Direct naar artikelinhoud
OpinieAanpak politieke islam Frankrijk

Heeft president Macron een punt met toespraak over ‘islamitisch separatisme’?

Macrons aanpak om de politieke islam de pas af te snijden verdient Europese navolging, betoogt Willem-Gert Aldershoff.

De Franse president Emmanuel Macron.Beeld EPA

De recente moorden op Franse burgers door jonge moslimmannen onderstrepen het belang van president Macrons toespraak over ‘islamistisch separatisme’ op vrijdag 2 oktober, waarin hij via nieuwe wetgeving de bestaande scheiding tussen staat en kerk wil versterken en politieke islam wil bestrijden. Nederlandse media hadden daar kort over bericht. Je zou verwachten dat zijn toespraak uitvoerig zou zijn besproken, omdat de aangesneden problematiek ook in veel andere Europese landen speelt.

Macron doelde op het ‘actieve politiek-religieuze streven’ Franse wetten te overtreden, andere waarden aan te hangen en een parallelle orde te scheppen om te komen tot een op de islam gestoelde samenleving. In eerste instantie gebeurt dat in afzondering, maar het uiteindelijke doel is een volledige controle over de samenleving.

Volgens de president is dit al zichtbaar in de aantasting van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van geweten en het recht op godslastering, de ‘ontscholing’ van kinderen en het organiseren van sportieve en culturele activiteiten als dekmantel voor het aanleren van ideeën die tegen de ‘wetten van de Republiek’ ingaan; voor de president is dat indoctrinatie tegen de Franse beginselen van gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en de menselijke waardigheid.

Geen overheidszaak

Macron benadrukt met klem dat geloven of niet absoluut geen zaak van de overheid is. En hij scheidt het radicale islamisme, een ‘afwijking in naam van de godsdienst’, van de velen die in de islam geloven en tegelijkertijd volwaardige Franse burgers zijn. Elke burger moet wel alle wetten van de Republiek volledig respecteren.

Een leidend Europees politicus met zo’n betoog kan kritiek verwachten, vooral van traditionele moslims en politiek-links georiënteerden. Een groot aantal deskundigen uit islamitische hoek waarschuwt echter al jarenlang voor het gevaar dat Macron benoemt.

Neem de Franse schrijver en liberale moslim Tahar Ben Jelloun: ‘Moslims (aanvaarden) in het algemeen de scheiding van kerk en staat niet. (…) Want voor hen is de islam alles, een godsdienst, een moraal, een wereldbeschouwing, een dagelijkse persoonlijke praktijk (…). De gelovige kan zich niet voorstellen dat een islamitisch land de moskee van de staat zou kunnen scheiden (…).’

Volgens de Israëlisch-Arabische psycholoog Ahmad Mansour zijn Europese ‘linksen en liberalen’ graag blind voor ‘de groei van een gevaarlijk fundamentalisme (…), het uitsluiten van vrouwen als mensen van tweede rang, het opvoeden van kinderen via een pedagogie van angst, een vijandigheid tegenover seksualiteit die tegelijkertijd seksualiteit ernstig taboeïseert, een letterlijk geloof dat de Koran niet in zijn historische context begrijpt (…)’ Zo wordt ‘de jeugd vatbaar (…) voor radicalisering’.

De in Libanon geboren Duitse islam-kenner Ralph Ghadban legt uit dat leidende conservatieve krachten onder moslims in Europa in een eerste fase uit zijn op een ongestoorde groei van de moslimminderheid in afzondering. In de tweede fase gaat het om de ‘overname van de meerderheidssamenleving (…), geholpen door de dominante ‘multiculti’- ideologie in het Westen.’

Macron stelt een omvangrijk pakket maatregelen voor. Hij wil een strikte neutraliteit in de samenleving, niet alleen bij overheidsdiensten maar ook bij ondernemingen die voor de overheid werken. Verenigingen die subsidies ontvangen moeten zich verplichten ‘de waarden van de Republiek te respecteren’ en de overheid zal verenigingen gemakkelijker kunnen ontbinden. Er wordt strenger opgetreden tegen thuisonderwijs en illegale islamscholen. Kinderen moeten vanaf 3 jaar naar school. Gemengd muziekonderwijs en zwemmen maken onderdeel uit van het schoolcurriculum.

Opmerkelijk

Opmerkelijk is zijn voorstel te komen tot een islam in Frankrijk ‘die in vrede kan leven met de Republiek’, de scheiding van kerk en staat respecteert en de verschillende stromingen in de islam vreedzaam naast elkaar laat bestaan. Buitenlandse imams kunnen niet langer in Frankrijk werken; islamgeestelijken worden in Frankrijk opgeleid. Financiering uit het buitenland wordt beter gecontroleerd. Tenslotte worden fondsen vrijgemaakt voor het verbeteren van de leefomstandigheden in verpauperde wijken waar veel Fransen met een buitenlandse, vaak moslim-, achtergrond wonen.

De problemen waarvoor Macron en islamitische waarnemers waarschuwen, zijn praktisch in alle EU-landen aanwezig, behalve in de Oost-Europese. Tot nog toe had in de EU alleen Denemarken een gerichte aanpak. De andere EU-lidstaten moeten het Deense en Franse voorbeeld nu dringend volgen. Hun grondwetten vormen daarvoor geen belemmering.

Idealiter komt er een gecoördineerde aanpak op EU-niveau. Tot dan dienen landen hun eigen prioriteiten stellen. De door Macron genoemde liggen voor de hand: Nederland moet dringend de aanbevelingen uitvoeren uit het parlementaire rapport over buitenlandse moskeefinanciering. Een verbod op buitenlandse imams en een Nederlandse imamopleiding ligt ook voor de hand. De overheid moet waarborgen dat officiële moslimscholen geen waarden bijbrengen die haaks staan op onze democratische rechtsstaat. Beter inzicht is nodig in informeel islamonderricht.

Tot slot: ook Nederland is gebaat bij een absolute neutraliteit in openbare diensten en openbare scholen door een verbod op het dragen van uiterlijke religieuze tekenen. 

Willem-Gert Aldershoff is voormalig afdelingshoofd Europese Commissie en analist internationale politiek.