8% van de Nederlandse huishoudens heeft te maken met energiearmoede

Zo'n 8 procent van de Nederlandse huishoudens (circa 650.000 huishoudens) heeft te maken met energiearmoede. Dat concludeert TNO in het rapport Energiearmoede en energietransitie.

Energiearmoede is een wijdverbreid probleem in Europa: tussen de 50 en 125 miljoen inwoners kunnen zich geen goed thermisch comfort binnenshuis veroorloven. Onvoldoende geld voor verwarming, verlichting of koken leidt vaak tot weer andere problemen. De Europese Commissie raadt alle lidstaten aan om energiearmoede te monitoren en plannen te maken voor de bestrijding ervan. Nederland heeft hier nu geen gericht beleid voor.

Energiearmoede kent vele gedaanten. TNO pleit daarom voor het hanteren van een reeks indicatoren om te kunnen vaststellen of er sprake van is. Bijvoorbeeld een bepaald percentage van het inkomen dat een huishouden kwijt is aan energie, achterstallige betalingen, het slechts gedeeltelijk verwarmen van de woning en het energielabel. Door frequent te meten is vast te stellen of er sprake is van energiearmoede, in welke mate en of er in de tijd vooruitgang wordt geboekt of sprake is van teruggang. Zo kunnen gemeenten of corporaties heel gericht beleid voeren en maatregelen nemen.
 
Het beleid moet niet op zich staan maar worden geïntegreerd met dat op sociaal gebied, gezondheid, energie en de gebouwde omgeving. Energiearmoedebeleid geeft dan richting aan de manier waarop de woningvoorraad duurzaam kan worden gemaakt en welke prioriteiten nodig zijn op het gebied van renovatie. De nadruk ligt dan op de behoeften van groepen huishoudens en houdt rekening met de kenmerken van de woningvoorraad.

Overheden die zich alleen richten op het verlagen van de energierekening lossen het probleem niet op, al was het maar omdat niet alle huishoudens het bespaarde bedrag zonder meer in verduurzaming zullen steken.  

Foto Anefo

Comments