelijke waardering voor praktijkleren omhoog.

Daar wordt ook het algemeen vormende onderwijs (vwo, havo, mavo) beter van, stelt voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-Raad. “We moeten de Chinese muur tussen algemeen vormend onderwijs (vwo, havo, mavo) en het praktijkgerichte onderwijs slechten.” Zeker op de havo zou de praktijk wat hem betreft een vast onderdeel moeten zijn.