Terug naar de krant

Na 2025 is stroom niet meer zo vanzelfsprekend, zegt de operationeel directeur van Tennet

Leeslijst interview

Ben Voorhorst | Operationeel directeur Tennet Stroom uit zon en wind is niet altijd beschikbaar en daar moeten we nu al rekening mee gaan houden, zegt de operationele man van Tennet. „Anders is de kans op een zachte landing niet groot.”

Leeslijst

„Ja”, zegt Ben Voorhorst met lichte stemverheffing, „ik vind daar iets van! Want als het misgaat met de elektriciteit, dan zijn het mijn operators die een stad in het donker moeten zetten. En dan worden wij erop aangekeken en zegt iedereen: waarom heb je dat niet eerder gezegd? Waarom heb je niet gewaarschuwd?”

Natuurlijk krijgt hij als operationeel directeur van Tennet de vraag vaker. Of het wel aan de beheerder van het hoogspanningsnet in Nederland is om zich te mengen in maatschappelijke energievraagstukken. Maar als iedereen denkt dat er de komende jaren altijd maar voldoende en betaalbare stroom is, dan moet er volgens hem toch iemand waarschuwen dat dit gaat veranderen.

Want met de komst van veel meer stroom uit wind en zon wordt de elektriciteitsproductie minder constant en dat kan volgens de inschatting van Tennet vanaf 2025 tot problemen leiden. Na 2030 mogen kolen niet meer voor de stroomproductie worden gebruikt en zorgen wind en zon in Nederland voor 70 procent van de stroom. En een windpark draait misschien wel 5.000 uur per jaar, maar staat dan ook 3.000 uur (bijna) stil.

„Ik maak me druk, omdat ik ervoor wil zorgen dat de consument altijd een basishoeveelheid stroom krijgt, ook tijdens lange winterse perioden”, zegt Voorhorst in het Arnhemse hoofdkantoor. Hij kijkt graag naar de gevolgen van de energietransitie, ook al heeft hij onlangs voor komend jaar zijn vertrek aangekondigd. Dan is hij 25 jaar in dienst geweest bij Tennet, waarvan veertien jaar als operationeel directeur.

Dat delen van Nederland door een stroomgebrek een periode in het donker komen te zitten, is volgens Voorhorst niet zo onwaarschijnlijk als het lijkt. Dat kan ook in een land gebeuren dat normaal een leveringszekerheid van 99,9998 procent kent. „Natuurlijk hebben we als Tennet last van ons eigen succes. Maar als we onze consumptie niet veranderen, is de kans op een zachte landing niet zo groot. En een harde landing is dat we regio’s in toerbeurt afschakelen, zoals dat geregeld in Zuid-Afrika gebeurt. Als je eraan gewend raakt, prima, maar leuk is het niet. Zeker niet in de winter.”

Is die dreiging echt zo groot? We houden toch onze gascentrales en dan hebben we ook nog goede verbindingen met andere landen.

„In Nederland zitten we in een riante positie. We hebben goede gascentrales en we zijn gekoppeld aan de buurlanden en aan Noorwegen en Denemarken. Maar als de vraag maximaal is, dan kan het zo zijn dat de gascentrales en die verbindingen met het buitenland ons toch niet helemaal redden. Als het weer hier tegenzit, dan kan het daar ook zo zijn. En dan gaan sowieso de prijzen door het dak. Nu schommelen de prijzen tussen de 20 en 60 euro per megawattuur, maar als het echt spannend wordt, kunnen die prijzen naar 1.000 of 2.000 euro. Dan gaan andere landen wel in de exportmodus, maar niemand weet of dat allemaal voldoende is.”

„Onze productie gaat meer variëren, maar mede door de lage stroom- en gastarieven wordt nog nauwelijks nagedacht om ook de vraag flexibeler te maken. Want het wordt voor bedrijven heel duur om onder alle omstandigheden dezelfde hoeveelheid stroom te krijgen. Het is misschien wel veel goedkoper voor bedrijven om op het moment dat de stroomprijs door het dak gaat, op een zacht pitje te gaan draaien. En bijvoorbeeld stroom [die zij produceren of waar zij contractueel recht op hebben] aan te bieden.”

