Direct naar artikelinhoud
InterviewEmile Roemer

Roemer: ‘Zolang arbeidsmigranten uitgeknepen worden, kunnen ze niet integreren’

Emile Roemer, de voorzitter van het Aanjaagteam, biedt eind oktober zijn rapport met aanbevelingen over arbeidsmigranten aan bij minister Wouter Koolmees van sociale zaken en werkgelegenheid.Beeld ANP

Een keurmerk voor woningen voor arbeidsmigranten werkt niet. Toch adviseert Emile Roemer het uit te breiden. Maar dat is niet het enige.

De honderdduizenden Oost-Europeanen die in Nederland werken, worden als tweederangsburgers behandeld, vindt Emile Roemer. Het nieuws van Trouw waaruit blijkt dat veel gemeenten geen effect zien van het keurmerk voor woningen voor arbeidsmigranten, verbaast hem dan ook niet. Schimmel op de muren maar toch SNF-gecertificeerd: Roemer zag het deze zomer zelf ‘enkele keren’ met eigen ogen.

Sinds mei deed Roemer op verzoek van minister Wouter Koolmees van sociale zaken onderzoek naar de slechte omstandigheden van arbeidsmigranten, en kwam hij met een team tot een stevig adviesrapport voor betere bescherming van de groep. De kern daarvan: een strenge certificeringsplicht voor alle uitzendbureaus in Nederland, waardoor rotte appels van de markt kunnen worden gehaald. Onderdeel van die plicht is een uitgebreide versie van het ineffectieve SNF-keurmerk.

Is het verstandig om voort te borduren op een keurmerk dat arbeidsmigranten nu al niet beschermt?

“Juist omdat het keurmerk tekortschiet, adviseren wij om het flink aan te scherpen. Met scherpere voorwaarden en intensievere, onaangekondigde, fysieke controles. Want als ze tegen mij zeggen: we komen morgen, dan zorg ik dat alles er tiptop in orde uitziet.”

“Zo’n keurmerk alleen beschermt arbeidsmigranten niet. Maar wel als onderdeel van onze vijftig adviezen. Uitzendbureaus moeten gaan regelen dat arbeidsmigranten zich inschrijven, zodat gemeenten weten waar ze wonen. De afhankelijkheid tussen werk en wonen moet worden opgeknipt: elke migrant moet een eigen huurcontract en huurbescherming krijgen, zodat ze niet zomaar op straat gezet kunnen worden.”

“Al die adviezen hangen samen, en moeten als geheel worden opgevolgd. Als we arbeidsmigranten écht willen beschermen, kan de Tweede Kamer straks niet zeggen: we nemen vijf adviezen over, en laten de rest liggen. Dan valt het als een kaartenhuis in elkaar. Niet shoppen, maar uitvoeren.”

U adviseert een certificeringsplicht voor uitzendbureaus. Tot 1998 had Nederland een vergunningsplicht. Wat is het verschil?

“Het is makkelijker om overeenkomsten te noemen dan verschillen. Het zit meer in de benaming: hoe noem je het? Waar het om gaat: je moet kunnen ingrijpen in de wereld van uitzendbureaus, om de goede spelers te beschermen, en de uitwassen aan te pakken. Het zou niet logisch zijn om een systeem uit de kast halen waar we in 1998 mee gestopt zijn, dat toen al niet goed werkte. Je kan beter naar deze tijd kijken, met de infrastructuur die er nu ligt van keurmerken en inspecties. Hoe lossen we het probleem nu op? Hoe kunnen we nu malafide uitzendbureaus van de markt weren?”

Een certificeringsplicht ligt bij commerciële instanties. Wordt zo de verantwoordelijkheid verlegt van de overheid naar bedrijven?

“De verantwoordelijkheid ergens neerleggen, daar is sowieso niets mis mee. En het verschil is niet zo groot. Veel handhaving doet de overheid: op basis van ons eerste advies in mei zijn inspectiediensten al beter gaan samenwerken, meer informatie met elkaar gaan delen. Het geven van de certificering kan je redelijk privaat regelen, maar wél onder voorwaarden die door de overheid gesteld zijn. Het is een mooie samenwerking, maar uiteindelijk wel zoals je dat als overheid graag zou willen.”

Door de woningnood is er al een gebrek aan zo’n 150.000 bedden voor arbeidsmigranten. U adviseert juist meer leefruimte en een eigen slaapkamer voor elke migrant. Botst dat niet?

“Dat het een uitdaging is, dat is een open deur.”

Is het niet simpelweg onmogelijk?

“Als we naar de maan kunnen vliegen, dan kunnen we toch ook huizen bouwen? Kom op. Ja, er is een enorme woningnood, en het gaat ons enorm veel energie en inspanning kosten om die de komende jaren aan te pakken. Maar er zijn meer oplossingen. Campussen op industrieterreinen of bij agrarische bedrijven bijvoorbeeld, voor de short stay-arbeidsmigranten. Of met een paar units op een industrieterrein, met goede controle, recreatie erbij. Migranten kunnen dan met de fiets naar hun werk, zo hoeven ze ook niet anderhalf uur met de bus. En je ziet dat daarmee de druk op de reguliere woningen terugvalt, want het wordt voor huisjesmelkers minder aantrekkelijker om panden voor migranten te kopen.”

Creëer je zo niet juist tweederangs burgers? Door Polen op industrieterreinen weg te stoppen?

“Wel als je ze daar jaren laat zitten. Maar we hebben het over mensen die drie of vier maanden komen werken in het hoogseizoen. Dat is een ander verhaal. Ik heb ook veel mensen ontmoet die langer willen blijven, die hun liefde hier naartoe halen. Die willen een vaste baan, een vaste woning, meedoen in de samenleving. We adviseren gemeenten om die groep meer gebruik te laten maken van inburgeringstrajecten. Die moet via de reguliere markt aan huisvesting komen. En worden ingeschreven, zodat ze bij de voetbalclub kunnen.”

“Maar ook hier geldt: zolang arbeidsmigranten uitgeknepen worden, krijgen ze niet de kans om te integreren. Ze houden te weinig geld over, groeien niet door in arbeidsvoorwaarden, omdat ze van het ene arbeidsbureau aan het andere worden doorgegeven. Je moet de uitzendbranche aanpakken.” 

Lees ook: 

Vochtplekken en rotte kozijnen, en tóch een keurmerk aan de wand

Arbeidsmigranten leven in Nederland onder erbarmelijke omstandigheden in slecht onderhouden woningen. Er is een keurmerk. Maar dat keurmerk werkt niet, zeggen gemeenten.