Direct naar artikelinhoud
ColumnSylvain Ephimenco

Een Pakistaan hoeft niet geradicaliseerd te zijn om toch een terroristische daad te plegen

Een Pakistaan hoeft niet geradicaliseerd te zijn om toch een terroristische daad te plegen

Frankrijk staat perplex als het om de persoonlijkheid gaat van Hassan A., de man die vrijdag in Parijs met een slagersbijl twee journalisten zwaar verwondde. Hij wilde hiermee de wederuitgave van karikaturen van de profeet Mohammed door het blad Charlie Hebdo wreken. De achttienjarige Pakistaan (leeftijd 25 jaar) bezit geen ­jihadistenprofiel. 

Niets deed vermoeden dat deze soefimoslim (een vreedzame, mystieke stroming binnen de islam) een terroristische aanslag zou plegen. In 2018 kwam hij met zijn twee broers Frankrijk binnen, en omdat alle drie minderjarig beweerden te zijn, werden ze door de Aide Sociale à l’Enfance (ASE) opgevangen.

A. stond op het punt een verblijfsvergunning te krijgen, en een baan. Hoe kon hij, hoewel niet geradicaliseerd, toch een aanslag plegen?

Botsende beschavingen

Wat de Fransen (nog) niet begrijpen is dat een (gelovige) Pakistaan niet vooraf geradicaliseerd hoeft te zijn om doordrenkt door de cultuur van zijn land toch een terroristische daad te plegen. Wat in Frankrijk een misdaad is, kan in Pakistan als een gelegitimeerde actie worden gezien. En zo botsen beschavingen.

In dit moslimland kan volgens de blasfemiewet het beledigen van de profeet tot de doodstraf leiden. In 2010 werd de katholieke Asia Bibi hiervan ­beschuldigd en ter dood veroordeeld. De gouverneur van Punjab, Salmaan Taseer en de katholieke minister van religieuze minderheden, Shahbaz Bhatti werden beiden in 2011 vermoord omdat ze inzake Bibi voor versoepeling van de blasfemiewet hadden gepleit. Onder grote internationale druk werd Asian Bibi in 2018 vrijgelaten. Ze kreeg van de ­Parijse burgemeester het ereburgerschap van de Franse hoofdstad. Wat Frankrijk niet echt populair maakte in ­Pakistan.

Na de cartoonpublicatie begin september volgde in Muzaffarabad een demonstratie van Pakistani die een Franse vlag verbrandden en woedend riepen: “Stop met blaffen, Franse honden”. Ze werden impliciet gesteund door de minister van buitenlandse zaken Shah Mahmood Qureshi, die zei te hopen dat de verantwoordelijken bij Charlie Hebdo voor het gerecht zouden verschijnen vanwege hun ‘verachtelijke daad’.

‘Islamofobe provocatie’

Afgelopen vrijdag, nog onwetend van de aanslag diezelfde dag, verklaarde de Pakistaanse premier ­Imran Khan tijdens een VN-vergadering dat “de herpublicatie van blasfemische tekeningen van het Franse weekblad Charlie Hebdo een recent voorbeeld is van islamofobe provocatie en een oproep tot haat die verboden zouden moeten worden.”

Door dit culturele, politieke en religieuze klimaat in zijn moederland was voor een Pakistaanse asielzoeker als Hassan A. het wreken van zijn profeet bijna een logische stap. ­Ongeacht de weldadigheid van het ontvangende land. Je kunt bij asielprocedures screenen tot je een ons weegt om potentiële jihadisten eruit te pikken, dit is geen garantie voor de toekomst. Onder de 612.700 asielzoekers die een aanvraag deden in een EU-land vorig jaar waren ongeveer 25.000 Pakistani. Dan maar bidden dat er geen andere Hassan A.’s tussen zitten.