Welke rol ligt hier voor Tennet?

„Wij willen met de overheid en met de industrie bekijken hoe we de elektriciteitsvraag meer kunnen laten meebewegen met de beschikbaarheid van duurzame energie. Wij willen naar een basisniveau kunnen overstappen – dat noem ik de must serve load – dat voldoende is voor het functioneren van de maatschappij. Dat het licht nog brandt, het huis warm is en internet het doet, maar dat sommige bedrijven minder produceren. Een beetje zoals in de periode tussen Kerst en Nieuwjaar.”

Doordat we minder fossiele brandstoffen gaan gebruiken, wordt de vraag naar stroom toch alleen maar groter?

„Dat valt mee, we denken dat de vraag over tien jaar nauwelijks groter is. Dat komt door efficiencywinst, vooral in huizen en kantoren. De grote onzekerheid is eerlijk gezegd de industrie. Die zal echt wel een keer met een grotere stroomvraag komen, maar het is de vraag wanneer en hoe flexibel die vraag is. Het wordt financieel verstandiger als je kan meebewegen met het aanbod. Dat kan ook door buffers in te bouwen met bijvoorbeeld batterijen.

„Tijdens het [vorig jaar gesloten] klimaatakkoord is steeds aan de industrie gevraagd wat de behoefte in de komende jaren wordt, maar dat heeft toen niet veel opgeleverd. Bedrijven moeten daar echt over nadenken, anders merken ze het wel: eerst in de prijs en dan in beschikbaarheid. Bij een heleboel dingen kun je zeggen, jammer als het er even niet is, maar bij stroom is dat toch een beetje slordig.”

Lees ook Voor het eerst meer duurzame stroom dan fossiele stroom in Europa
Windmolens bij windpark Slufterdam.

In politieke discussies rond de energietransitie hoor je nauwelijks iets over de noodzaak van een flexibelere vraag.

„Terwijl de rol van de overheid juist erg belangrijk is voor de sturing van de vraag. Die kan de juiste prikkels geven. Mensen rekenen allemaal, bedrijven ook. Reacties op subsidies en heffingen zijn feilloos. Kijk naar de zonnepanelen, de elektrische auto’s. Als je echt CO2 wil terugdringen zou een verdere beprijzing van CO2 daarom een hele goede zijn. Natuurlijk moet je het weglekeffect [industrie trekt naar andere landen] in de gaten houden, maar met de opbrengst kun je bedrijven doelgericht verduurzamen en flexibeler maken in hun energiebehoefte. Dat geldt ook voor de energiebelasting. Die zou wat hoger kunnen worden voor grote afnemers en die opbrengst kun je ook weer doelgericht gebruiken.”

Is het niet te vroeg om nu al te waarschuwen voor mogelijke problemen? Tot 2025 zijn er sowieso geen knelpunten, hebben jullie zelf berekend.

„Natuurlijk kan er in vijf jaar veel gebeuren. Tegelijkertijd duurt het ook lang voordat die noodzaak tot flexibilisering echt in de mindset van mensen komt. Vergeet niet dat de snelheid waarmee wet- en regelgeving wordt aangepast echt heel laag is. We zitten nu nog te wachten op een nieuwe elektriciteitswet die er in 2018 zou zijn. En Tennet is in 2006 begonnen over de versterking van het netwerk in Noord-Nederland, om de kolen- en gascentrales in Groningen aan te sluiten. Ik heb dit jaar de definitieve vergunning gekregen.

„Het is complex en er spelen veel belangen, ik wil niemand de schuld geven, maar het zou mooi zijn als de overheid zegt: dit zijn de afspraken die over vijf jaar van kracht worden. Maar zo werkt het niet: dit kabinet is nu bijna uitgeregeerd en dan zijn we snel een jaar kwijt voordat er nieuw beleid is. Dat is echt een zorg.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 26 november 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in